Inbreng Carla Dik-Faber ten behoeve van Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113)

donderdag 02 oktober 2014 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van de Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113)

Onderwerp:   Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113)

Kamerstuk:    33 992

Datum:           2 oktober 2014

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van wetsvoorstel 33992, de rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113). Zij zijn verheugd dat de regering nu goedkeuring van het verdrag voorstelt, zoals in de motie Slob cs. uit 2012 (33410, nr. 47) reeds bepleit. Nederland treedt daarmee uit de internationale achterhoede op het gebied van rechten voor mensen met een beperking en dat was hard nodig naar de mening van deze leden. Zij hebben nog wel enkele vragen bij het wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat de regering zich op de vlakte houdt over de rechtstreekse werking van bepalingen. Wel geeft de regering aan welke verdragsbepalingen op grond van andere verdragen waarschijnlijk rechtstreekse werking hebben. Ook geeft zij aan dat de meeste bepalingen programmatisch van aard zijn en daarom naar haar inschatting niet rechtstreeks werken. Kan de regering per artikel van het verdrag aangeven waar zij van mening is dat sprake kan zijn van een rechtstreeks werkende bepaling?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de regering zoveel mogelijk staand beleid onder de verdragsbepaling brengt. De uitvoeringswet bij dit verdrag voorziet slechts in een klein aantal wijzigingen. Kan de regering aangeven of er verdragsbepalingen zijn die mogelijk nog tot aanpassing van bestaande wetgeving verplichten, anders dan aanpassingen waarin bij het uitvoeringswetsvoorstel is voorzien? Zo ja, op welke punten? Zijn er verdragsbepalingen die naar de inschatting van de regering in de nabije toekomst nog zullen moeten leiden tot aanpassing van beleid, anders dan genoemd in de Memorie van Toelichting?

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat de regering het verdrag vooralsnog niet voor Caribisch Nederland wil laten gelden, vanwege onder meer de afgesproken legislatieve terughoudendheid. Daardoor ontstaat echter ongelijkheid in de rechten van mensen met een beperking binnen Nederland. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen zich af of algemene verdragsbepalingen die wel gelding hebben op de eilanden (onder andere over gelijke behandeling) hieraan niet in de weg staan? Zij krijgen daarop graag reactie van de regering.

Kan de regering aan deze leden toelichten hoe de in de memorie van toelichting genoemde uitzondering van Caribisch Nederland van de werking van het verdrag wetgevingstechnisch is vastgelegd?

Voorts vernemen deze leden graag hoe zonder goedkeuring van het verdrag voor de eilanden wordt gestimuleerd dat er materiële verbetering komt in de positie van mensen met een beperking in Caribisch Nederland?

Artikel 8 van het verdrag verplicht de verdragsstaten om bewustwording over mensen met een beperking te bevorderen. Kan de regering aangeven wat zij naast het in de Memorie van Toelichting genoemde van plan is te ondernemen om hieraan invulling te geven?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de regering in artikel 10 van het verdrag, betreffende het recht op leven, ruimte ziet voor nationaal beleid met betrekking tot onder meer zwangerschapsbeëindiging. Welke positieve verplichtingen schept dit artikel ten opzichte van het ongeboren leven met een beperking?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen in de Memorie van Toelichting dat artikel 29 enkel zou verplichten tot bijstand ín het stemhokje, indien sprake is van de fysieke onmogelijkheid om een stem uit te brengen. Daarvan is geen sprake als iemand moeite heeft het stembiljet of het proces van invullen van het stembiljet te begrijpen, maar wel in staat is om een persoon te kiezen waarop hij of zij haar stem wil uitbrengen. Kan de regering onderbouwen waarom artikel 29 niet ziet op een recht op ondersteuning in voorgaande gevallen? Wat gaat de regering doen om het stembiljet begrijpelijker te maken?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen ook naar de betekenis van de verplichting uit het verdrag rond toegankelijkheid en de verplichting in de uitvoeringswet tot het doen van redelijke aanpassingen voor het openbaar vervoer? Welke beleidsmaatregelen moeten op dit punt als gevolg van goedkeuring van het verdrag worden genomen en wanneer zal dit gebeuren?

Wat is de betekenis van de bepalingen uit het verdrag voor de toegankelijkheid van voorzieningen in de bibliotheek voor mensen met een beperking?

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat er sinds de invoering van het passend onderwijs voor veel jongeren met een beperking nog geen passende plek gevonden kan worden. Wat gaat de regering doen om te voorkomen dat Nederland in gebreke blijft met betrekking tot artikel 24 van het verdrag?

Klopt de conclusie van deze leden dat op grond van het verdrag, in het bijzonder op grond van artikel 24 lid 2, de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor studenten met en studenten zonder beperking gelijk moet zijn?

De leden van de fractie van de ChristenUnie willen de regering tot slot vragen naar haar agenda voor de verdere verbetering van de positie van mensen met een beperking in de Nederlandse samenleving. Hoe luidt deze?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2014 > oktober