Overleg uitval en doorstroom in het onderwijs

donderdag 22 juni 2006 16:25

De heer Slob (ChristenUnie) heeft met instemming kennisgenomen van
Aanval op de uitval. Een groot maatschappelijk probleem wordt erkend en
van veel oplossingen voorzien. Ondanks alle mooie intenties is het resultaat
van eerder beleid onderwerp van kritiek, bijvoorbeeld door de Algemene
Rekenkamer. Die stelt dat er weinig lerend vermogen bestaat op dit
vlak. In hoeverre is het nieuwe pakket, met oude onderdelen, goed doordacht
en mag er ook enige mate van effect worden verwacht? Er bestaat
behoefte aan goed cijfermateriaal om het probleem te kennen en om te
kunnen meten of het beleid effect heeft. Zo is het relatieve verzuim nog
steeds niet in de cijfers opgenomen, dat wil zeggen ingeschreven leerlingen
die langer dan een maand verzuimen.
Het is zeer belangrijk om bij de uitvoering de verantwoordelijkheden strikt
te benoemen en uit te spreken. In de ketenbenadering moet iedereen
weten wat te doen om goed gezamenlijk op te kunnen treden. Dit speelt
vooral bij het overstappen tussen verschillende schoolvormen en het
voorkomen van nieuwe problemen. Wat is hierop de reactie van het
kabinet?
Bij de overgangsmomenten is een gedegen administratie door de scholen
van belang. Het onderwijsnummer kan daarbij een goede rol spelen. Het
is echter niet meer dan een hulpmiddel en dus geen doel. Alleen registratie
is geen oplossing.
De heer Slob kan zich vinden in de argumentatie voor de afschaffing van
de partiële leerplicht en verlenging van de leerplicht. Als een startkwalificatie
voor het achttiende jaar is behaald, is er echter sprake van een
escape. De reacties op het veld zijn overigens kritisch wat betreft de
leerplichtverlenging. Motivatieproblemen worden daarmee immers niet
verholpen, zodat het gevaar van het onderwijs als veredelde hangplek op
de loer ligt. Is daarmee rekening gehouden? Zijn uitzonderingen op de
regel mogelijk? Worden vmbo- en mbo-instellingen goed toegerust met
het oog op de kwetsbare categorie van ongemotiveerde leerlingen?
De afstemming tussen de ministeries van SZW en OCW is van zeer groot
belang. Als daarbij steken vallen, zal dit nadelig zijn voor Aanval op de
uitval. Overigens zullen ook de gemeenten hun verantwoordelijkheid
moeten nemen.
De heer Slob merkt op dat er, alhoewel uitgesmeerd in de tijd, extra geld
beschikbaar is gekomen. Meer geld lijkt echter nodig. Financiering voor
innovatieprojecten komt pas in het jaar 2008 vrij. Wat is de ratio daarachter?
Het probleem van de zorgadviesteams in het mbo moeten worden
aangepakt. In hoeverre kan daarvoor meer geld worden vrijgemaakt dan
10 mln.? Aandacht wordt gevraagd voor de kleinschalige opleidingen voor
de ambachten die in de financiële problemen dreigen te geraken.
De opmerkingen van de fracties van SP en D66 over de Rutteregelingen
worden onderschreven. Er blijken problemen in de uitvoering te zijn, die
lijken te worden doorgeschoven naar de evaluatie.
Over de mentor en coach staan mooie dingen in het plan. De fracties van
SP en GroenLinks hebben daarvoor in het verleden de aandacht gevraagd.
Wat zijn de voorstellen op dit vlak? Bij de verdeling van de financiën valt
dit onderwerp echter buiten de boot. Er moet aandacht komen voor de
peer-to-peerprojecten die geweldig goede resultaten hebben. Leerlingen
van het hoger onderwijs helpen daarbij vmbo- en mbo-leerlingen. De
kosten worden grotendeels zelf gedragen met soms beperkte projectsubsidie.
Het is jammer als de kennis verbrokkelt en vervolgens de financiën
het struikelblok vormen. Een bescheiden financiële bijdrage kan grote
effecten hebben op het tegengaan van schooluitval. Wat is hierop de
reactie van het kabinet? Hiervoor moet geld beschikbaar komen bij de
Voorjaarsnota.

Labels
Arie Slob
Bijdragen
Onderwijs

« Terug

Reacties op 'Overleg uitval en doorstroom in het onderwijs'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > juni