Wijziging grondwet; uitsluiten kiesrecht wilsonbekwamen

dinsdag 26 september 2006 17:14

De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Het voorliggende wetsvoorstel was eerder geagendeerd als hamerstuk. Mijn fractie heeft geaarzeld of het wel of niet nodig was om te verzoeken het alsnog te agenderen. Uiteindelijk hebben wij daar toch voor gekozen, omdat het een ingrijpend voorstel is en bovendien een grondwetswijziging. Ik denk al met al dat het goed is dat wij hierover kort met elkaar spreken. Ik kan overigens nu al wel zeggen dat de inhoud van het wetsvoorstel ons sympathiek is.

De regering wil de bescherming van de drager van het recht centraal stellen in plaats van het recht zelf, omdat het kiesrecht volgens haar een grondrecht is dat in beginsel aan eenieder toe dient te komen. Daarbij dient volgens de regering dan ook niet de vraag aan de orde te komen of iemand verantwoordelijk met het kiesrecht om kan gaan. Is de regering bereid om hierop dieper in te gaan? Er kan namelijk over worden gediscussieerd of de enig overgebleven uitsluitingsgrond, ontzegging van het kiesrecht als bijkomende straf, niet ook te maken heeft met de vraag of iemand verantwoordelijk en waardig met het kiesrecht om kan gaan. Waarom wordt gekozen voor deze bijkomende straf?

Er zit een element van verantwoordelijkheid en waardigheid in het gebruik van het kiesrecht en daarmee is er dus eveneens sprake van een beoordeling of iemand verantwoordelijk met zijn kiesrecht om kan gaan. Volgens mijn fractie kan daarom niet in zijn algemeenheid gesteld worden dat de vraag niet aan de orde is of iemand verantwoordelijk met het kiesrecht om kan gaan.

Het wetsvoorstel vloeit voort uit een oordeel van de Raad van State. De Raad oordeelde namelijk in 2003 dat de categoriale uitsluiting van deze groep personen van het kiesrecht in zijn algemeenheid niet strijdig is met het Internationaal verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten, maar dat deze uitsluiting in een concreet geval wel onredelijk kan zijn. Vervolgens riep de Raad de wetgever op om tot een oordeel te komen over de wijze waarop moet worden vastgesteld of van een onredelijke beperking sprake is en aan welk orgaan terzake bevoegdheid toekomt. De Raad roept dus op tot een specifiekere regeling dan de categoriale uitsluiting.

In het wetsvoorstel is ervoor gekozen om de uitsluitinggrond voor deze hele categorie te laten vervallen. Dat is wel erg rigoureus en mijn fractie hoort daarom graag waarom de regering niet heeft gekozen voor de lichtere, derde variant. In deze variant wordt uitgegaan van de algemene uitsluiting van curandi, maar wordt tegelijkertijd toekenning door de rechter van het kiesrecht op individuele basis mogelijk gemaakt. Daarmee wordt naar de mening van de fractie van de ChristenUnie voldoende tegemoetgekomen aan de bestaande knelpunten. De regering stelt terecht dat veel curandi die straks het kiesrecht krijgen, dit recht niet zullen gebruiken. De individuele beoordeling door de rechter zal zich dan ook toespitsen op enkele situaties, terwijl misbruik via volmachten kan worden voorkomen.

Voorzitter. Een en ander laat onverlet dat mijn fractie, ondanks haar eigen voorkeuren, wijziging van de voorliggende grondwetsbepaling gewoon door zou willen laten gaan. In de Kieswet moeten dan nadere regels worden gesteld. Omdat de regering in de stukken aan de Kamer al is ingegaan op deze regels, denk ik dat het goed is dat wij kort van gedachten kunnen wisselen over de punten die ik aan de orde heb gesteld.

Bron: ongecorrigeerd stenogram
Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Wijziging grondwet; uitsluiten kiesrecht wilsonbekwamen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > september