Inbreng bij kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Wet Afbreking Zwangerschap

woensdag 14 juni 2006 13:37

Een abortus mag volgens de WAZ alleen worden toegepast als er sprake is van een noodsituatie van de vrouw. Het is de wettelijke taak van de arts om vast te stellen of er sprake is van een noodsituatie. Er staat echter nergens duidelijk omschreven wat onder een noodsituatie moet worden verstaan. Veel artsen vinden dat als een vrouw zegt dat het om een noodsituatie gaat daar ook daadwerkelijk sprake van is. Deelt u de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie dat het begrip ‘noodsituatie’ nader dient te worden gedefinieerd en dat dit in de te ontwikkelen richtlijn voor het besluitvormingsgesprek dient te worden opgenomen?

De conclusie van het evaluatierapport luidt dat “alles bijeen genomen kan worden gesteld dat de wet in het algemeen goed wordt nageleefd”. Uit de evaluatie blijkt echter dat vrouwen vaak niet worden gewezen op alternatieven voor abortus, terwijl artsen daar op grond van artikel 5 van de wet wel toe verplicht zijn. Deelt u de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie dat de wet op dit punt niet goed wordt nageleefd? Welke maatregelen bent u bereid te nemen om de naleving van de wet op dit punt te verbeteren? Wat vindt u van de aanbeveling van de onderzoekers om de bedoeling van de wetgever op dit punt duidelijker tot uitdrukking te brengen door in de wet op te nemen dat de arts er zich van dient te vergewissen dat er voor de vrouw geen alternatieve oplossingen zijn?

Artsen brengen de alternatieven naar voren wanneer dit een zorgvuldige besluitvorming ten goede komt, maar laten dit achterwege wanneer blijkt dat vrouwen deze afweging zelf al hebben gemaakt. Uit de evaluatie van de WAZ blijkt dat 86% van de vrouwen niet heeft nagedacht over adoptie en 80% niet over het uitdragen van de zwangerschap met steun uit de omgeving of van professionals. Tevens blijkt dat uitdragen van de zwangerschap met 57% van de vrouwen niet besproken is, adoptie of tijdelijk afstaan met 84% niet en steun van omgeving of professionals tijdens en na de zwangerschap met 89% niet. Er zijn dus vrouwen die zelf niet over alternatieven nagedacht hebben en waarmee de alternatieven ook niet besproken zijn. Hoe draagt dit bij aan een zorgvuldige besluitvorming? Bent u van mening dat het standaard uitreiken van schriftelijk voorlichtingsmateriaal over alternatieven bijdraagt aan het nemen van een weloverwogen besluit?

Wat is een weloverwogen, vrijwillig genomen besluit? Bestaan daarvoor concrete toetsbare criteria?

Uit het evaluatierapport blijkt dat er meer aandacht moet komen voor preventie en voorlichting. Wat vindt u van de bevinding van de opstellers van het evaluatierapport dat het beter zou zijn om voorlichting over anticonceptie niet alleen aan nazorg te koppelen?

De abortusartsen zijn voornemens om voor het besluitvormingsgesprek een richtlijn te ontwikkelen. Er zijn echter veel meer beroepsgroepen (huisartsen, maatschappelijk werkers, gynaecologen, enz.) bij de zorg voor ongewenst zwangeren betrokken. Bent u voornemens om de ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn, die ook voor andere beroepsgroepen geldt te stimuleren? Zo ja hoe, zo nee waarom niet?

Uit de evaluatie van de WAZ komt naar voren dat de wijze waarop in de praktijk wordt verwezen voor verbetering vatbaar is. Het rapport adviseert daarom om maatregelen te treffen om de kennis en deskundigheid van huisartsen door middel van bijvoorbeeld opleiding en scholing te vergroten. U hebt de abortusartsen gevraagd meer aandacht te besteden aan bijscholing op het gebied van gesprekstechnieken. Bent u voornemens om ook de huisartsen, de meest voorkomende verwijzers, hiernaar te vragen?

De onderzoekers bevelen aan om de wet zodanig te verruimen dat naast artsen ook andere voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren kunnen verwijzen. Om mogelijke psychosociale gevolgen tijdig te kunnen herkennen, is het echter van belang dat huisartsen op de hoogte zijn van het feit dat vrouwen een abortus hebben ondergaan. Verdient het met het oog op de waarborging van het welzijn van vrouwen niet eerder aanbeveling om de verwijzingsbevoegdheid exclusief bij de huisarts neer te leggen?

Welke aanwijzingen zijn er dat het besluitvormingsproces een belangrijke rol speelt bij het voorkomen van negatieve psychosociale gevolgen? Dienen deze aanwijzingen niet nu al consequenties te hebben voor het handelen van hulpverleners?

Zal het onderzoek naar de psychosociale gevolgen van abortus zich ook richten op de omvang van de psychische problemen bij vrouwen na een abortus en naar de kwaliteit van de zorgverlening daaromtrent?
Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Inbreng bij kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Wet Afbreking Zwangerschap'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > juni