Bijdrage debat Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2004

woensdag 05 november 2003 13:20

Alleen uitgesproken tekst geldt

Bezuinigingen en ombuigingen
Arie Slob:
Mdv. In de afgelopen twee weken zijn we als Tweede Kamer getuige geweest van een zeer kordaat optredende minister van OCenW. Onder meer bij debatten over de flexibilisering van de schooltijden en de Tweede Fase liet ze blijken over een zeer krachtige bestuursstijl te beschikken. In duidelijke bewoordingen maakte de minister vorige week ook duidelijk de vrijheid van onderwijs hoog in het vaandel te hebben geschreven. De fractie van de ChristenUnie heeft waardering voor het optreden van de minister van OCenW tot nu toe. Dat geldt overigens ook voor staatssecretaris Nijs, die deze nieuwe kabinetsperiode veel beter in haar bestuurlijke vel lijkt te zitten. Ik hoop dat de beide bewindslieden mijn inleidende woorden niet zullen vergeten, als ik tijdens deze begrotingsbehandeling toch een aantal harde noten over hun beleid zal moeten kraken. Helaas is dat noodzakelijk.

Allereerst over de financiële kant van het beleid. Het beeld in de formatie was dat overal bezuinigd werd, maar niet op onderwijs. Deze sector zou integendeel maar liefst € 700 miljoen extra mogen investeren. Tegenover deze intensiveringen staan zodanige ombuigingen dat het structurele extra bedrag ver onder de € 700 miljoen blijft (zo’n € 227 miljoen). De euforie over meer geld voor het onderwijs – met name bij D66 - is dus misplaatst. Ook voor het onderwijs is het de komende jaren op veel terreinen bikkelen. Er is wel een heel erg makkelijke bezuiniging ingeboekt op de lerarensalarissen. In een situatie van personeelstekorten geen handige keuze.

Autonomievergroting en deregulering
In de begroting staan opnieuw mooie woorden over autonomievergroting en deregulering. Door meer globale wetgeving ontstaat er inderdaad ruimte voor scholen. Tegelijkertijd constateer ik dat de overheid het toezicht zodanig wil versterken dat ik betwijfel of scholen de grotere beleidsvrijheid ook daadwerkelijk durven pakken. Ik ben niet tegen versterking van toezicht. Het is een logische stap als gevolg van de terugtrekking van de overheid uit de onderwijssector. Maar wanneer het toezicht te gedetailleerd wordt, wanneer het onderwijs met de ene na de andere monitor om de oren worden geslagen, dan bestaat het gevaar dat scholen in de kramp schieten. Veilig voldoen aan de eisen van de toezichthouder wordt dan aantrekkelijker dan zelfbewuste eigen keuzes. We dreigen terecht te komen in een situatie van een overspannen waarborg en een te weinig aan variëteit.

Het toezicht op de scholen moet de autonomievergroting niet in de wielen rijden. Hoe beoordeelt de minister vanuit deze stellingname haar voornemens op het gebied van versterking van het toezicht? In dit verband vraag ik aandacht voor de toetsingskaders waarmee de inspectie nu in het basis en voortgezet onderwijs werkt. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat die behoorlijk gedetailleerd zijn. Dit werkt bij scholen de neiging in de hand zich veilig te richten op de eisen van de inspectie in plaats van zelfbewust eigen wegen in te slaan. Dwingen de uitgangspunten autonomievergroting en variëteit niet tot een globaler kader? Graag een reactie van de minister.

In de beleidsagenda lees ik dat de minister met het primair en voortgezet onderwijs meerjarenafspraken wil maken. Ook hier is enige scepsis op zijn plaats. Waar deze meerjarenafspraken in ieder geval niet toe moeten leiden, is een invulling van de vrijgekomen beleidsruimte van bovenaf. Als we met de ene hand de scholen ruimte geven, moeten we die ruimte niet met de andere hand terugpakken. De minister dreigt in deze valkuil te stappen.

Toetsen
MdV. Er waait een toetsvirus rond in het onderwijs. Mogelijk ingegeven door een samenleving die steeds prestatiegerichter wordt. Eén keer vergissen kan nog (1995, staatssecretaris Netelenbos). Twee keer misschien ook nog wel (regeerakkoord Balkenende I). Maar nu wordt een derde poging gewaagd om de scholen te verplichten om straks een zogenaamde kleutertoets af te nemen. Voor wie doen we dit eigenlijk? Niet voor de scholen, die op meerdere legitieme redenen al hebben laten weten hier niet op zitten te wachten. Niet voor de kleuters, over wiens kwetsbare ruggen een weinig doordacht toetsencircus wordt losgelaten. Ook toetsdeskundigen plaatsen grote vraagtekens bij dit voornemen. We doen het ook niet voor de politiek. Vorig jaar is al gebleken dat ook de meeste fracties (waaronder ook regeringsfracties) weinig voor deze toets voelen. Het kan toch niet zo zijn dat het kale feit dat hier iets over in het regeerakkoord de minister tot sturm und drang op dit punt aanzet. Laten we alstublieft zelf blijven nadenken. En daarom vraag ik de minister te stoppen met het van bovenop aan de scholen opleggen van toetsen. Als ze dat niet wil doen, moet de Kamer zich daar maar over uitspreken. Ik heb inmiddels een amendement ingediend om het gereserveerde geld voor de toetsen over te hevelen naar de bestrijding van onderwijsachterstanden.

GOA
Mijn fractie maakt zich zorgen over de koers die het kabinet heeft ingezet als het om bestrijding van onderwijsachterstanden gaat. De overheveling van de GOA-gelden van gemeenten naar scholen is te verantwoorden, maar de vraag is of het nu moet en of daar ook nog eens een grote bezuiniging overheen moet komen. Dit kabinet heeft de mond vol over ‘meedoen’. In het kader daarvan is het dringend gewenst dat het onderwijs achterstanden bestrijdt. Een korting op het beleid dat deze bestrijding moet realiseren is hier geheel mee in strijd. Is het straks nog wel eerlijk om scholen en gemeenten af te rekenen op de doelstellingen van het beleidskader? Met het eerder door mij genoemde amendement probeer ik nog iets van de aangerichte schade te herstellen. Ik stel ook voor om de doorcentralisatie van deze gelden pas in te laten gaan als er een nieuw beleidskader van start gaat (in 2006). Tijdens de wedstrijd moeten we geen spelregels gaan veranderen.

Schoolbegeleiding
Ronduit kwalijk vindt mijn fractie de ontstane situatie rond de bekostigingswijziging van schoolbegeleidingsdiensten. Onze fractie staat achter deze wijziging. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik las dat het kabinet geen middelen beschikbaar wil stellen voor flankerend beleid. Tegen alle afspraken in wordt de rekening van deze bekostigingswijziging eenzijdig bij de schoolbegeleidingsdiensten neergelegd. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en betrouwbaarheid van de overheid vind ik dat zeer merkwaardig. Dit standpunt is op geen enkele manier te verantwoorden. Mijn fractie wenst hier ook geen verantwoordelijk voor te nemen. We verzoeken de minister deze grote omissie te herstellen. Het kan toch niet zo wezen dat de Kamer de lastige klusjes van de minister moet opknappen.

Nederlandse taal
De fractie van de ChristenUnie heeft in de afgelopen jaren al vaker in de Tweede Kamer aandacht voor de Nederlandse taal gevraagd. Tot en met een met het CDA ingediend initiatief wetsontwerp toe om het gebruik van de Nederlandse taal in de grondwet te waarborgen. Om ons heen zien we steeds meer dat dit gebruik gevaar loopt. In het hoger onderwijs, maar ook in het basisonderwijs. Voor de ontwikkeling van de Nederlandse taal is het niet goed dat zelfs basisscholen al een groot deel van het lesaanbod in het Engels geven. Ook het toenemende chatten door scholieren maakt een goed gebruik van de Nederlandse taal er niet beter op. Wat voor concrete plannen heeft de minister om een goed gebruik van de Nederlandse taal te blijven waarborgen?

Schoolkosten
Al vaker heeft de fractie van de ChristenUnie aandacht gevraagd voor de snel stijgende schoolkosten voor ouders. Onze zorg daarvoor is onverminderd groot. Vandaag vraag ik aandacht voor de gevolgen van de bezuinigingen in het openbaar vervoer voor het scholierenvervoer (leeftijd 12 – 18 jaar). Ook bij de V&W-begroting aandacht voor gevraagd. De bezuinigingen op het OV raakt het scholierenvervoer: speciale leerlinglijnen dreigen te verdwijnen. Ook de kosten rijzen voor ouders de pan uit. Welke verantwoordelijkheid neemt de minister van OCenW daarin? Hoe denkt ze bijvoorbeeld over de invoering van een scholierenkaart (analoog aan de studentenkaart)?

Skills Masters 2004
Tot slot: volgend jaar november vindt in Rotterdam de zogenaamde Skills Masters 2004 plaats. Een belangrijk evenement om het beroepsonderwijs te promoten. Is de staatssecretaris bereid daarvoor geld beschikbaar te stellen? Eventueel is mijn fractie bereid daarvoor een amendement in te dienen.
Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2004'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > november