Bijdrage Ed Anker aan het AO Nieuwe passagiers, nieuwe stations

woensdag 10 juni 2009 16:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank mijn heel naaste collega's Cramer en Visser. Ik heb beiden een tijdlang over het onderwerp horen spreken en ik dank hen voor hetgeen zij hebben geleverd, ook omdat ik daarom weer een keer het woord mag voeren in deze mooie commissie. Ik ben met veel plezier tweede woordvoerder Verkeer voor de fractie van de ChristenUnie en het is altijd weer mooi om hier te zijn.

            Dat achter veel cijfers in het MIRT een heel verhaal zit, werd mij duidelijk bij het lezen van de initiatiefnota van de heer Cramer. Het liefst loop ik alle aanbevelingen af, maar daarvoor ontbreekt nu de tijd. Het trof mij vooral dat er eigenlijk geen overzicht en planning is van nieuwe stations. Een minister wordt in de Kamer snel op het matje geroepen als een weg vertraagd is. Voor stations die al jaren in de planning staan, geldt die cultuur veel minder. Ik hoop dat door deze nota de bouw van stations meer SMART wordt aangepakt door de bewindspersonen en dat de Kamer er ook meer bovenop gaat zitten.

            Anderhalf jaar geleden beloofde de minister na een amendement van mijn hand spoedig een besluit te nemen over vier nieuwe stations. Er is echter nog geen enkel aanlegbesluit genomen en projectnota's moeten nog verschijnen. Waarom is ProRail zo traag? Mijn fractie vraagt de minister om de besluitvorming uiterlijk in het najaarsoverleg over het MIRT rond te maken en nog dit jaar de aanlegbesluiten te nemen.

            Het is mooi dat de bewindslieden de norm van duizend passagiers naar aanleiding van de initiatiefnota van mijn fractiegenoten gaan evalueren. De strikte norm die wij nu hebben, maakt het tijdig realiseren van stations op nieuwbouwlocaties en het verplaatsen van stations echter lastig. Ook het verlies aan reizigers door de komst van een extra station wordt naar mijn idee vaak wat overschat. Wordt dit meegenomen in het onderzoek en zijn gemeenten daar ook bij betrokken?

            De heer Cramer stelt terecht dat wij niet op elke straathoek een station kunnen bouwen. Het is echter opvallend dat in de laatste jaren vrijwel alleen maar stedelijke haltes worden geopend. Grote dorpen direct aan het spoor vragen al jaren om een station, maar krijgen het niet. Er staan een paar in de nota, maar ik kan er ook een stuk of tien noemen. En dat terwijl inwoners van spoordorpen vaak grotere afstanden per trein zullen rijden. Ik heb ook de indruk dat voorstadhaltes consequent te hoog worden ingeschat en dorpen te laag. Kunnen de bewindslieden dat meenemen in het onderzoek naar de instapnorm? Aan de indiener en de bewindspersonen doe ik het voorstel om bij de evaluatie van de getalsnorm als alternatief een meer flexibele norm te onderzoeken, bijvoorbeeld 750 voor een station op meer dan 4 km afstand van een bestaand station en 1250 voor een station op minder dan 2 km afstand.

            In de notitie wordt de lastige situatie beschreven van de bouw van nieuwe stations bij te weinig spoorcapaciteit. De minister spreekt over kosteneffectiviteit, maar daarmee wordt het capaciteitsprobleem op een spoorlijn in feite geheel ten laste gebracht van het nieuwe station. De onderhandelingen met regio's zijn nu een black box terwijl mijn vraag is: wat is reëel om van regio's als bijdrage te vragen als het capaciteitsprobleem in feite niet te wijten is aan een station?

            Prioriteitstelling gaat niet over de of-vraag, maar over de vraag wanneer een station wordt gebouwd. De fractie van de ChristenUnie verwacht daarom een heldere beleidslijn van de minister. Ik maak een vergelijking. Als een nieuwe wegaansluiting leidt tot files, dan kijken wij of de capaciteit omhoog moet. Dat de nieuwe aansluiting er komt, is echter geen discussie. Waarom doen wij niet hetzelfde bij stations? Ik noem twee voorbeelden. De stations Zwolle-Zuid en Deventer-Noord komen niet van de grond door het ontbreken van spoorcapaciteit. Is de minister bereid om de kans voor deze stations in combinatie met het oplossen van het capaciteitsknelpunt te onderzoeken? Wat station Westervoort betreft, wordt er geen antwoord gegeven op de vragen van de heer Cramer. Ik vind het vreemd dat de planstudie afhankelijk is van een dienstregelingplan van Syntus, terwijl die slechts opdrachtnemer is en het veel meer gaat over de langjarige spoorcapaciteit. Het is zelfs nog vreemder in het licht van de overbelastingsverklaring die inmiddels is afgegeven. Waarom wordt de mogelijkheid van inhaalsporen dan niet onderzocht? Op hetzelfde traject ligt Zevenaar-Oost. Het verbaast mij dat in het onderzoek voor het capaciteitsvergrotingplan bij twee van de drie opties wordt uitgegaan van het niet-realiseren van station Zevenaar-Oost tot 2013 terwijl de minister deze week wel geld heeft gegeven voor een langzaamverkeerstunnel. Deelt de staatssecretaris de mening dat dit station uitgangspunt moet zijn bij de capaciteitsanalyse?

            De reactie van de minister over het nut van de bedieningsgarantie heeft mijn fractie niet overtuigd. Mijn fractie vindt dat de regelgeving zodanig moet worden aangepast dat voor elk station dat wordt gerealiseerd op het hoofdrailnet automatisch een bedieningsplicht geldt. Is overigens inmiddels de bedieningsgarantie voor station Bleizo afgegeven, tussen Bleiswijk en Zoetermeer? De minister zegt dat alle spoorregels up to date zijn. Ik heb dat deze week echter gecheckt en in de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur staat wel degelijk nog steeds 84 cm in plaats van 76 cm in relatie tot de perronhoogte.

            Voorzitter, ik rond af. Hoeveel nieuwe stations gaan de bewindslieden deze kabinetsperiode nog openen? De toezegging van een evaluatie van een norm voor nieuwe reizigers is mooi, zeker als daar suggesties uit dit debat in worden meegenomen. Er liggen echter ook nog punten open, zoals de discussie over de bedieningsgarantie. De bewindslieden zijn verder niet ingegaan op de hoofdconclusie van de heer Cramer dat de Beleidsbrief nieuwe stations uit 2000 dient te worden geactualiseerd in het licht van de kabinetsambities. De heer Cramer heeft een overzicht gegeven van potentiële nieuwe stations dat kan worden aangevuld met enkele spoordorpen. De fractie van de ChristenUnie krijgt graag inzicht in de potenties van deze locaties. De laatste brede beoordeling van die stations is namelijk alweer bijna tien jaar oud. Mijn fractie verzoekt de bewindslieden om een nieuwe doorrekening te maken van deze stations. Gecombineerd met de nieuwe nota over de aantallen nieuwe reizigers ben ik er met de heer Cramer van overtuigd dat er een aantal nieuwe stations in beeld zullen komen.

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Ed Anker aan het AO Nieuwe passagiers, nieuwe stations'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > juni