Bijdrage Ernst Cramer aan het AO Natura 2000

woensdag 03 juni 2009 13:00

De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Het is al even geleden en zoals collega Polderman ook zegt, er is natuurlijk wel wat gebeurd, dus ik haal kort een paar kernpunten uit mijn vorige bijdrage. Er is veel onzekerheid bij ondernemers omdat de provincies naar mijn mening te weinig proactief handelen. Ik hoor graag van de minister wat het resultaat van het gesprek met de provincies is dat kort na het vorige overleg aan de orde is geweest. Zij had die informatie toegezegd voor de tweede termijn, maar die hebben wij niet gekregen.

            Het tweede punt is de ecologische onderbouwing, die van cruciaal belang is en waarbij ondersteuning van de kant van de minister gewenst is. Zij heeft er wel iets over gezegd in eerste termijn, maar naar mijn mening moet dat stelliger, want naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State heb ik gevraagd wat het referentiepunt nu eigenlijk wordt en of wij dat wel op het heden kunnen stellen, met bestaand gebruik en de wetgeving voor ogen.

            Ook heb ik gevraagd naar de visie van de minister op de fasering in de beheerplannen. Ik heb aangegeven dat het van belang is om breder te kijken dan alleen naar de kritische depositiewaarde. De natuurdoelen staan centraal. Terecht heeft de minister opgemerkt dat Trojan hierop aansluit, maar Trojan vertalen naar de praktijk is nog niet zo gemakkelijk, merken wij.

Het antwoord van de minister in haar eerste termijn begon weinig hoopvol. De minister spreekt over Natura 2000 als een soort speurtocht, een zoektocht. Alsof wij pas als wij het volgende kruispunt naderen een keuze gaan maken voor de volgende stap. Maar voor ondernemers en andere betrokkenen is dat niet zo'n geruststellend idee. De visie van de ChristenUnie is dat wij de horizon van de instandhoudingsdoelen strak in het oog moeten houden. De weg daarnaartoe is een weg van souplesse, dus: streng in de leer, maar wel soepel in de uitvoering. Wat de ChristenUnie betreft, wordt de lijn voor de beheerplannen een dalende lijn wat de depositie betreft en een stijgende lijn wat de algemene milieuconditie betreft. Ik vraag nogmaals aan de minister of zij het faseringsconcept via de beheerplannen ook als een reële mogelijkheid ziet. Zo ja, kan de minister de werkwijze van de beheerplannen die uiteindelijk de doelen zouden moeten bewerkstelligen ook juridisch laten toetsen, om zo de betrokkenen -- ondernemers en natuurorganisaties -- duidelijkheid te bieden over deze werkwijze en -- ook niet onbelangrijk -- om zo te voorkomen dat processen gefrustreerd worden door weer een enkeling die in beroep gaat bij de Raad van State?

            Als wij gebruikmaken van het faseringsconcept en van de ruimte in de tijd die de volgende Habitatrichtlijn ons biedt, is het wel van belang dat de monitoring op orde is. Zitten wij inderdaad op de goede weg of niet, en is dan aanpassing nodig? Daarmee bedoel ik daling van de depositie en verbetering van de milieurandvoorwaarden. Is de minister het hiermee eens en zo ja, hoe gaat zij dat dan vormgeven?

            De derde stap in zo'n proces, na juridische toetsing en monitoring, is het faciliteren van het behalen van de doelen. Kan dat bijvoorbeeld bereikt worden door versnelling van de verdrogingsbestrijding of door bedrijfsaanpassing en, indien nodig, door proactief optreden bij verplaatsing, een sneller proces en een betere vergoeding voor de ondernemers? Wat zijn de mogelijkheden van de minister, naast de investeringssubsidies? Zij was het in eerste termijn redelijk met mij eens dat daar ook een rol ligt voor de rijksoverheid, maar ik denk dat wij dit echt heel actief in de benen moeten gaan helpen.

            Over die subsidies nog het volgende. Juist ondernemers in en rond Natura 2000 zullen moeten investeren, en hebben baat bij subsidies voor bijvoorbeeld luchtwassers, nieuwe stallen of stalconcepten. Maar juist deze ondernemers lopen tegen de barrières van Natura 2000 op en tegen de moeite die het kost om vergunningen te verkrijgen. De minister heeft aan LTO toegezegd dat zij dit dilemma gaat oppakken. Ik zou graag van haar horen hoe zij dat denkt te doen.

            De vierde en laatste stap in het proces is wat ons betreft de combinatie van een regionale en generieke aanpak van de depositie. Wij kunnen echter niet zonder dat generieke spoor, omdat lang niet alle depositie te wijten is aan de bedrijven onder de Natura 2000-gebieden. Wat ons betreft, wordt volgend jaar, als er nieuwe afspraken worden gemaakt over de emissie, de link gelegd met alle regionale afspraken vanuit de beheerplannen over de reductie, en sluit het generieke beleid daar qua ambitie op aan. Ik verwacht dan ook dat er meer helderheid komt van andere sectoren dan de landbouw over hun bijdrage aan het terugdringen van die emissies.

            De minister heeft toegezegd, voor 1 juli met een brief te komen over de gerezen problemen rondom het bestaand gebruik, de ecologische onderbouwing enzovoorts. Zou dat een week eerder kunnen? Het lijkt misschien kinderachtig, maar ik denk dat het verstandig is dat wij daarover voor het reces nog spreken met de minister. Het is goed voor de duidelijkheid tegenover al die mensen die betrokken zijn bij de Natura 2000-processen en bij het opstellen van de beheerplannen. Dat lijkt mij ook zeer nuttig, gezien de septemberdeadline voor de provincies. Kan de minister nog eens ingaan op de visie op de hersteldoelen, zoals ik ook in mijn eerste termijn heb aangegeven? Graag zou ik ook zien dat in de brief werd ingegaan op de juridische haalbaarheid van de fasering en de eventuele toetsing, zoals ik daarnet heb gevraagd.

            Dan heb ik nog een nabrander die in alle discussies van de laatste maanden naar voren kwam. Naast Natura 2000 hebben wij ook nog de reconstructiegebieden, waartoe ook met een duidelijke reden is besloten. Zij lijken nu in de knel te komen, bijvoorbeeld in de Gelderse Vallei, waarin de reconstructiegebieden lijken weg te vallen omdat delen ervan ook als Natura 2000-gebieden zijn aangewezen. Die twee bijten elkaar dus. Heeft de minister hiervoor aandacht en hoe speelt zij daarop in?

            Tot slot heb ik nog een vraag die in eerste termijn is blijven liggen, namelijk mijn vraag over de meldingsplicht en de pilot waarover in de Eerste Kamer is gesproken naar aanleiding van de motie-Cramer/Jacobi die wij hebben ingediend.

 

Minister Verburg: Over welk gebied in Gelderland sprak u? En om welke motie en welke pilot gaat het? Ik moet dat even op mijn netvlies krijgen.

 

De heer Cramer (ChristenUnie): Het gaat om het reconstructieplan voor de Gelderse Vallei. Daarover zijn afspraken gemaakt, maar over een deel van het gebied waarover de afspraken zijn gemaakt, lopen nu ook Natura 2000-discussies, dus is eigenlijk de invulling van het hele gebied in discussie. Over de meldingsplicht is in de Eerste Kamer gesproken naar aanleiding van de uitvoering van de motie-Cramer/Jacobi. Toen is door de minister een pilot toegezegd.

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Ernst Cramer aan het AO Natura 2000'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > juni