Bijdrage Esmé Wiegman aan het Notaoverleg Klimaatbeleid

maandag 15 juni 2009 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Het goede nieuws is dat steeds meer fabrikanten aan de slag zijn gegaan met elektrische auto’s. De ontwikkelingen met warmtekrachtkoppeling en in de glastuinbouw zijn positief. De jaarlijkse energiebesparing is gestegen. Zo zou ik nog wel meer dingen kunnen noemen. De verkenning Schoon en Zuinig spreekt van substantiële effecten en dat is mooi. Het kabinetsbeleid werkt. De doelen worden echter niet gehaald. Ik krijg de indruk dat het kabinet de analyses uit de monitor, de verkenning en het voortgangsrapport van het Planbureau voor de Leefomgeving toch wat probeert te weerleggen en weg te analyseren. Dat is jammer. Het kabinet mag trots zijn op alles wat in gang is gezet.

 

De heer Van der Ham (D66): Dit is toch wel een opmerkelijk geluid van de ChristenUnie. Dat geldt zeker als je dat afzet tegenover de opmerking van het CDA dat er helemaal niks aan de hand is. Hoe reflecteert mevrouw Wiegman de woorden van haar collega Spies?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik meen niet dat ik het CDA heb horen zeggen dat er helemaal niks aan de hand is. Ik geloof niet dat onze meningen echt verschillen. Het klinkt misschien verrassend omdat ik een heel korte spreektijd heb en de dingen heel beknopt moet neerzetten. Ik laat daarbij een positief geluid horen over het kabinetsbeleid. Wij zijn op de goede weg, maar de doelen worden niet gehaald. Ik wil nu gaan zeggen wat wij op dat terrein kunnen gaan doen.

 

De heer Van der Ham (D66): Mevrouw Wiegman is dus wat minder wollig dan mevrouw Spies en zegt gewoon dat er ook wel grote problemen zijn. Dat klopt.

 

Mevrouw Neppérus (VVD): Je hoort toch verschillende verhalen van de coalitiepartijen. Heeft mevrouw Wiegman het over doelen op korte of op langere termijn die niet worden gehaald? Hoe bedoelt ze dat?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Het is fantastisch om te merken wat voor conclusies er al worden getrokken, terwijl ik nog niet eens een minuut heb gesproken, maar de uitwerking gaat nu toch echt komen. Ik hoop dat ik daarmee de vraag van mevrouw Neppérus voldoende beantwoord. De recessie brengt meer milieudoelen voor de korte termijn binnen bereik, zegt het PBL, maar kan juist duurzame investeringen vertragen. De minister noemt dit laatste effect niet in haar reactie op het voortgangsrapport van het PBL. Kan zij daar nu op ingaan? Vorig jaar is mijn motie aangenomen om de Monitor Schoon en Zuinig normerend te laten zijn voor de doelstellingen per sector. De monitor en de verkenning zijn nu verschenen. Hoe het kabinet die normerende werking vormgeeft, zoals gevraagd in mijn motie, is mij nog niet duidelijk. Ook is niet duidelijk wanneer de prognoses gevolgen hebben voor het beleid van de minister. Ik hoor hierop graag een reactie. Het PBL stelt in het voortgangsrapport dat stevig aanvullend beleid nodig is om onze milieudoelen te halen. De minister schrijft dat aanvullend beleid voor broeikasgasreductie wordt voorbereid. Waarom wacht de minister daarmee tot voorjaar 2010, terwijl nu al duidelijk is dat de doelen niet worden gehaald? De ChristenUnie is van mening dat wij dit jaar al moeten kunnen spreken over een aanvullend pluspakket. Ik herken mij in de tien punten die de heer Samsom heeft genoemd. Wellicht kunnen deze worden aangevuld met twee punten op het terrein van LNV. Dan denk ik aan de suggesties over aanpassing van veevoer en minder gebruik van kunstmest. Ik wil drie van de tien punten van de heer Samsom ondersteunen, te weten het verplichten van CO2-opslag en het stellen van een CO2-norm voor nieuwe kolencentrales, maar ook de restwarmte en de energienorm voor bestaande gebouwen spreken de fractie van de ChristenUnie bijzonder aan. De sector verkeer is volgens de minister bij volledige uitvoering van het maatregelenpakket op koers om de CO2-doelen van 2020 te halen, maar ik heb mijn twijfels. Het effect van het pakket is kleiner dan wij anderhalf jaar geleden dachten en het is nog niet zeker of alle maatregelen tijdig zullen worden genomen. Bovendien is zeer twijfelachtig of het uitgangspunt om 20% biobrandstoffen bij te mengen bijdraagt aan de duurzaamheidscriteria. De minister stelt dat in de verkeerssector tal van maatregelen worden voorbereid, maar ik kan niet overzien of deze voldoende zijn om het doel in 2020 te halen, want de onderbouwing ontbreekt. Volgens het PBL is de kans fiftyfifty dat het doel voor 2010 wordt gehaald. Als de economische crisis afzwakt en het verkeer toeneemt, is dat nog maar zeer de vraag. In december heb ik mijn motie over een oplegbrief bij het plan van aanpak inzake biobrandstoffen na een toezegging van de minister ingetrokken. Dank voor de aankondiging van de minister dat er nog voor de zomer een brief komt met een verdere uitwerking. Bij het opstellen van deze brief zou ik een publicatie van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie, met de titel ’’Bio-energie natuurlijk beter’’, willen aanbevelen, die zeer goede suggesties bevat. Het uitgangspunt daarin is mondiale solidariteit met voldoende marktcomponenten. Goede suggesties lijken mij om duurzaamheidscriteria centraal te stellen in plaats van de generatieaanduiding en om een goed afwegingskader toe te passen, zowel procedureel als inhoudelijk. Daarmee kom je uit bij een variant op de ladder van Lansink die wij in de afvalsector toepassen. De aard en herkomst van bijgemengde biobrandstoffen is nu meestal niet duidelijk. De ChristenUnie stelt daarom voor om hiervoor op zeer korte termijn een rapportageverplichting in te voeren. In de monitor van het klimaatbeleid mis ik de internationale context. Ik besef wel dat wij ons nationale beleid evalueren, maar het risico is dat er een onvolledig beeld ontstaat van de impact van de handel, diensten en geldstromen buiten onze landsgrenzen op de Nederlandse economie. Een idee is wellicht om voor de volgende monitor de ecologische voetafdruk als extra indicator mee te nemen. Graag hoor ik een reactie op deze suggestie. Wij zullen nog uitvoerig spreken over de weg naar Kopenhagen, bijvoorbeeld bij de voorbereiding op de Europese Raad, volgende week. De ChristenUnie is positief over de reactie van het kabinet op de Green New Deal van de Verenigde Naties. Zij heeft er eerder via een motie op aangedrongen om de huidige crisis in samenhang aan te pakken. De minister geeft terecht aan dat er bij de milieucrisis sprake is van onomkeerbare schade, dit in tegenstelling tot de economische crisis. Voorzitter. Ik wil graag afsluiten met het aanbieden van een prachtige foto aan u, de minister en mijn medecommissieleden. Ik weet alleen niet of ik genoeg printjes heb gemaakt, want daar ben ik altijd erg terughoudend in. Het is een foto die ik vorige week in het Zwitserse Bern heb gemaakt. In de stad wordt het gebruik van het openbaar vervoer gestimuleerd om Überschwemmungen in Nederland te voorkomen. Ik vind het een zeer sympathieke actie. Graag ziet de ChristenUnie een grote inzet op openbaar vervoer door Nederland, uit solidariteit ook met Zwitserland, om te voorkomen dat daar die prachtige gletsjers en die vele grote sneeuwtoppen in te toekomst gaan verdwijnen.

 

De voorzitter: Mevrouw Ouwehand gaat een vraag stellen die volgens mij ingefluisterd is.

 

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Wij werken nauw samen. Die motie over de ecologische voetafdruk kwam indertijd tot stand in een samenwerking tussen de Partij voor de Dieren, GroenLinks en naar ik meen ook D66. Zouden wij niet toe moeten naar een tijdpad met afrekenbare doelstellingen en maatregelen, kortom beleidsconsequenties, als wij die voetafdruk ook daadwerkelijk willen verminderen en niet alleen maar willen blijven hangen bij de vraag welke definities het meest passend zijn?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik zit met dit soort dingen altijd wel een beetje met een afweging. Daarom wil ik het ook als een eenvoudige suggestie neerleggen. Kunnen wij wat met die ecologische voetafdruk? Ik vind het wel een risico dat wij met allerlei rapportages enorm veel bureaucratie en heel veel dingen overhoop gaan halen, waardoor wij misschien eigenlijk net iets gaan missen als het gaat om de uitvoering. En die uitvoering is het belangrijkst, daar gaat het om. Maar wellicht dat zoiets als een ecologische voetafdruk kan helpen om tot goede resultaten te komen. Dan zou ik er erg voor in zijn. Ik ben erg benieuwd naar een reactie daarop van de minister. Wellicht kan zij aangeven in hoeverre het echt waardevol is, naast de verkenning en de monitoring die wij inmiddels al hebben.

 

De heer Van der Ham (D66): Bij de begroting van VROM hebben de fracties van de ChristenUnie en die van D66 moties ingediend om het Planbureau voor de Leefomgeving beter uit te rusten om verkiezingsprogramma’s, kabinetsbeleid maar ook tegenbegrotingen door te kunnen rekenen, zodat het beleid kwantificeerbaar is en wij elkaar daar ook op kunnen afrekenen. Ik heb daar nog niets van gezien. Wat vindt mevrouw Wiegman daarvan? De begroting voor 2010 wordt nu alweer geschreven. De oppositiepartijen maar ook de fractie van de ChristenUnie willen graag alternatieve plannen indienen. Ik heb de vraag niet in mijn bijdrage kunnen stellen, maar mevrouw Wiegman heeft ook zo’n motie ingediend. Wat vindt zij ervan dat die moties nog steeds niet zijn uitgewerkt?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Daarom vraag ik daar ook naar. Ik ben blij dat die monitoring en die verkenning er liggen. Maar ik mis inderdaad nog iets in de vertaalslag, ik mis de uitwerking die dat zal hebben. Dat lijkt me belangrijk. Daarnaast vind ik het een prima idee om als Kamer ook met wat suggesties te komen als het gaat om een pluspakket, een aanvullend pakket. Het is prima als iets dergelijks er aan het eind van het jaar ligt. Ik zou wel graag een reactie van het kabinet op die motie inzake de monitoring willen zien.

 

De heer Van der Ham (D66): Het is wel cruciaal, want het gaat dus niet over de vraag welke beleidsmaatregelen wij op welke wijze financieren maar puur over de vraag of wij kunnen uitrekenen welk effect beleid heeft. Vorig jaar hadden wij een groot probleem. Dat ging zowel de coalitie- als de oppositiepartijen aan. Het Planbureau voor de Leefomgeving kon het eigenlijk niet berekenen, omdat het te weinig mensen en te weinig geld had. Bovendien beschikte het niet over de juiste instrumenten. Wat wij juist hebben gevraagd, met uw motie en met die van mij, is om het planbureau meer instrumenten te geven om dat uit te kunnen voeren.

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Vandaar dat ik tijdens mijn inbreng heb gevraagd naar de uitvoering van die motie. Ik denk dat het goed is dat er causale verbanden worden gelegd tussen datgene wat er verschijnt aan monitoring en verkenning en de invloed daarvan op nieuw te maken beleid en op begrotingen.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Esmé Wiegman aan het Notaoverleg Klimaatbeleid'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > juni