Inbreng Esmé Wiegman inzake MIRT-projectenboek 2012.

dinsdag 29 november 2011 00:00

Inbreng feitelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink inzake MIRT-projectenboek 2012 (m.u.v. waterprojecten).

Onderwerp:   MIRT-projectenboek 2012 (m.u.v. waterprojecten)

Kamerstuk:   33 000 – A - 3

Datum:            29 november 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Onze verlanglijstjes zijn allemaal langer dan het beschikbare budget. Hoe stellen wij onze prioriteiten? De minister is dit voorjaar met een lijst projecten gekomen waaraan zij prioriteit geeft in de periode tot 2028. Ik kan daar niet zoveel mee. Hoe heeft de minister bepaald dat project X belangrijker is dan project Y? We hebben de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse gehad, maar daarin worden alleen maar knelpunten gesignaleerd. Nergens wordt verteld hoe groot het knelpunt is en hoeveel de oplossing van elk knelpunt kost. Hoe kan de Kamer dan een afweging maken wat de beste investering is? De Kamer hoort pas wat de indicatieve kosten zijn als de afspraken met de regio al op papier staan. Hoe kan de Kamer dan sturen?

De ChristenUnie is blij met een groot aantal maatregelen voor de korte termijn uit Beter Benutten, maar ook hier ontbreekt een onderbouwing. Ik kan zelfs niet zien hoeveel geld er nu naar wegen gaat en hoeveel naar openbaar vervoer. Er zijn ook projecten afgevallen, maar welke en waarom?

Hier vliegen vandaag de honderden miljoenen over tafel, maar ook beweringen dat de ene variant veel duurder is dan de andere. Hoe geloofwaardig is dat? Bij de aanbesteding van de A4-Midden Delfland bleek de weg ineens honderden miljoenen euro’s goedkoper te zijn. Hoe geloofwaardig is het dat de Oranjetunnel zoveel duurder zou zijn dan de Blankenburgtunnel en per meter zelfs vier keer zo duur als de Westerscheldetunnel? Ik heb het gevoel dat er af en toe wordt toegeschreven naar de door de minister gewenst uitkomst. Wij willen volgend jaar echt een betere onderbouwing van het MIRT door de minister. Maak maar een schema met alle projecten, inclusief benodigd budget, en een puntenscore per project, zoals de minister ooit heeft beloofd. Dan kan de Kamer zeggen: eerst project X en project Y komt dan maar een jaar later. De minister wil de invloed van de Kamer ook beperken door nog maar één keer per jaar met de regio te overleggen en de Kamer te informeren in plaats van twee keer per jaar. De ChristenUnie doet een ander voorstel, namelijk om het overleg twee keer per jaar te handhaven en alle projecten van meer dan 500 mln. voortaan apart te bespreken en standaard onafhankelijk te laten doorrekenen. Graag een reactie.

Voordat ik mijn rondje Nederland maak, wil ik de heer Aptroot een compliment geven. Ik las dat zijn partij in de Bollenstreek een keihard «nee» heeft laten horen over de daar gewenste verbinding met de A4 langs Bennebroek. Volgens mij is het voor het eerst dat ik hoor dat de VVD nee zegt tegen asfalt. Of toch niet? Het geld zou naar grote stroomwegen moeten gaan, maar dat is een keuze en een dure keuze. Juist in de Randstad liggen er veel kansen om knelpunten op te lossen door beter benutten en invoering van de kilometerprijs. De ChristenUnie loopt niet weg voor extra asfalt in de Randstad, maar wil meer aandacht voor kleinere projecten en voor de regio’s buiten de Randstad. Er moet ook meer geld komen voor openbaar vervoer, dat nauwelijks te vinden is in de prioriteitenlijst van de minister. Hierdoor dreigt er na de realisatie van de lopende projecten jarenlang vrijwel niets meer geïnvesteerd te worden in het openbaar vervoer.

Dan kom ik bij het rondje Nederland. Ik begin in het noorden. De minister heeft 4 mln. extra voor 130 km/u bij het knooppunt Joure, maar zij legt het risico van een overschrijding bij de provincie. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? De Prinses Margrietsluis bij Lemmer zit aan maximale capaciteit en heeft achterstallig onderhoud. De provincie pleit ervoor om de bestaande sluis op te knappen en in plaats van een tweede sluis iets verderop een bypass met een kleine sluis voor het recreatieve vaarverkeer te realiseren, met een aquaduct in de N359, zodat het wegverkeer geen last meer heeft van de staandemastroute. Is de minister bereid om deze mogelijkheid te onderzoeken?

De Kamer heeft 160 mln. beschikbaar gesteld voor de spoordriehoek Zwolle–Leeuwarden–Groningen, zodat de reistijd kan worden verbeterd. We hebben een dikke nota ontvangen waaruit blijkt dat er voor de stoptreinen juist langere reistijden komen en dat reizigers uit Friesland straks misschien zelfs moeten overstappen in Meppel. Het knelpunt rond Zwolle moet eerst robuust zijn opgelost voordat je stoptreinen gaat decentraliseren. Misschien is het wel effectiever om de stoptreinen gekoppeld te houden aan de intercity’s uit de Randstad door een kwartiersdienst vanaf Zwolle, met om en om een intercity en een stoptrein, maar juist dit is niet onderzocht.

Er is bijna 800 mln. voor slimme benuttingsmaatregelen. Voor Zwolle–Kampen heeft de minister maar één miljoen over. Dat is wel erg schamel. De minister wil ook geen geld steken in de aansluiting van de N340 op de A28 bij Zwolle, waardoor een Ikeafile op de A28 dreigt te ontstaan. Ik weet dat er lang is uitgekeken naar deze Ikea, maar alstublieft dan een Ikea zonder files. De provincie gaat ongeveer 200 mln. investeren in deze provinciale weg. De ChristenUnie vraagt de minister om hierover opnieuw in gesprek te gaan met Overijssel. Het moet toch lukken om hier samen uit te komen?

Dan het oosten. De ChristenUnie wil een integrale aanpak van de spoorlijn Zwolle–Enschede. De minister wil in 2012 besluiten over decentralisatie, maar de ChristenUnie wil eerst een actieplan om de capaciteitsknelpunten op te lossen. Pas daarna kan de spoorlijn worden gedecentraliseerd. De Kamer heeft gevraagd om voor de Valleilijn in kaart te brengen wat er nodig is om daar elk kwartier in plaats van elk half uur een trein te laten rijden en om mogelijk te maken dat treinen bij calamiteiten kunnen omrijden. Dat kost 120 mln. De minister concludeert dat dit te duur is en daarom niet past binnen haar prioriteiten, maar per saldo gaat het om iets meer dan een kilometer inhaalspoor. Dat kan voor 30 mln. Volgens ProRail is er nog eens 90 mln. nodig, hoofdzakelijk om spoorwegovergangen te ondertunnelen. Dat kan betekenen dat de regelgeving voor railveiligheid is doorgeschoten of dat ProRail het project kapot probeert te rekenen. De minister wil niet investeren in bovenwettelijke maatregelen voor de Noordvleugel. Het gevolg is dat sommige woningen in Groenekan, Maartensdijk en Hollandse Rading bij verbreding van de A27 te maken krijgen met een geluidsbelasting die hoger is dan 53 dB. Er komen honderden meters nieuwe schermen. De knelpunten kunnen worden opgelost door sommige schermen een halve meter hoger te maken of enkele tientallen meters langer. Dit moet toch op te lossen zijn, samen met de provincies, bijvoorbeeld uit aanbestedingsmeevallers?

Het is mooi dat de minister een MIRT-onderzoek start naar A7/A8/A10, maar de vorige minister zei dat het onderzoek voor deze corridor multimodaal zou zijn. Waar is het openbaar vervoer gebleven? De regio heeft reeds tweederde van het geld op tafel gelegd voor het doortrekken van de A8 naar de A9, dus dit lijkt mij een koopje voor de minister. De ChristenUnie vraagt volgend jaar helderheid over een mogelijke bijdrage. Dan de Zuidvleugel. De minister strooit met miljarden voor snelwegen rond Rotterdam, maar een station bij Schiedam–Kethel is te veel gevraagd, terwijl dit station echt goedkoper kan dan de minister beweert en meer reizigers trekt dan veel bestaande stations. Er worden al twintig jaar verwachtingen gewekt.

Waarom volgt de minister niet het advies van de ANWB om te kiezen voor de Oranjetunnel? Bij een ongeluk op de A15 kan het verkeer met de Blankenburgtunnel nog steeds geen kant op. De Oranjetunnel biedt een nieuwe, directe verbinding met Den Haag. De keuze voor de Blankenburgtunnel lijkt vooral gericht te zijn op de korte termijn. Waarom staart de minister zich blind op kleine verschillen in verkeerscijfers, waar grote onzekerheidsmarges bij zijn? De ChristenUnie wil ook dat er serieus wordt gekeken naar de optie van een boortunnel. De A13–A16 komt weliswaar deels in een tunnel te liggen, maar niet onder de grond. Dit wordt dus een muur door het Lage Bergse Bos. De ChristenUnie vindt dat de Portwayva-riant van ingenieur Bos, die uitgaat van het verbeteren van de A20, beter moet worden onderzocht. Deze variant is aangepast en nu zelfs goedkoper dan het plan van de minister. Graag een reactie.

In de regio Zuid wil de ChristenUnie een robuuste oplossing voor de A27. Door een tekort op het budget dreigt er nu een oplossing te komen waar niemand echt blij mee is. De ChristenUnie stelt voor om het beschikbare budget vooral in te zetten voor de grootste knelpunten: de Merwedebrug bij Gorcum en de aansluiting met de A15. Kies voor een robuust brugontwerp met een parallelstructuur voor het regionale verkeer. Hierbij moet optimaal rekening worden gehouden met een eventuele toekomstige spoorlijn Breda–Utrecht. Verder moet het enige knooppunt op de rijkswegen met verkeerslichten, het knooppunt Hooipolder, worden aangepakt. Liever deze twee knelpunten aanpakken dan halve oplossingen langs het hele traject.

De minister vindt de VEZA-spoorboog bij Roosendaal niet nodig voor de capaciteit, maar het gaat ook om veiligheid. Met deze boog wordt het havencluster in Zeeland veel beter ontsloten en hoeven goederentreinen niet meer te keren in Roosendaal. De ChristenUnie pleit ervoor om deze boog mee te nemen in het onderzoek naar de RoBellijn voor de lange termijn.

Ik sluit mij graag aan bij de vraag van GroenLinks om inzicht te krijgen in de kosten van het verhogen van de snelheid naar 130 km/u. Ik zou daarbij ook graag zien de kosten voor de volksgezondheid en van alle stikstofmaatregelen die nu op het bordje van de boeren terecht dreigen te komen.

Ik dank mijn collega’s ervoor dat ik de ruimte krijg om in eerste termijn al moties in te dienen, omdat mijn collega Slob vandaag niet aanwezig kan zijn. Ik heb drie moties, die als volgt luiden:

Motie:

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er 400 mln. geïnvesteerd zal worden in de verbreding van de A1 tussen Apeldoorn en Almelo, de capaciteit van knooppunt Hoevelaken aanmerkelijk wordt uitgebreid en de regering voornemens is, de maximumsnelheid op delen van de A1-corridor te verhogen;

overwegende dat op de spoorlijn Amersfoort–Apeldoorn diverse capaciteitsknelpunten zijn met name rond Amersfoort, Barneveld en Almelo als gevolg van samenloop van NS-treinen, goederenvervoer, internationale treinen en regionale treinen wat al tot diverse overbelast-verklaringen heeft geleid;

overwegende dat de regering de decentralisatie van de stoptrein Enschede–Apeldoorn wil onderzoeken en de regio deze stoptrein wil doortrekken naar Amersfoort;

verzoekt de regering, een MIRT-onderzoek te doen naar kosteneffectieve maatregelen zoals seinverdichting, inhaalsporen en het weghalen van snelheidsbeperkingen om de capaciteitsknelpunten op de spoorcorridor Amersfoort–Enschede structureel op te lossen en de introductie van de stoptrein Amersfoort–Apeldoorn mogelijk te maken en hierbij tevens verhoging van de maximum snelheid op (delen van) deze corridor te onderzoeken om de reistijd tussen Oost-Nederland en de Randstad te verkorten, en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 22 (33 000-A).

Motie:

De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de planstudie derde rijstrook A15 Papendrecht–Gorinchem is beëindigd;

overwegende dat dit traject op plaats 28 en 36 van de file top 50 staat en vooral hinder geeft door zogenaamde schokgolffiles;

overwegende dat veel kunstwerken op dit traject al op de breedte van 2x3 rijstroken zijn gedimensioneerd en hierdoor eenvoudige benuttingmaatre-gelen mogelijk zijn die de fileproblematiek fors kunnen reduceren;

verzoekt de regering: –een verkeerskundige vervolgstudie te doen naar kosteneffectieve maatregelen om de gevoeligheid van de A15 Papendrecht–Gorinchem voor schokgolffiles te verminderen; –de resultaten van deze studie te bespreken met de regio in het eerstvolgende Bestuurlijk Overleg MIRT Zuidvleugel; –en eventuele aanbestedingsmeevallers in de regio, bijvoorbeeld op de A15 Maasvlakte–Vaanplein hiervoor beschikbaar te stellen, en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 23 (33 000-A).

Motie:

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het MIRT-projectenboek 2012 de realisatie van de vaargeul IJsselmeer–Meppelerdiep 8 jaar is uitgesteld, terwijl Rijkswater-staat juist dit jaar met de regio het project heeft uitgewerkt om het voorjaar 2012 klaar te hebben voor besluitvorming;

overwegende dat Rijk en regio al tientallen miljoenen geïnvesteerd hebben in aanpassing van de havens, de keersluis, de brug bij Ramspol en de beschoeiing en met uitstel van de verdieping van de vaargeul deze investeringen niet optimaal kunnen worden benut en de ruimtelijk economische ontwikkelingen in de hele regio worden afgeremd;

verzoekt de regering, de uitdieping van de vaargeul IJsselmeer–Meppelerdiep uiterlijk in 2015 te realiseren, en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 24 (33 000-A).

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > november