"Gelukkig is Hij trouwer dan ik"

donderdag 27 april 2006 14:38

Hij is bovenal rap van de tong. Om die reden won hij in 2003 de Thorbeckeprijs en werd hij politicus van het jaar 2004. André Rouvoet zou als stijldanser met een passievolle, Argentijnse tango ook geen modderfiguur slaan in de huidige televisiehit Dancing with the stars.

André RouvoetMisschien was het vrolijke christenmens – en niet Jan Peter Balkenende – nu premier van Nederland, als de partijleider van de Christen-Unie was ingegaan op uitnodigingen om lid te worden van het CDA.

„Ik lees alles wat los en vast zit. Kranten natuurlijk, maar ook boeken. Ik koop veel boeken. Bijna dwangmatig. Als ik een schrijver goed vind – bijvoorbeeld John Grisham – dan moet ik ook al zijn boeken kopen. Ik heb daardoor altijd een paar brede boekenplanken vol met ongelezen boeken.

In de vakantie neem ik een doos vol mee, zodat ik wat te kiezen heb, en dan haal ik de schade zoveel mogelijk in. Ik lees er altijd drie tot vier tegelijk. Zelfs als een boek helemaal niet goed is, kan ik het niet zomaar wegleggen en lees ik het toch uit.

Wellicht komt het voort uit mijn grootste ondeugd, want dat is onrust. Het is nooit rustig in mijn hoofd. Ik wil heel veel doen en ik wil het zélf doen. Daardoor ben ik vaak ongeduldig. Ik kan er ook erg slecht tegen als het ergens heel druk is en ik niet door kan lopen.

Nee, ik heb geen adhd. Het is gewoon de aard van het beestje. Het komt voort uit een zeker perfectionisme. Uit verantwoordelijkheidsgevoel ook. Kijk, ik ben de leider van een politieke partij en wil dat zo goed mogelijk doen. Dat vreet tijd.

Ik heb een krankzinnig vak: 75 uur per week is gevuld met debatten, lezingen, interviews voor kranten en weekbladen, televisie- en radio-optredens, congressen, beantwoording van honderden e-mails, enzovoorts. Er is in feite weinig tijd voor andere dingen dan politiek. Niet voor sporten. Niet voor hobby’s.

Zelfs het lezen van boeken schiet er nogal eens bij in. De meeste vrienden zie ik maar een enkele keer per jaar. Vroeger gingen we nog wel eens een potje snookeren, maar dat is ook alweer een paar jaar geleden.

Soms heb ik het idee dat ik in een wondere wereld leef. Mensen hebben vaak de overtuiging dat een politicus zeven dagen in de week en 24 uur per dag aanspreekbaar moet zijn. Letterlijk. Men belt op zaterdagavond rustig op met een vraag. Ik heb wel eens iemand om 22.30 uur aan de deur gehad, terwijl ik met mijn vrouw eindelijk net een glaasje wijn zat te drinken.

„Ik was toch in de buurt“, zei de man, „dus ik dacht ik ga maar eens even bij meneer Rouvoet langs, want ik heb een brandende vraag.“ Toen ik tegen de man zei dat ik best naar hem wilde luisteren, maar dan op maandagochtend in plaats van zaterdagavond, was hij verontwaardigd. Wij worden toch goed betaald als politici, zei hij. Nota bene van zijn belastingcenten, voegde hij eraan toe. Hij is uiteindelijk wel weggegaan. Ja luister, ik ben Gekke Henkie niet!

Politiek is heel lang niet in mijn blikveld geweest. Tot ver in mijn studententijd had ik er niks mee. Van huis uit werd dat ook niet gestimuleerd. Het was geen item bij ons thuis. Mijn ouders zullen wel ARP hebben gestemd, maar er werd nooit over gesproken.

Op een gegeven moment – via de kerkelijke jeugdvereniging en later tijdens de colleges op de Vrije Universiteit – kwam de politiek langzaam maar zeker op mijn pad. Toen heb ik een stapel oude Elseviers gekregen van een vriend. Om me in te lezen. Die heb ik van a tot z gespeld.

Zoals ik eigenlijk altijd voor de Reformatorische Politieke Federatie, één van de voorlopers van de ChristenUnie heb gekozen. Het uitgesproken christelijke karakter van die partij sprak mij direct aan. Daarna ging het snel. Ik werd medewerker van Tweede Kamerlid Meindert Leerling, directeur van het wetenschappelijk instituut van de partij en vervolgens kandidaat-Kamerlid.

In de Tweede Kamer voel ik me thuis. Ik heb altijd van discussiëren gehouden. Dat vind ik nog steeds verschrikkelijk leuk.

Nee, het CDA is voor mij nooit een redelijk alternatief voor de Christen- Unie geweest. De suggestie is me meer dan eens voorgehouden. Ook door sommige CDA-politici. Die zeiden: Kom bij ons, dan ga je wellicht een grote toekomst tegemoet.

Premier van Nederland? Ach, dat houdt me helemaal niet bezig. Ik voel me helemaal happy bij de ChristenUnie. Wij hechten zeer aan onze bijbelse uitgangspunten. Dat kun je van het CDA niet zeggen. Het CDA wil een brede volkspartij zijn en daarom kunnen niet alleen katholieken en protestanten, maar ook agnosten, moslims en hindoes lid zijn en de partij zelfs vertegenwoordigen.

Mensen die niet de bijbel als het Woord van God aanvaarden. Waar spreek je elkaar dan op aan? Alleen op algemene kernbegrippen als verantwoordelijkheid en solidariteit? Dat vind ik niet voldoende. Dan kun je je per definitie niet scherp profileren. Nee, ik ben toch maar liever de leider van een kleine partij met een helder profiel. Een moslim voor de ChristenUnie in de Kamer? Onmogelijk! Het klinkt misschien afgezaagd, maar als je zo’n druk bestaan hebt als ik is de thuisbasis natuurlijk van doorslaggevende betekenis. Daar laad je je weer op. Liesbeth en ik hebben vijf kinderen. Ook best druk, soms, maar ze zijn een groot geschenk.

We hebben een zoon van veertien en nog vier heerlijke meiden in de leeftijd van zes tot dertien jaar. Allemaal gezond. Mijn vrouw en ik hebben het geweldig getroffen. Ik ken Liesbeth sinds mijn tienertijd. We wilden beiden graag een groot gezin. Misschien omdat we allebei zijn opgegroeid in een gezin met vier kinderen.

Politiek is ongelooflijk dominant aanwezig in de gezinssituatie. Heel veel dingen komen op mijn vrouw neer, moet ik eerlijk bekennen. Zoals de 10-minutengesprekjes op school. Dus hebben we een paar dingen moeten afspreken. Met mijn secretaresse heb ik de stelregel: als ik vrijdag verplichtingen heb, dan houden we de zaterdag vrij; en andersom. Op die vrije dag probeer ik dan thuis te zijn.

Tegenwoordig hebben mijn vrouw en ik het stijldansen weer opgepakt. We dansen alles: van ballroom tot latin-dance. Hartstikke leuk! De vrijdagavond houden we speciaal daarvoor vrij. Binnenkort gaan we op voor goud! Eigenlijk willen we daarna door, maar er komt een verkiezingsjaar aan en dus zit ik vreselijk te twijfelen. Het is echt de vraag of het wel kan, nu we een idioot drukke campagnetijd tegemoet gaan.

De zondag is een andere dag dan alle andere dagen. Dan wil ik geen politiek aan mijn hoofd en ook geen telefoontjes, althans over het werk. De computer gaat niet aan, de televisie evenmin. Niet omdat het niet mág, maar omdat het niet hóeft! Vlak voordat ik ’s avonds naar bed ga, kijk ik nog wel even naar teletekst voor de laatste nieuwtjes, om op maandagochtend niet te worden verrast.

Op zo’n zondag gaan we twee keer naar de kerk. Verder proberen we met het gezin wat dingen te ondernemen. Daar komt normaal gesproken gewoon te weinig van. Mijn zoontje heeft een aantal jaren gevoetbald en toen probeerde ik wel regelmatig bij de voetbalwedstrijden van mijn zoon langs de lijn te staan.

Alle kinderen doen wel iets aan muziek en sport. Als ze een uitvoering hebben, probeer ik daar wel bij te zijn. Dan ga ik wat eerder weg uit Den Haag en zit vader in zijn mooie pak achterin de zaal. Naar de bioscoop gaan we maar zelden. We zijn naar de drie delen van The Lord of the Rings geweest, daar is het hele gezin fan van; en naar de verfilming van De Kronieken van Narnia van C.S. Lewis.

Verder kijken we net zo lief naar een film op tv, als er tenminste één is die de moeite waard is. Laatst hebben we nog gekeken naar Entrapment met Sean Connery en Catherine Zeta Jones. Spannend en vermakelijk. Daar heb ik mijn werk even voor opzij gelegd.

Mijn vrouw en ik zijn het erover eens dat ze niet nog eens extra druk moeten ondervinden van mijn beroep. Onze kinderen moeten hun eigen leven kunnen blijven leven. Ze vinden het best leuk dat pappa op tv is en in de kranten staat. Als ik veel weg ben van huis, zijn ze er wat minder over te spreken. Soms maak ik van de nood een deugd. Dan neem ik ze mee naar een spreekbeurt of een televisie-optreden.

Ik heb vaak het gevoel dat ik er vaker moet zijn voor Liesbeth en de kinderen. Het probleem is dat ik dan weer het gevoel heb dat ik de partij tekort doe. Dat laatste is eigenlijk niet nodig, want ik ben voortdurend op pad voor de ChristenUnie.

Het lezen van boeken zorgt voor de nodige ontspanning. Het draaien van cd’s ook. Vroeger draaide ik eigenlijk van alles uit de Top 40, van Dire Straits tot Alan Parson’s Project en Chicago. Tegenwoordig ben ik liefhebber van Katie Melua, Alison Krauss, Michael Bublé en Jamie Cullum, en natuurlijk Van Morrison. Hymns to the Silence: Geweldig!

Het geloof is de dragende kracht in mijn leven. Niettemin kom ik soms te weinig toe aan bezinning. Dan sta ik ’s ochtends bewust eerder op dan de rest en lees ik een stukje uit de bijbel. Of ik ga bidden.

Bidden is de adem van het geloof. Zoals ik tijd en energie moet steken in mijn relatie met Liesbeth en de kinderen, moet ik de relatie met God ook onderhouden. Soms is dat een worsteling. Als ik me te weinig tot Hem heb kunnen richten, beschouw ik dat als ontrouw.

Ik maak immers iedere dag zo veel tijd voor andere dingen vrij. Gelukkig is Hij trouwer dan ik. Ik vertrouw erop dat Hij mij vasthoudt.

Andersom moet ík dat ook doen. Zoals goede vrienden dat doen. God is een persoonlijke God, maar ik zie geen gezicht voor me als ik aan Hem denk. Zoals ik ook geen duidelijk beeld heb van hemel en hel. Ons denken is daar te beperkt voor.

Volgens mij heeft de hemel totaal niets te maken met wolkjes en harpen. De essentie van de hemel is voor mij: het bij God zijn. Er zal vast veel worden gezongen ter ere van Hem. Er zal misschien ook gewerkt worden, hoewel dat niet nodig is om je brood te verdienen. De tijd daar zal in elk geval onbeperkt zijn, denk ik. Misschien kom ik dan eindelijk ook wel toe aan al die ongelezen boeken.“

Bron: BN/De Stem, Ap van den Berg

Foto: PHIL NIJHUIS/GPD
Labels
André Rouvoet
In de media

« Terug

Reacties op '"Gelukkig is Hij trouwer dan ik"'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > april