Bijdrage debat situatie NedCar

donderdag 27 april 2006 15:30

De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn fractie was aangenaam verrast toen deze week bleek dat er een akkoord was gesloten tussen de bonden en Nedcar. Ik moet eerlijk zeggen dat wij dat bijna niet meer hadden verwacht. Wij waren een beetje bang dat de aangekondigde stakingen de boel zouden doen escaleren. Gelukkig is dat niet gebeurd. Het akkoord is een succes dat vele vaders kent. Wij zijn blij met de inzet van het kabinet: de minister, de staatssecretaris en de minister-president. De minister-president heeft empathie getoond voor de gevoelens die in dit deel van Nederland leven. Wij moeten de rol van de politiek echter niet groter maken dan die is. Uiteindelijk is het vooral de inzet van de werknemers en de werkgever geweest waardoor het tot dit akkoord is gekomen. Het akkoord houdt in dat er tot 1 april 2007 geen ontslagen zullen vallen. De taskforce gaat in werking treden om op korte termijn te bezien of er een nieuw model auto gemaakt kan worden. De staking is van de baan.

Ik ben blij met het akkoord. Laten wij echter niet te vroeg juichen. Er is nog steeds een reële dreiging dat er volgend jaar ontslagen vallen. Natuurlijk hopen wij dat de taskforce succes zal boeken. Wij moeten nog bezien hoe zich dit verder ontwikkeld. Wij moeten met beide benen op de grond blijven staan. Ik heb de indruk dat de mensen in Limburg zich daarvan goed bewust zijn.

De overheid heeft weinig invloed op beslissingen die op bedrijfsniveau plaatsvinden. Het kabinet heeft dat eerder gezegd. Het kabinet heeft vaker gezegd, zoals bij de discussie over de scheepsbouw, dat het niet aan de overheid is om op de stoel van de ondernemer te gaan zitten. Ik heb dat beaamd, maar ik heb ook altijd een komma gezet. Mijn pleidooi voor het industriebeleid is daar een voorbeeld van. De overheid moet alles doen binnen haar mogelijkheden om het bedrijfsleven te steunen om de goede keuzes te maken. De overheid moet daarvoor de randvoorwaarden bieden, juist met het oog op de grote verantwoordelijkheid voor de werkgelegenheid.

Ik kom bij de concrete situatie van NedCar. Hoe zit het met de deelname van de overheid in de taskforce? Ik ben wat terughoudend wat betreft een daadwerkelijke participatie van de overheid in die taskforce, want de overheid maakt geen auto's. Ik vind wel dat de overheid daar een grote betrokkenheid in moet hebben. Waar mogelijk moet zij ondersteuning bieden, zodat die taskforce tot een succes zal leiden. Kan de minister daar straks op ingaan?

Wij lopen altijd het risico dat wij een tik op de vingers krijgen vanuit Brussel vanwege ongeoorloofde staatssteun. Ik ben ook benieuwd wat de marges nu zijn. Ik heb het idee dat er enige beweging is en dat er wat meer ruimte komt voor nationale overheden om het eigen bedrijfsleven te steunen. Ik hoor graag of dit een juiste taxatie is. Als er meer ruimte komt, laten wij die dan ook maximaal benutten.

Het kabinet zal het beleid voor het versterken van de economische structuur in dit deel van het land met kracht moeten voortzetten. De heer De Wit heeft terecht gewezen op de grote aantallen ontslagen in de verschillende sectoren. Ik vraag de minister wel om zijn brief hierop toe te spitsen.

Wij hebben het nu over NedCar en over de omgeving waarin de fabriek staat. Wij moeten overigens niet vergeten dat er in andere delen van het land ook een zwakke economische structuur is. Ik denk daarbij aan het noorden van het land. Nu richten wij ons op het zuiden, maar daardoor mag het noorden van het land niet uit ons blikveld verdwijnen.

Ik roep het kabinet op, niet achterover te leunen. Wij moeten ons blijven inzetten om het ingezette beleid uit te voeren, zonder verwachtingen te wekken die wij als overheid niet kunnen waarmaken. Dan staan wij hier volgend jaar weer met het schaamrood op de kaken en dat wil ik graag voorkomen.

Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat situatie NedCar'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > april