Bijdrage debat Financieringsstructuur regionale publieke omroep

donderdag 27 november 2003 19:56

Arie Slob: Voorzitter. Volgens ons is de crux van dit wetsvoorstel: verantwoord loslaten. Door wijziging van de financieringsstructuur komen zowel het geld als de verantwoordelijkheid voor de regionale omroepen bij de provincies te liggen. De provin-cies hebben aangegeven dat zij die verantwoordelijkheid graag oppakken en aan kunnen. Mijn fractie is in principe bereid dit voorstel te steunen, al moeten er voldoende wettelijke waar-borgen worden gegeven. De vraag is op dit moment of aan alle condities is voldaan om dit voorstel te kunnen uitvoeren. De regionale omroepen hebben nogal wat bezwaarpunten naar voren gebracht. Zij vrezen dat er onvoldoende waarborgen zijn om een en ander goed te laten verlopen.
Een belangrijk punt is de doeluitkering, dat wil zeggen de oormerking van het geld. Als ik de opmerkingen van de regionale omroepen beluister, begrijp ik de achterliggende ge-dachte van hun bezwaar wel. Gevreesd wordt dat er ongelijkheid tussen provincies zal ont-staan. Ook vertrouwen de omroepen er niet op dat de provincies voldoende geld beschikbaar zullen tellen.

Ik verwijs voor een voorbeeld van de gang van zaken in de afgelopen periode naar mijn eigen provincie, Overijssel. Zelfs in de afgelopen jaren toen de provincie toch al een zekere verantwoordelijkheid droeg, is er onvoldoende geld naar RTV-Oost gegaan, doordat de indexering van het Provinciefonds hoger was dan die van de mediabegroting. Je praat dan over bedragen van zo’n € 900.000 en dat is niet kinderachtig voor zo’n omroep.
Ik hoor graag een reactie van de staatssecretaris op de angst en het gebrek aan vertrouwen die op dit moment leven bij de regionale omroepen. Wij zijn van mening dat bij het afstaan van verantwoordelijkheden ook hoort dat je vertrouwen schenkt. Daar hoort in principe geen oormerking van middelen bij. Je moet op een bepaald moment het vertrouwen hebben dat het goed gaat als je het loslaat.

Het vastleggen van de zorgplicht door de provincies vinden wij een belangrijk punt. Dit zou vertrouwen moeten geven. De regionale omroepen geven aan dat het vangnet dat inhoud moet geven aan de zorgplicht, niet gebaseerd zou moeten worden op de hoeveelheid uren die in 2001 door de regionale omroepen zijn uitgezonden, maar op de financiële middelen die vanaf 2001 geïndexeerd aan de omroepen ter beschikking zijn gesteld. Wil de staatssecretaris hierop reageren? Ik begrijp dat alle vragen die op dit moment leven tot gevolg kunnen hebben dat er voor dit wetsvoorstel onvoldoende steun is in deze Kamer.

De oplossing die de heer De Grave heeft aangegeven, namelijk om een aantal jaren aan de slag te gaan en goed te volgen via het Commissariaat voor de media hoe zich dit ontwikkelt, vind ik interessant. Ik wacht het antwoord van de staatssecretaris op mijn opmerkingen over de zorgplicht en de doeluitkering af, maar dit zou mogelijkerwijs een oplossing kunnen zijn om provincies het vertrouwen te geven dat zij moeten hebben en daarnaast aan de regionale omroepen duidelijk te maken dat er nadrukkelijk wordt toegezien op de uitvoering zodat er kan worden ingegrepen als het fout gaat.

2e termijn

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Ik vond het een creatieve vondst van collega Bakker om te spreken van flexibiliteit in het debat. Ik moet echter zeggen dat bij mij de verwarring enigszins toesloeg toen ik de staatssecretaris in eerste termijn hoorde spreken. Je gelooft erin of je gelooft er niet in. Als zij niet in het wetsvoorstel gelooft, hadden wij niet over het wetsvoorstel moeten spreken. Dit wetsvoorstel is door het vorige kabinet voorbereid. Het huidige kabinet heeft echter zeker mogelijkheden om aanpassingen te verrichten als het kabinet vindt dat het anders moet. Zo werkt dat.
Bij mijn fractie was een zekere bereidheid aanwezig om verder te gaan met dit wetsvoorstel. Wij zien de provincies deze taak uitvoeren. Wel moeten wij eerst discussie voeren over de condities waaronder een en ander gaat plaatsvinden. Ik heb in dat opzicht een aantal punten genoemd. Ik heb vragen gesteld over de invulling van het vangnet door dit wetsvoorstel. Als de staatssecretaris straks verder aan het werk gaat met dit wetsvoorstel, geef ik dit punt alvast mee met de vraag daar nadrukkelijk naar te kijken. Ik heb als voorbeeld gevraagd naar de wijze waarop in Overijssel met de gelden is omgegaan in de afgelopen jaren. De staatssecretaris gaf aan dat er een fax is verstuurd. Dat klopt. Die heb ik ook ontvangen. Ik heb de discussie in de provincie van zeer nabij gevolgd. De staatssecretaris zegt dat omdat men niet onder de mediabegroting is gaan zitten, het hier gaat om de beleidsvrijheid van de provincie.

Het was toch de bedoeling dat zou worden uitgegaan van de algemene uitkering van het provinciefonds? Als dat het geval is, dan is er wel een gat. Ook ik kan tellen. Ik vraag de staatssecretaris om de Kamer hierover te rapporteren. Ik denk dat het beter is om er op een later moment verder over te spreken. Wij vinden het wel van belang dat de middelen die de provincies nodig hebben om de regionale omroepen in de ether te houden voor het komende jaar gewaarborgd zijn, maar dat lijkt mij eerlijk gezegd geen probleem.
Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat Financieringsstructuur regionale publieke omroep'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > november