Inbreng verslag (wetsvoorstel) Gert-Jan Segers ten behoeve van Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

donderdag 30 oktober 2014 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van een Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Onderwerp:   Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Kamerstuk:    33 996

Datum:           30 oktober 2014

1.            Inleiding

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben zonder instemming kennis genomen van het voorstel om de Wet op kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand te wijzigen en hierdoor het kansspelen op afstand te legaliseren. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben vragen bij de onderbouwing van het wetsvoorstel, de samenhang met andere plannen omtrent de kansspelmarkt, de keuzes voor de tarieven in dit wetsvoorstel en de veronderstelde effecten op de omvang van verslavingsproblematiek.

2.            Huidige situatie en de noodzaak van regulering kansspelen op afstand

De leden van de fractie van de ChristenUnie delen de wens om illegaal online gokken aan te pakken en  verheugen zich in het feit dat de Staatssecretaris oog heeft voor de problemen in de online gokmarkt, echter zij missen een onderbouwing in het huidige voorstel dat dit de problemen oplost. Zij hebben daarbij de volgende vragen. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om een onderbouwing van de stelling dat de regulering niet bedoeld is om aanvullende vraag naar kansspelen op afstand te doen ontstaan. Deze leden merken op dat de intentie van wetgeving niet per se de uitwerking in de praktijk zal zijn. Deze leden vragen daarom ook om een nadere wetenschappelijke onderbouwing van de omvang en eventuele groei van de vraag naar kansspelen op afstand bij een keuze voor legalisering. Deze leden vragen of de legalisering in zichzelf al niet drempelverlagend werkt voor potentiële spelers.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of bij de totstandkoming van dit voorstel het reduceren van kansspelverslaving voorop is gesteld en welke andere mogelijkheden zijn overwogen om juist hierin vorderingen te maken. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben veel onderzoeken gezien die afkomstig zijn van of mede bekostigd door gremia met belangen in de kansspelen en vragen mede hierom om een overzicht op welke onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken het huidige voorstel is gebaseerd. Bovendien vragen deze leden in hoeverre het wetsvoorstel een ander regime voorstelt dan de direct omliggende landen en zij vragen daarbij specifiek naar de inrichting van het stelsel in België.

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien niet in hoe het ontbreken van een vergunningsstelsel inhoudt dat er geen waarborgen zijn voor de bestrijding van fraude en overige criminaliteit. Zij zien deze stelling graag nader toegelicht.

3.           Visie op kansspelen op afstand

3.1         Algemene beleidsvisie op kansspelen

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om een nadere toelichting ten aanzien van de procedure omtrent de moderniseringsvoorstellen voor de kansspelen. Zij vragen waarom gekozen wordt om allereerst deze wet te behandelen en de andere voorstellen zoals met betrekking tot Holland Casino pas later naar de Kamer te zenden. De leden van de fractie van de ChristenUnie vernemen graag wat het gewenste einddoel is van de modernisering van het kansspelbeleid en op welke momenten dit in wetsvoorstellen naar de Kamer komt. Zij hebben daarbij twijfels bij de huidige volgorde waardoor in verschillende stappen veranderingen in het stelsel worden aangebracht zonder eerst in de Kamer gesproken te hebben over het gewenste einddoel. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of modernisering enkel inhoudt dat rekening wordt gehouden met technische mogelijkheden of dat hiermee ook bedoeld wordt dat er een verschuiving zou zijn in de opvatting omtrent de kansspelen. Indien het laatste bedoeld wordt, zien deze leden die stelling graag nader onderbouwd.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke afweging is gemaakt om af te stappen van het huidige  restrictieve beleid. Zij merken op dat ook aanscherping van de handhaving in plaats van openstellen van een tot op heden illegale markt een mogelijkheid is en zien onvoldoende hoe deze mogelijkheid is gewogen. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke voorlichtingsinspanning in de afgelopen jaren is geleverd om mensen bewust te maken van het illegale karakter van kansspelen op afstand. Zij merken op dat het betrekkelijk eenvoudig is om bijvoorbeeld middels een applicatie op tablet of smartphone deel te nemen aan sportweddenschappen. Deze leden vragen welke inzet is gedaan om het huidige verbod ook in de werkelijkheid gestalte te geven.

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat in enkele zinnen afscheid wordt genomen van de huidige beperking van het aanbod middels monopolies en dat toezicht op een markt met strakke regels het nieuwe mantra wordt. Zij vragen of deze conclusie inderdaad te trekken valt met het huidige wetsvoorstel. De leden van de fractie van de ChristenUnie merken op dat in heel veel sectoren in de afgelopen jaren gekozen is voor het marktmodel met toezicht, maar dat hier ook het nodige mis is gegaan. Zij wijzen op het parlementaire onderzoek van de commissie Kuiper in de Eerste Kamer en vragen om een beschouwing waarom de huidige inrichting van een monopoliestelsel verlaten moet worden en hoe nu wordt voorkomen dat hetzelfde falen optreedt als bij eerdere liberaliseringen.

Voorkomen kansspelverslaving

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien dat het aantal online gokverslaafden groeit, maar missen de onderbouwing dat het reguleren van kansspelen op afstand een verandering zal brengen in deze trend. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke specifieke risicogroepen worden onderkend en hoe het voorgestelde beleid juist daar een oplossing voor biedt. Deze leden denken bijvoorbeeld aan jong volwassenen die na de liberalisering nog meer zullen worden blootgesteld aan het aanbod van online gokken. Zij vragen welke andere risicogroepen er onderkend worden en missen in dit voorstel het maatwerk dat nodig zal zijn om kwetsbare mensen juist te behoeden voor een verslaving. Zij wijzen daarbij bijvoorbeeld op de groep met psychische- of gedragsproblematiek of meerderjarigen met een licht verstandelijke beperking.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om in te gaan op de stelling dat het opstellen van fondsen voor verslavingsklinieken zich richt op de behandeling van problemen die al ontstaan zijn, terwijl het opwerpen van drempels mogelijk meer problemen had voorkomen. Zowel vanuit de hulpverlening als vanuit organisaties van mensen die kampen of gekampt hebben met een gokverslaving wordt er op gewezen dat juist de verlaging van drempels een groot probleem is. De leden van de fractie van de ChristenUnie voelen met deze instanties mee en in het bijzonder waar zij wijzen op het solitaire karakter van online gokken en het gebrek aan sociale drempels vanuit de omgeving van een speler. Zij vinden dat de huidige Memorie van Toelichting onvoldoende ingaat op dit argument en vragen juist ook op dit gegeven om een nadere reactie. De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de Memorie van Toelichting terecht een verantwoordelijkheid legt bij de speler, maar zij vragen hierbij wel waar op gebaseerd wordt dat de speler zelf goed zijn grenzen zal kunnen stellen en fasen van afhankelijkheid kan onderscheiden. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen juist hierom naar de wetenschappelijke bevindingen omtrent preventiebeleid en in hoeverre het voorgestelde beleid op deze bevindingen is gebaseerd.

Passend en attractief aanbod

De leden van de fractie van de ChristenUnie vrezen dat door het legaliseren van online kansspelen het aanbod van de soorten kansspelen zeer zal uitbreiden, juist omdat het aanbod attractief zal moeten zijn om de voorziene kanalisatie te bevorderen. Deze leden vragen hoe voorkomen wordt dat door een attractiever speelaanbod meer mensen geïnteresseerd zullen raken om te spelen. Deze leden vragen of is afgewogen dat dit een effect zal zijn van het loslaten van het monopolieprincipe en het overstappen naar het marktprincipe. Zij vragen om nader toe te lichten welke grenzen er worden gesteld bij reclame.

De leden van de fractie van de ChristenUnie missen de onderbouwing voor de keuze van een kanalisatiegraad van 80%. Zij vragen hoe en in welke mate de verschillende maatregelen zullen bijdragen aan die 80% en indien dit niet te becijferen valt, waarop het gekozen percentage dan gebaseerd is. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om de effectiviteit en haalbaarheid aan te tonen. Deze leden vragen bovendien om inzicht te geven hoe na het in werking treden van het voorstel de kanalisatie gemonitord wordt, wanneer er tussentijds gerapporteerd wordt, wie dit zal bekostigen en of dit door een onafhankelijke toetsing zal gebeuren.

4.            Maatregelen op grond van het wetsvoorstel kansspelen op afstand

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de definitie van kansspelen op afstand zo ruim mogelijk wordt gehouden om ook toekomstige ontwikkelingen binnen het voorgestelde wettelijk kader te kunnen bezien. Deze leden vragen waarom het huidige wetsvoorstel desondanks niet duidelijker uiting geeft aan de wens van de Kamer zoals neergelegd in de motie Segers c.s. (Kamerstukken II 2013/14, 33 750 VI, nr. 72) om geen aanbod van gokprogramma’s te hebben via tv-zenders. Deze leden merken op dat ook een abstract wettelijk kader op bepaalde punten een nadere invulling kan krijgen zonder afbreuk te doen aan de algemene definities. Zij vragen  bovendien waarom de specificering van telecommunicatiemiddelen wordt neergelegd in lagere regelgeving, terwijl de Kamer zich al over een van de middelen, te weten TV, heeft uitgesproken en daarmee ook aangeeft dat dit een punt is waar de Kamer haar taak als medewetgever invulling geeft. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op welke manier inzichtelijk zal worden gemaakt welke risico’s een speler heeft bij de verschillende communicatiemiddelen en waarom dit niet al bij het huidige wetsvoorstel betrokken is om dat nadere invulling te geven.

De leden van de ChristenUnie constateren dat veel van de exacte uitwerking van de reikwijdte van de kansspelen zal worden neergelegd in lagere regelgeving. Deze leden merken op dat de Kamer zeer betrokken is op meerdere van deze onderdelen en zij verwijzen daarbij naar de vele schriftelijke vragen die over dit onderwerp gesteld worden, daarom zien zij de keuze voor lagere regelgeving graag beargumenteerd, juist nu veel details toch al bekend zijn en invulling hadden kunnen krijgen bij het huidige wetsvoorstel

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien dat voor het geleiden naar zorg en interventie van het speelgedrag een grote taak wordt weggelegd voor de vergunninghouder. Zij vragen of dit een bekend fenomeen is in omliggende landen. Zij wijzen ook op de paradox dat degene die verdient aan spelers hen zal moeten afhouden van het gokken.  De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat juist door de kansspelen binnen een marktcontext te brengen, deze paradox ontstaat en vragen om een nadere reactie.

5.            Centraal register

6.            Toezicht en Handhaving

De leden van de fractie van de ChristenUnie missen hoe de handhavingsmaatregelen die worden aangedragen in het huidige voorstel nu een oplossing zullen bieden voor de grensoverschrijdenden problematiek van het illegale online gokken. Zij merken op dat samenwerking op dit punt met andere landen tot nu toe lastig van de grond is gekomen en vragen of dit gebrek niet even goed in de nieuwe situatie zal gelden. Zij noemen daarbij dat in het geval dat een in Nederland illegaal opererende aanbieder die buiten Nederland statutair gevestigd is en daar wel een vergunning heeft verkregen voor zijn activiteiten nog steeds slechts geweerd kan worden om zijn aanbod te doen door afspraken te maken met de toezichthouder van dat land. De leden van de fractie van de ChristenUnie zouden daarom vernemen welk voordeel in dat geval gelegen is in het wetsvoorstel in vergelijking met de  huidige wet.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen hoe een geringer aanbod van het aantal illegale aanbieders bewerkstelligd zal worden behalve dan door de ingecalculeerde afname van de vraag naar illegaal aanbod. Zij vragen bovendien om een onderbouwing van de vooronderstelde afname.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen hoe invulling wordt gegeven aan de motie Bouwmeester c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 32 264, nr. 19). Deze leden wijzen er op dat voorkomen moet worden dat illegale aanbieders van kansspelen in aanmerking kunnen komen voor een vergunning om kansspelen via internet aan te bieden.

7.            Financiële aspecten van het wetsvoorstel

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen hoe de keuze voor een ander belastingtarief voor kansspelen op afstand dienend is om tot een eenduidig en samenhangend kansspelbeleid te komen. Deze leden vragen naar de ratio achter dit tariefsverschil aangezien zowel online als fysiek de kern van de activiteit hetzelfde is, te weten gokken. Deze leden vragen welk risico de gedifferentieerde tarieven hebben voor een nog verdere versnippering van tarieven in de andere deelmarkten. Zij verzoeken om hierbij in te gaan op de precedentwerking en het principe van een gelijke behandeling voor de diverse marktpartijen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie merken op dat het verlagen van het belastingtarief voor een specifieke groep aanbieders ook zou kunnen worden aangemerkt als een vorm van staatssteun en vragen welke jurisprudentie hieromtrent de zekerheid biedt dat dit voorstel stand zal houden.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen in welke financiële kaders en voorstellen van de regering de meeropbrengsten van dit nieuwe voorstel al zal zijn ingeboekt en waarom hiervoor gekozen is, nu de Kamer nog een oordeel zal moeten geven of dit inderdaad een gewenst nieuw stelsel is.

De leden van de fractie van de ChristenUnie  stellen ook vragen met betrekking tot de opbrengst voor goede doelen, zij wensen te weten welk effect de voorgestelde wijzigingen kunnen hebben. Daarbij vragen zij ook om een internationale vergelijking met in ieder geval  Denemarken en België en eventueel andere omliggende landen. Deze leden merken op dat er de mogelijkheid is om een heffing op  ten leggen voor doelen voor het algemeen nut, maar wensen graag inzichtelijk te hebben hoe een eventuele daling voor de goede doelen al dan niet zijn weerslag zal hebben in de heffing.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke financiële consequenties worden verbonden aan de nieuwe taken die de KSA door dit wetsvoorstel zal krijgen.

10.         Europeesrechtelijk kader

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien drie verschillende regimes ontstaan binnen het kansspelbeleid (een verbod op online loterijen, een restrictief toelatingsbeleid voor landgebonden kansspelen en een open vergunningstelsel voor kansspelen op afstand) en vragen om hier op te reflecteren in het licht van de Europese jurisprudentie omtrent de eis van een samenhangend en stelselmatig kansspelbeleid. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen daarbij of het juist met het nieuwe wetsvoorstel niet lastiger zal worden om een vergunning voor een nieuwe aanbieder van kansspelen op afstand te ontzeggen, nu verschillende eisen die bij deze vergunning worden gesteld, niet worden gesteld op de andere deelmarkten.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen in het licht van de jurisprudentie en in het bijzonder van het Gambelli-arrest naar de implicaties van de tariefdifferentiatie. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de voorgestelde uitbreiding van het aanbod niet in zichzelf al impliceert dat het gokken minder beperking behoeft en dat daarmee de andere segmenten van het Nederlandse gokbeleid ter discussie komen te staan. De beperkingen die worden opgelegd moeten volgen uit het streven om de gelegenheden om te gokken daadwerkelijk te beperken en dat verhoudt zich niet tot het aanmoedigen of stellen van geringere beperkingen op een deelmarkt. Juist hierom vragen de leden van de ChristenUnie om specifieker in te gaan op de aanwijzingen die het Hof eerder heeft gegeven inzake het algemeen belang, namelijk dat maatregelen zonder discriminatie worden toegepast, geschikt zijn om het na te streven doel te bereiken en niet verder gaan dan noodzakelijk is.

II Artikelsgewijs

Ten aanzien van Artikel I sub A onder 2. maken de leden van de fractie van de ChristenUnie een tekstuele opmerking, namelijk dat het woord 'worden' vervangen kan worden door 'wordt'.

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat in het huidige art. 1a Wet op de Kansspelen een definitie wordt gegeven van een piramidespel. Nu ook 'poker' wordt toegevoegd aan art. 1a vragen deze leden waarom  hier niet is gekozen voor een definitie vergelijkbaar met het tweede lid ten aanzien van het piramidespel.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Gert-Jan Segers
Justitie

« Terug

Archief > 2014 > oktober