Voorkom willekeur bij uitbreiding EU

woensdag 26 april 2006 11:46

Het kabinet is van mening dat Oost-Europese landen als Oekraïne en Moldavië voorlopig geen lid mogen worden van de EU, zo bleek deze maand tijdens een debat in de Tweede Kamer. Volgens mr. André Rouvoet en drs. Josine Wiskerke gaat het hier echter om onmiskenbaar Europese landen. Het is volgens hen belangrijk dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de geografische grenzen van Europa.

Sinds de val van de Berlijnse Muur in 1989 is de grens van de Europese Unie een heel stuk naar het oosten opgeschoven. Op 1 mei 2004 zijn tien nieuwe landen tot de Europese Unie toegetreden, waaronder acht Midden- en Oost-Europese landen. Er zitten momenteel nog acht landen in de wachtkamer. Roemenië en Bulgarije zullen, mits zij aan de criteria voldoen, op 1 januari volgend jaar toetreden. Met Turkije en Kroatië zijn de toetredingsonderhandelingen reeds begonnen. Ook Macedonië, Bosnië-Herzegovina, Servië-Montenegro en Albanië is perspectief op lidmaatschap geboden.

De verwachting is dat op termijn meer voormalige Oostbloklanden bij de poorten van de Europese Unie zullen aankloppen. In steeds meer landen komen democratisch gekozen regeringen aan de macht die hun blik nadrukkelijk op de Europese Unie richten. Dat roept de vraag op welke landen in de toekomst nog tot de Europese Unie zullen mogen toetreden.

Onvoldoende houvast
In het Verdrag staat dat alle Europese landen die de grondbeginselen van de Europese Unie in acht nemen, in beginsel in aanmerking komen voor lidmaatschap. Deze bepaling biedt echter onvoldoende houvast, omdat niet duidelijk is waar de geografische grenzen van Europa precies liggen. De noordelijke en de westelijke grenzen van Europa zijn onomstreden, maar dat geldt veel minder voor de zuidelijke en zeker niet voor de oostelijke grenzen.

Daar heeft Europa een afbakeningsprobleem. Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland zijn onmiskenbaar Europees. Van een aantal andere oostelijke buurlanden van de Europese Unie is het echter veel onduidelijker of ze binnen de geografische grenzen van Europa vallen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Kaukasische republieken Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. Deze landen zijn evenals Rusland inmiddels wel al enkele jaren lid van de Raad van Europa.

Criteria
Op initiatief van de ChristenUnie werd deze maand in de Tweede Kamer eindelijk een debat gehouden over de grenzen van Europa. Dit debat had natuurlijk al veel eerder moeten plaatsvinden, zodat ook de toetreding van Turkije daarin had kunnen worden meegenomen.

De discussie over de toetreding van Turkije kwam echter pas op gang nadat het formele besluit daarover al genomen was. Dit stond een discussie over de vraag of Turkije wel een Europees land is in de weg. Het besluit van de Europese regeringsleiders om Turkije tot de Europese Unie te laten toetreden, is een politiek besluit geweest. Turkije is al sinds 1952 lid van de NAVO en zou bovendien een belangrijke rol kunnen vervullen in het democratiseringsproces in het Midden-Oosten. Turkije ligt echter voor 90 procent in Azië. Wat betekent dat voor de toetredingskansen van Rusland? Of gelden daarvoor heel andere criteria?

In een notitie die op verzoek van de ChristenUnie aan de Kamer was gezonden, schreef de Nederlandse regering dat de geografische grenzen van Europa niet eenduidig af te bakenen zijn en dat de politiek daarom uiteindelijk bepaalt of een land Europees is en dus voor lidmaatschap van de Europese Unie in aanmerking kan komen. Een dergelijke benadering zet echter de deur open voor willekeur. Landen kunnen op basis van verschillende argumenten wel of niet tot de Europese Unie worden toegelaten. Dat is vanuit principieel oogpunt niet te verdedigen.

Schimmige constructies
Het is daarom belangrijk dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de geografische grenzen van Europa en in het verlengde daarvan over het bereik van de Europese Unie en de criteria die daarvoor bepalend zijn.

Mede naar aanleiding van de afwijzing van de Europese Grondwet lijkt de discussie daarover nu wel van de grond te komen. Zo nam het Europees Parlement enkele weken geleden een resolutie aan waarin de Europese Unie werd opgeroepen om de grenzen van Europa af te bakenen.

De discussie wordt echter te veel gevoed door argumenten als absorptievermogen en draagvlak. De vraag waar de grenzen van Europa liggen is namelijk in de eerste plaats een principiële vraag. De absorptiecapaciteit en het draagvlak spelen natuurlijk ook een rol, maar de vraag naar de grenzen van de Europese Unie dient daaraan nadrukkelijk vooraf te gaan. Het toetredingsperspectief dat aan Turkije is geboden, heeft op deze hele discussie een zware hypotheek gelegd, met als gevolg dat bijvoorbeeld het CDA voorstelt voor de Balkanlanden te werken met schimmige constructies als een B-lidmaatschap of ”patriarnaat”.

Orde op zaken
De ChristenUnie is van mening dat de Balkanlanden, maar ook Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland, als onmiskenbaar Europese landen ten principale een mogelijk toekomstig lidmaatschap niet mag worden ontzegd. Tegelijk is het zaak de verwachtingen te temperen: de Europese Unie zal nu eerst in eigen huis orde op zaken moeten stellen, voordat we nieuwe uitbreidingstrajecten ingaan.

Als ChristenUnie hechten we te veel waarde aan een goede Europese samenwerking om straks nieuwe lidstaten te laten binnenkomen in een Europees huis in verval!

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter van de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer en beleidsmedewerker bij deze fractie.

Bron: Reformatorisch Dagblad
Labels
André Rouvoet
In de media

« Terug

Reacties op 'Voorkom willekeur bij uitbreiding EU'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > april