Bijdrage kinderopvangvoorzieningen in de Tweede Kamer

donderdag 20 april 2006 10:41

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Voorzitter. Laat ik meteen maar zeggen dat ik de gang van zaken zeer onbevredigend vind. Vorige week zijn wij het debat begonnen. Ik stel voor het beeld te gebruiken van een minister die behoefte heeft aan intern beraad om te kijken of hij het draagvlak voor een wetsvoorstel kan verbreden. Ik vond het een legitiem verzoek en ik vond het aangewezen om de voorzitter van het Presidium die ruimte te gunnen. Ik heb mij proberen voor te stellen hoe wij als Kamer zouden reageren als een week na de eerste termijn van een debat met een minister, die minister met hetzelfde voorstel naar de Kamer zou komen en daarbij zou zeggen dat hij aanvullende informatie heeft waardoor de begroting een derde meevalt. Ik denk dat de Tweede Kamer dan op haar achterste benen zou staan: zo ga je niet met elkaar om, je zorgt er maar voor dat een voorstel goed onderbouwd is en dat je de Kamer volledig en juist informeert. Hier is duidelijk iets fout gegaan. Wij zijn niet goed geïnformeerd, eerst als Presidium en vervolgens als Kamer. Vanuit die optiek bezien is het dan niet zo'n verheugende mededeling dat de begroting meevalt. De voorzitter van het Presidium zegt dat hij het graag eerder had geweten. Ik moet dit het Presidium aanrekenen, omdat ik niet kan overzien wat er in het Presidium wel en niet gevraagd en besproken is. De voorzitter van het Presidium heeft -- ik vind dat chic -- niet gezegd dat hij niet of onjuist is geïnformeerd door de Rijksgebouwendienst. Ik kan niet anders dan de conclusie trekken dat het Presidium het zich vooral zelf moet aantrekken. Kennelijk heeft men niet genoeg doorgevraagd over dit niet-onbelangrijke punt, terwijl de hoogte van het budget al een tijd voorwerp van discussie was. Alles bij elkaar is het een erg onbevredigende gang van zaken.
Daar komt nog het volgende bij. Als zoiets zich zou voordoen, zouden wij op zijn minst van de betreffende minister verwachten dat hij nog dezelfde dag een brief aan de Kamer stuurt met de nieuwe informatie. Wij zijn de tweede termijn van het debat echter ingegaan met het staartje van de eerste termijn van de voorzitter van het Presidium. Ik had graag gisteren na de vergadering van het Presidium die conclusie op papier gehad zodat ik mij daarop had kunnen voorbereiden. Gezien de manier waarop het kabinet met de Kamer omgaat, vind ik dat wij de lat voor onszelf niet lager mogen leggen. Dat is hier echter wel gebeurd.

Ik vraag mij af of er wel echt 30% af kan. De totale kosten voor het nu realiseren van kinderopvang bedragen linksom of rechtsom -- mevrouw De Pater zei dit ook al -- €800.000. Het enige nieuwe aan de informatie is dat een substantieel deel daarvan later toch uitgegeven zou moeten worden. Die mededeling kan echter niet verder onderbouwd worden met bedragen of termijnen. Er wordt alleen gezegd dat de komende periode toch een substantieel deel moet worden uitgegeven aan klimaatbeheersing en andere aanpassingen. Het is onbevredigend dat wij op deze manier over zo'n enorm bedrag moeten spreken. Er moet namelijk een bedrag van acht ton uitgegeven worden om de kinderopvang per 28 augustus in gebruik te kunnen nemen. De krantenlezer/de belastingbetaler, zo zeg ik het Presidium, zal hier alleen maar uit opmaken dat die acht ton wordt uitgegeven om de kinderopvang nu te realiseren.

Gevoelsmatig zit het punt van de veiligheid mij nog steeds niet lekker. Met een aantal collega's zeg ik echter dat ik geen deskundige ben. Ik kan het deskundigenoordeel niet overdoen, maar het zit mij niet lekker. Vanuit die optiek is de Schepelhal een aantrekkelijk alternatief, al kan ik niet goed oordelen over de betere geschiktheid van die locatie. Ik zou het echter net als de heer Aptroot geen gezonde situatie vinden als dit niet tot in detail kan worden onderzocht vanwege het zwaar van Damocles van 28 augustus. Daar doet de termijn waarop al over kinderopvang in de Kamer gesproken wordt, niets aan toe of af.

Ik heb mijn naam niet voor niets onder de motie van collega Van der Vlies gezet. Ik heb in eerste termijn al gezegd dat het meer een politieke motivering dan een zakelijk aanvaardbare onderbouwing van het voorstel is. Ik vind het in totaliteit, ook gelet op de gang van zaken, een onrijp verhaal. Wij moeten er echter maar gewoon over gaan stemmen. Dan zullen wij zien welke fracties dat onrijpe voorstel met een hoog bedrag wel steunen en welke niet.

Mijn laatste opmerking betreft de wat delicate kwestie van woordvoerderschappen. Met de heer Van der Vlies zeg ik dat het er niet om gaat om op personen te spelen. In de eerste termijn is er echter door mevrouw Hamer aandacht gevraagd voor de communicatie vanuit het Presidium en de transparantie van de informatie. Voor mijzelf als woordvoerder vind ik het niet verhelderend dat wij dit debat met verschillende informatieniveaus doen en dat er vragen gesteld worden door woordvoerders van fracties die, naar ik aanneem, tegelijkertijd informatie van het Presidium bij zich dragen, terwijl ik daar geen zicht op heb. Dat komt het debat niet ten goede. Ik zeg dit zonder enige bijbedoeling, maar het is wel van belang. Immers, wij moeten een zuiver debat kunnen voeren, zowel met een minister als intern. Wij moeten goed weten wie wij waarop kunnen aanspreken.

Mevrouw Hamer (PvdA):
Ik wil hier graag een opmerking over maken, omdat het ging over iets wat ik heb gezegd. Wij zaten hier met vier leden en plaatsvervangend leden van het Presidium en vier andere woordvoerders. Om die reden heb ik gevraagd of er niet tot meer openbaarheid van het Presidium gekomen kan worden. Ik denk dat iedereen zich daar senang bij zou voelen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Het is natuurlijk op twee manieren op te lossen. Er zou ook voor andere woordvoerders gekozen worden, maar dat is aan de fracties. Naar aanleiding van de vragen over de communicatie tussen Presidium en Kamer heb ik evenwel gemeend dat wij bij onszelf te rade moeten gaan hoe die het beste bevorderd kan worden. Bij de manier waarop het nu is gegaan, krijg ik een ongemakkelijk gevoel. Bovendien weet ik nu ook niet meer zo goed hoe ik degene die hier als woordvoerder en niet als lid van het Presidium staat, kan interrumperen.

Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage kinderopvangvoorzieningen in de Tweede Kamer'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > april