Bijdrage van Arie Slob aan de Wet wederzijdse erkenning.

donderdag 24 november 2011 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob inzake Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

Onderwerp: Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties

Kamerstuk:    32 885

Datum:             24 november 2011

Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel waarmee strafrechtelijke sancties, opgelegd bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak in een lidstaat van de Europese Unie (EU), aan een andere lidstaat van de EU kunnen worden gezonden, indien de veroordeelde onderdaan is van die andere lidstaat en/of aldaar zijn vaste en wettige woonplaats heeft waarbij deze lidstaat gehouden is de sanctie te erkennen en ten uitvoer te leggen, tenzij zich een weigeringsgrond voordoet. Deze leden onderschrijven dat het uitvoeren van een straf in een andere EU-lidstaat kan bijdragen aan de resocialisatie. Zij hebben echter enkele vragen naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad voor de rechtspraak (Rvdr) en de Adviescommissie Strafrecht.

Europees strafrechtelijke samenwerking en de overdracht van tenuitvoerlegging van strafrechtelijke uitspraken

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in algemene zin hoe het uitgangspunt van wederzijdse erkenning zich verhoudt tot het feit dat er verschillen zijn tussen de rechtssystemen binnen Europa bijvoorbeeld met betrekking tot de strafzwaarte.

Rechtsbescherming

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de persoon wiens vrijheid wordt beperkt geen rol speelt in de procedure. Hij krijgt geen raadsman, hij wordt niet gehoord en beslissingen die hem betreffen behoeven niet te worden gemotiveerd en het wetsvoorstel kent hem geen rechtsmiddel toe. De verklaring hiervoor is dat er geen sprake zou zijn van een zelfstandige beslissing tot vrijheidsbeneming. Deze leden constateren echter dat de motivatie voor het overdragen van de tenuitvoerlegging onder meer is gebaseerd op argumenten als resocialisatie. Zij vragen of de regering de mening deelt dat de veroordeelde op dit punt wel degelijk een belang kan hebben en dat het hier om beslissingen gaat die diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer. In een aantal gevallen (artikel 2.11) is een adviserende taak voor de penitentiaire kamer van het Hof in Arnhem weggelegd. De aan het woord zijnde leden vragen welke positie de veroordeelde in dit proces heeft. Zij vragen waarom de veroordeelde in dit proces niet gehoord wordt en waarom de veroordeelde het uiteindelijke advies en de opmerkingen van het Openbaar Ministerie (OM)niet te horen krijgt. De memorie van toelichting overweegt dat het ontbreken van de instemming van de veroordeelde geen weigeringsgrond oplevert. Deze leden vragen een reactie op de stelling van de Adviescommissie Strafrecht dat de kaderbesluiten zich niet verzetten tegen het bieden van rechtsbescherming, en zelfs uitgaan van de rechtsbescherming. De memorie van toelichting geeft nog als optie dat de veroordeelde persoon altijd een kort geding kan starten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen een reactie op de stelling van de Adviescommissie Strafrecht dat een kort geding een ultimum remedium is. Zij vragen waarom niet voorzien is in een duidelijke procedure op dit punt. De veroordeelde persoon kan zich gedurende de procedure niet laten bijstaan door zijn raadsman. Deze leden wijzen er op dat in de WOTS dit wel geregeld is. In de memorie van toelichting wordt gesteld dat artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de EU met betrekking tot rechtsbijstand niet van toepassing is. Genoemde leden constateren dat er wel een toetsing door de rechter plaatsvindt. Deze leden vragen of dit betekent dat de rechter ook een zekere afwegingsvrijheid heeft. In dat geval kan er ook een belang zijn van de veroordeelde. Genoemde leden hebben de indruk dat het niet voorzien in de mogelijkheid van rechtsbijstand kan leiden tot discussie over de toepasselijkheid van artikel 47 aangezien in de memorie van toelichting tevens gesteld wordt dat over de precieze reikwijdte van dit artikel nog weinig met zekerheid te stellen is. Deze leden vragen daarom waarom niet gekozen is om veroordeelden de mogelijkheid te geven zich te laten adviseren, verdedigen en vertegenwoordigen.

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat, hoewel artikel 2:27 bepaalt dat de minister de veroordeelde in de gelegenheid stelt zijn mening te geven over de toezending van de rechterlijke uitspraak, het voor hen onduidelijk is of dit gebeurt met het oog op de door de uitvoerende lidstaat te nemen beslissing, de beslissing van de minister zelf of allebei. Artikel 2:24, onder d, vermeldt immers niet dat ook de minister de mening van de veroordeelde persoon in zijn oordeel dient te betrekken. Deze leden vragen of de regering de mening deelt dat dit wel de bedoeling is van het kaderbesluit. Zij vragen een reactie op het voorstel van de Adviescommissie Strafrecht om artikel 2:24, onder d, op dit punt aan te passen en ook het vergelijkbare artikel 2:8, zevende lid. Tevens vragen zij een reactie op de aanbeveling expliciet in artikel 2:27, tweede lid, de verplichting op te nemen voor de minister de mening van de veroordeelde tegelijk met het certificaat mee te zenden aan de uitvoe-rende staat. Op grond van artikel 2:27 behoeft de minister de veroordeelde alleen om zijn mening te vragen indien deze zich in Nederland bevindt en sprake is van overdracht door Nederland. Dat betekent dat indien sprake is van overdracht aan Nederland, terwijl de veroordeelde zich al in Nederland bevindt, deze op grond van het wetsvoorstel door de minister niet om zijn mening behoeft te worden gevraagd. Deelt de regering de mening dat, indien de overdragende staat het kaderbesluit op dit punt op dezelfde wijze heeft geïmplementeerd, dit tot gevolg heeft dat geen van beide landen de veroordeelde om zijn mening zal vragen omdat de veroordeelde zich immers niet op het grondgebied van de overdragende staat bevindt?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 

 


 

Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Archief > 2011 > november