Overleg wet inburgering (tweede termijn)

woensdag 21 juni 2006 16:47

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Voorzitter. In eerste termijn is gebleken dat voor alle fracties de juridische houdbaarheid van de voorgestelde wet het grootste knelpunt is. Kortweg gezegd: is artikel 3 te handhaven of niet? Ook voor mijn fractie is dat de vraag.

In eerste termijn heeft de minister gewoon gezegd dat zij met deze wet de gok wel wil nemen en afwacht wat de rechter ervan zal zeggen, een proefballonnetje in het kwadraat. Van dat merkwaardige standpunt is de minister gelukkig teruggekomen. Er wordt nu advies gevraagd bij de Raad van State. Er wordt ook een aantal alternatieven aan de Raad van State voorgelegd.

Gisteravond hoorde ik op het journaal dat er een afspraak tussen de coalitiepartijen zou zijn om toch de wet gedeeltelijk te behandelen. Ik hoorde de minister zeggen: wij gaan de wet gewoon invoeren. Ik kan mij niet voorstellen hoe dit waar zou kunnen zijn. Hoe had de minister zich de procedure dan voorgesteld? Wil zij een onvoldragen wetsvoorstel, waar grote twijfels over zijn, naar de Eerste Kamer sturen? En daarbij, artikel 3 staat toch niet los van de rest van het wetsvoorstel?

Ook voor het overige zijn er tal van juridische voetangels en klemmen, bij het onderscheid tussen genaturaliseerde Nederlanders en Nederlanders van geboorte. Ik verwijs onder veel meer nog maar eens naar mijn opmerking over de geestelijke bedienaren. De wens dat imams inburgeren leeft breed, ook bij ons. Het is echter de vraag of er voldoende juridische grondslag is om deze groep apart te benaderen. Ik zeg nu alvast dat voortzetting van de behandeling van een deel van de wet mij buitengewoon onverstandig lijkt. Er komen weer nieuwe debatten en novelles overheen.

1 januari is een mooie datum, maar 1 april is voor de inwerkingtreding ook een mooie datum, al heeft die datum natuurlijk ook andere connotaties.

De heer Visser (VVD): Ja, dan ben ik jarig!

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Ik wil deze termijn vooral gebruiken voor enige opmerkingen over de amendementen. Mijn oordeel over het centrale punt van de wet schort ik op tot het advies van de Raad van State er is.
De minister heeft constructief op amendementen gereageerd. Een aantal heeft zij bij nota van wijziging overgenomen, waarvoor dank. Ik begin met onze amendementen over het creëren van een mogelijkheid tot vergoeding wanneer inburgeraars zich voldoende hebben ingespannen, maar het examen niet hebben gehaald. Ik zie daar een soort incongruentie. De minister wil verdergaande inburgering wel stimuleren. Zij wil daarvoor ook middelen inzetten. Zij is echter terughoudend tegenover mijn amendementen om iemand die zich wel heeft ingespannen, maar het examen niet kan halen, de kosten die hij heeft gemaakt terug te geven. Zij zegt dat zij het geld dat dit kost er niet voor over heeft.

Dat staat toch op gespannen voet met het doel? Wat is nu meer stimulerend dat iemand die de kans krijgt om het examen en zijn best doet, maar die het toch niet lukt, ten minste de kosten terug te geven? Dat is toch stimulerend voor iemand die twijfelt of hij het examen kan halen? Die zal als hij zijn geld nooit terug krijgt het niet eens proberen.

Mijn amendement op stuk nr. 19 is overgenomen. Dat schrijft de minister althans, maar zij maakt van de mogelijke vrijstellingstoets die eerst in het besluit stond en nu in de wet zou komen een tijdelijke toets. Zij zegt dat in het besluit al stond dat het een tijdelijke toets zou zijn.

De minister wil niet dat twee wegen mogelijk zijn: het afleggen van een inburgeringsexamen en het doen van de vrijstellingstoets. Daarom wil zij een maximale termijn van twee jaar laten gelden. Ik snap dat niet. Nat die twee jaar kunnen toch oudkomers inburgeringsplichtig worden. Iemand die een kind krijgt wordt bijvoorbeeld inburgeringsplichtig, maar ook iemand die geestelijk bedienaar wil worden kan inburgeringsplichtig zijn. Die verplichting kan gaan gelden twee jaar nadat de wet in werking is getreden. Ook voor dergelijke personen moet er toch de mogelijkheid zijn om te laten zien dat zij voldoende ingeburgerd zijn. Op dit punt krijg ik nog graag een reactie van de minister.

Wij hebben verder een amendement ingediend om het gemeenten mogelijk te maken om af te zien van het opleggen van een boete wanneer die geen redelijk doel meer dient. De minister voelt daar niet voor en wijst op de mogelijkheden die er in dat verband zijn. Wanneer het feit dat iemand zijn examen niet haalt niet verwijtbaar is, kan de termijn verlengd worden en dan kan afgezien worden van het opleggen van een boete. Mijn amendement ziet echter niet op zo’n situatie.

Mijn amendement ziet op de situatie waarin er wel verwijtbaarheid is en dus een boete opgelegd wordt. Als je echter twee jaar na twee jaar na twee jaar na twee jaar een boete oplegt, moet er toch een moment komen waarop het mogelijk is om van die boete af te zien. Dan dient de boete namelijk geen redelijk doel meer. Dan gaat de boete werken als een inburgeringsbelasting en dat is toch niet bedoeling. Graag krijg ik ook op dit punt een reactie van de minister.

Voorzitter. Wij zullen alle amendementen steunen die de link in de wet tussen inburgering en een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd ongedaan willen maken. Wij zijn van mening dat je inburgering en de verblijfsrechtelijke status niet met elkaar mag verwarren. Je kunt mensen op deze manier niet straffen. Wij kennen al de mogelijkheid van het opleggen van een boete. Daarnaast gelden allerhande plichten en er is dwang en drang. Laten wij dan daarnaast niet het verblijf in Nederland onzeker maken. In eerste termijn zijn door verschillende woordvoerders voorbeelden van zeer schrijnende gevallen gegeven. Dergelijke gevallen kunnen ontstaan als wij op deze manier doorgaan. Mij lijkt dat dat een buitengewoon verkeerde weg zou zijn.

Tot slot: wij behandelen nu een gedeelte van de wet en wij weten dat wij eigenlijk niet meer kunnen doen. Eerst moeten wij namelijk weten of de wet überhaupt juridisch houdbaar is. Ik kan mij dan ook voorstellen dat wij na vandaag nog heel vaak over deze wet zullen spreken.
Labels
Bijdragen
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Overleg wet inburgering (tweede termijn)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > juni