Inbreng verslag Carola Schouten ten behoeve van Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD)

donderdag 09 oktober 2014 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken ten behoeve van een Wijziging van de Postwet 2009

Onderwerp:   Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD)

Kamerstuk:    34 024

Datum:           9 oktober 2014

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD). Zij stellen vooral vragen bij dit voorstel over de wettelijke borging van essentiële publieke dienstverlening.

2.2 Noodzaak van modernisering van de UPD

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de oorzaken van de volumedalingen op de postmarkt. In de Memorie van Toelichting worden ‘elektronische alternatieven’ genoemd. In de markt voor wenskaarten worden echter ook de recente verhogingen van de posttarieven als een aanleiding genoemd voor de forse volumedalingen. Zetten niet ook de forse stijgingen van de posttarieven de markt onder druk?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen in hoeverre de door de ACM uitgevoerde toets inzicht geeft in de werkelijke kosten van de UPD, aangezien deze berekende nettokosten grote invloed hebben op de postzegelprijs en het voorliggende wetsvoorstel. Horen bijvoorbeeld de kosten van vreemd en eigen vermogen in de nettokosten te worden meegerekend? Geven de nettokosten een goed beeld van de werkelijke nettokosten van de UPD?

De leden van de fractie van de ChristenUnie wijzen op het grote belang van postbezorging als publieke dienstverlening. Nu reorganisaties en maatregelen voor efficiëntie bij de publieke dienstverlener plaatsvinden, zorgt dit ook voor een verslechtering van dienstverlening aan burgers. Is dit wetsvoorstel geschreven met het perspectief van de ‘burger’ of van de ‘consument’?

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien de ontwikkeling dat uitvoering van postbezorging steeds meer wordt vastgelegd als rendabele activiteit. Op welke manier wordt bescherming van onmisbare publieke infrastructuur gewaarborgd? Waarom wordt nu en in de toekomst gekozen voor verslechtering van wettelijk vastgestelde publieke infrastructuur als gevolg van een verslechterde rendabele bedrijfsvoering? Vindt de regering dit een wenselijke ontwikkeling?

3.1 Vermindering van het aantal postvestigingen en brievenbussen

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom wordt gekozen voor het vastleggen van het aantal en de spreiding van postvestigingen en brievenbussen in een Amvb. Zou dit niet in de wet vastgelegd moeten worden, als essentieel onderdeel van de publieke infrastructuur?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen meer toelichting op het laten vervallen van de eis dat de universele postdienst moet beschikken over ten minste 2.000 dienstverleningspunten. Door deze maatregel zullen 1.000 dienstverleningspunten gaan verdwijnen, het aantal vestigingen wordt hiermee gehalveerd. Volgens genoemde leden kan deze vermindering niet zonder gevolgen blijven voor het niveau van dienstverlening. Kan de regering inzichtelijk maken in welke regio’s in Nederland deze 1.000 dienstverleningspunten zullen verdwijnen? Wat zijn de gevolgen voor kwetsbare groepen, zoals ouderen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de gevolgen voor kwetsbare groepen van het verruimen van de afstandseis van brievenbussen van 500 naar 1000 meter. Wordt bovendien met deze maatregel niet te weinig rekening gehouden met de bereikbaarheid van brievenbussen? De afstand die hemelsbreed van een brievenbus tot een woning wordt gemeten zegt immers niets over de bereikbaarheid van brievenbussen.

3.4 Nettokostenproblematiek

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom passende maatregelen wanneer een rendabele uitvoering van de UPD in het gedrang dreigt te komen volledig bij de gebruikers van de publieke dienst worden neergelegd. Waarom wordt in dit licht het wetsartikel geschrapt waarbij alle postvervoerbedrijven, inclusief de verlener van de universele postdienst, dienen mee te betalen aan eventuele nettokosten op de UPD? Worden deze kosten nu volledig bij de gebruiker van de publieke dienst neergelegd? Wat is de omvang van deze nettokosten?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten

« Terug

Archief > 2014 > oktober