Vragen over illegaal hout

maandag 10 april 2006 16:51

Vragen van de leden
Huizinga-Heringa, Slob (beiden
ChristenUnie), Vos (GroenLinks) en
Samsom (PvdA) aan de
staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
en aan de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over
illegaal hout. (Ingezonden
10 april 2006)
1
Bent u bekend met het exportverbod
van de Indonesische regering voor
bepaalde houtsoorten in het kader
van de strijd tegen illegale houtkap?
Wat is uw reactie op de oproep van
uw Indonesische collega Kaban om
het illegale hout, waarvoor in
Indonesië een concreet uitvoerverbod
bestaat, op te laten volgen door
passend beleid van de EU lidstaten
waardoor dit hout, voor zover illegaal
geëxporteerd, actief aan onze
grenzen wordt geweerd?1
2
Wanneer komt de zogenaamde
Additional Legislative Options Study,
die u eerder voor het begin van 2005
had toegezegd2, beschikbaar?
Wanneer volgt het politieke debat
hierover?
3
Bent u bekend met de zorgen van
maatschappelijke organisaties inzake
het uitgangspunt en de
daadwerkelijke effecten van de
beoogde vrijwillige partnerschappen
met houtproductielanden?3 Kunt u,
mede vanuit uw rol als trekker van de
partnerschaponderhandelingen met
Maleisië, mededelen wat het einddoel
is van de beoogde partnerschappen?
Is het einddoel de handhaving van
bestaande wetgeving in de
houtproductielanden of is dit het
duurzaam bosbeheer, waarvoor de
wetgeving dus op een hoger niveau
moet worden gebracht? In het geval
van duurzaam bosbeheer, op welke
manier zal dit geïncorporeerd worden
in de partnerschappen?
4
Bent u gezien het gegeven dat op dit
moment de onderhandelingen over
de partnerschappen met diverse
landen zijn begonnen, de uitkomsten
ervan nog onzeker zijn, maar er wel
een gerede kans bestaat dat er zeer
uiteenlopende resultaten zullen
worden geboekt, bereid heldere
criteria te formuleren op
basis waarvan de
concept-partnerschapovereenkomsten
aan een objectief oordeel kunnen
worden onderworpen?
5
Kunt u medelen op welke wijze de
Europese Commissie objectief gaat
verifiëren dat bestaande nationale
certificeringsystemen waarop men
zou willen aansluiten, een voldoende
en sluitende garantie bieden voor de
daadwerkelijk legale herkomst van
alle producten die in het systeem
terecht komen? Wat zijn de criteria
hiervoor?
6
Zal de definitie van legaliteit per
partnerschapovereenkomst
verschillen of zijn er in het
onderhandelingsmandaat duidelijke
criteria hiervoor neergelegd? Hoe
wordt de consistentie tussen de
verschillende
onderhandelingstrajecten op dit punt
gewaarborgd? Zijn de rechten van
inheemse volken en lokale bevolking
gewaarborgd, zoals ook in recente
communicatie van de Europese
Commissie4 is aanbevolen?
7
Bent u, vanuit uw specifieke
verantwoordelijkheid voor de
totstandkoming van het partnerschap
met Maleisië, zich ervan bewust dat
er grote stromen illegaal gekapt hout
vanuit Indonesië naar Maleisië
worden gesmokkeld? Op welke wijze
gaat u tijdens de onderhandelingen
met Maleisië hieraan aandacht
besteden? En op welke wijze zal
worden gegarandeerd dat dit hout
niet in het FLEGT-systeem terecht
komt? Hoe is de coördinatie met de
onderhandelingsgroep met Indonesië
op dit punt?

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op
eerdere vragen terzake van het lid
Van Velzen (SP), ingezonden 27 maart
2006 (vraagnummer 2050610350).

1 Diverse uitspraken. Zie bijvoorbeeld in
Antara News 24 maart jl. Antara, The
Indonesian News Agency, www.antara.co.id.
2 De staatssecretaris van VROM heeft in het
AO Milieuraad d.d. 14 oktober 2004 in de
Kamer vermeld dat de studie «aan het begin
van 2005» wordt verwacht. Dit bevestigt hij in
een brief aan maatschappelijke organisaties
1 april 2005: «De Commissie heeft
aangegeven begin 2005 met een
tussenrapportage te willen komen.»
3 Zie bijvoorbeeld Indonesian Civil Society
Groups, Briefing Paper on Legality
Verification, March 2006.
4 Europese Commissie, September 2005, Flegt
Briefing Notes. Forest Law Enforcement,
Governance and Trade, A Timber Legality
Assurance Systems; Briefing Note Number 09.

Antwoord
Antwoord van minister Veerman
(Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit), mede namens de
staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer. (Ontvangen 1 juni
2006)
1
Ja, ik ben bekend met genoemd
exportverbod. De oproep van mijn
Indonesische collega sluit naadloos
aan bij het FLEGT (Forest Law
Enforcement in Governance and
Trade) initiatief tegen illegaal hout.
Het daarin opgenomen
licentiesysteem voorziet in een
gezamenlijk vast te stellen definitie
van legaal hout en het weren van
hout dat niet aan deze definitie
voldoet. Daardoor kunnen we
voorkomen dat illegaal geëxporteerd
hout uit Indonesië op de Europese
markt terechtkomt. Ik zou het van
harte toejuichen als Indonesië
belangstelling voor deelname aan
FLEGT aan de Europese Commissie
kenbaar zou maken.
2
De verantwoordelijkheid voor het
uitbrengen van de Additional
Legislative Options Study ligt bij de
Europese Commissie. De
staatssecretaris van VROM heeft
slechts aangegeven op welk moment
de Commissie deze studie dacht uit te
brengen. Dit moment blijkt nu echter
keer op keer vertraagd. Ik zal er bij de
Commissie opnieuw op aandringen
de studie op korte termijn uit te
brengen. Nederland heeft overigens
een aandeel aan deze studie geleverd
middels een ook aan u toegezonden
rapport (Kamerstukken II 2005–2006,
21 501-32, nr. 140).
3
Ja, ik ben bekend met de positie van
de maatschappelijke organisaties. Ik
ben echter geen trekker van de
onderhandelingen met Maleisië. Deze
verantwoordelijkheid ligt bij de
Europese Commissie op basis van
het in december 2005 goedgekeurde
onderhandelingsmandaat. Nederland
ondersteunt de Europese Commissie
in de onderhandelingen met Maleisië
met menskracht en financiële
middelen. Wij doen dit omdat
Maleisië een grote handelspartner op
het gebied van hout is, omdat
Nederland en Maleisië beide belang
hebben bij het verduurzamen van
deze handel en omdat Maleisië haar
bosbouwsector actief aan het
hervormen is. Het einddoel van het
Europese bossenbeleid blijft
duurzaamheid. FLEGT is een
noodzakelijke stap op weg naar
duurzaam bosbeheer omdat
duurzaamheid niet bereikt kan
worden zonder goed bestuur,
transparantie en wetshandhaving.
4
De randvoorwaarden voor het
afsluiten van een
partnerschapsovereenkomst staan in
het in december 2005 vastgestelde
onderhandelingsmandaat. De
inschatting wanneer een
FLEGT-partnerland voldoet aan deze
voorwaarden ligt in eerste instantie
bij de Europese Commissie.
5
Het onderhandelingsmandaat bevat
de voorwaarden waarmee de
Europese Commissie zich ervan kan
verzekeren dat het hout uit een
FLEGT-partnerland op aantoonbaar
legale wijze is geproduceerd dan wel
geïmporteerd. Als een bestaand
nationaal certificeringssysteem aan
deze voorwaarden voldoet, zal dat als
zodanig erkend worden. Het
onderhandelingsmandaat zelf is geen
openbaar document.
6
Er bestaat een aantal in het
onderhandelingsmandaat
vastgestelde randvoorwaarden
waaraan de definitie van legaliteit
moet voldoen. In de gedetailleerde
uitwerking kan deze definitie per
partnerschapsovereenkomst
verschillen vanwege het feit dat de
wetgeving per land kan
verschillen. De consistentie
tussen de verschillende
onderhandelingstrajecten is een punt
van aandacht voor de Europese
Commissie die over de verschillende
overeenkomsten moet
onderhandelen. Aandacht voor de
positie van inheemse volken en de
betrokkenheid van de lokale
bevolking maken deel uit van deze
voorwaarden.
7
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3
heb aangegeven, berust de
verantwoordelijkheid voor de
totstandkoming van een
partnerschapsovereenkomst met
Maleisië bij de Europese Commissie.
Nederland is zich er bewust van dat
er handel in illegaal gekapt hout
vanuit Indonesië naar Maleisië
plaatsvindt. Deze houtstroom is een
punt van aandacht voor de
FLEGT-besprekingen met Maleisië.
Met een goede chain of custody moet
voorkomen worden dat hout van
onbekende herkomst in het
FLEGT-systeem en daarmee op de
Europese markt terechtkomt.
Daarnaast wordt nagegaan welke
eisen kunnen worden gesteld aan de
import van hout uit
non-FLEGT-partnerlanden naar
FLEGT-partnerlanden. Belangrijk
hierbij is vast te stellen dat dit handel
tussen derde landen betreft en dat de
directe invloed van Europa hierop
beperkt is. Wat betreft uw laatste
vraag merk ik op dat aangezien
de Commissie de
FLEGT-onderhandelingen met
Indonesië voor haar rekening neemt,
zij ook de coherentie met de aanpak
in Maleisië zal moeten bewaken.
Labels
Arie Slob
Bijdragen
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Vragen over illegaal hout'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > april