Bijdrage Esmé Wiegman aan Algemeen Overleg GGZ.

donderdag 30 juni 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport in een algemeen overleg met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Onderwerp:    GGZ

Kamerstuk:    25 424

Datum:             30 juni 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De afgelopen jaren was er sprake van een mooie ontwikkeling: zoveel mogelijk het stigma van de GGZ halen en deze tak van zorg verder normaliseren. Nu is dit door het kabinet kennelijk zo genormaliseerd dat professionele zorg nauwelijks nodig lijkt. «Normaliseren» betekent dan: je zoekt het zelf maar uit en je lost het zelf maar op.

De ChristenUnie is van mening dat de bezuinigingsplannen een groep mensen in onze samenleving isoleren, opnieuw stigmatiseren en discrimineren. De groep van chronische GGZ-patiënten, die mede door stimulering van de overheid toenemend geëmancipeerd is, raakt weer achterop. Als deze bezuinigingsplannen doorgaan, zal het de maatschappij over een aantal jaren weer handenvol geld kosten om de gevolgen in goede banen te leiden. Natuurlijk moet er bezuinigd worden; daar zijn wij niet op tegen, maar de ChristenUnie mist de visie achter deze maatregelen. Ze lijken alleen te dienen om op korte termijn bezuinigingen in te boeken waaraan de coalitie en de gedoogpartner zich hebben gecommitteerd. Daarnaast – dat vinden we kwalijker – belemmeren deze maatregelen de toegang tot noodzakelijke zorg. Daardoor zullen de kostenbesparende effecten op middellange termijn teniet worden gedaan, omdat meer mensen met psychische problemen terechtkomen in zwaardere vormen van zorg en crisis. Tevens zullen psychische problemen verergeren, met alle maatschappelijke en economische gevolgen van dien: een toenemend beroep op sociale voorzieningen en uitkeringen en noem maar op. Bovendien is het alleen voor de GGZ heffen van een eigen bijdrage onnodig discriminerend voor mensen met een psychische aandoening en brengt het een onhoudbaar en onrechtvaardig onderscheid aan tussen mensen met een lichamelijke ziekte en mensen met een psychische ziekte.

De bezuinigingen hebben uitsluitend het karakter van «dit doen we niet meer» in plaats van «dit doen we anders». Over de inzet van e-mental health, het uitbreiden van preventie en het ambulant invullen van langdurige zorg wordt niet gesproken. We missen een positieve, op innovatie gerichte insteek die in overleg met de sector tot stand komt. De afgelopen jaren is de eerstelijns psychologische hulp versterkt om de uitgaven voor zorg in de duurdere tweede lijn te verminderen. Met de vermindering van het aantal gesprekken in de eerste lijn en het verhogen van de eigen bijdrage wordt een deel van de kracht van dit beleid weggenomen. Dit getuigt niet van consequent beleid en een betrouwbare overheid.

Een deel van de huidige bezuinigingen is ook een straf op goed gedrag om wachtlijsten weg te werken. Ik verwacht van de minister en de staatssecretaris een eerlijk beeld van de achtergrond van de huidige financiële situatie in de GGZ. Ik krijg van verschillende kanten de boodschap dat het overgehevelde bedrag voor de curatieve GGZ van de AWBZ naar de Zvw in 2008 te laag is vastgesteld. Hierdoor is er nu bij grote instellingen een onderproductie op de AWBZ en een overproductie in de Zvw. Die kan oplopen tot enkele miljoenen per instelling. Onderproductie in de AWBZ kan niet aangewend worden ter financiering van de GGZ in de Zvw. Is het mogelijk om via een herschikkingsronde tot een realistischere herverdeling te komen, waardoor de hoogte van de terug te vorderen overschrijdingen daalt? Daarop krijg ik graag een reactie. Klopt het dat de overschrijding ook te maken heeft met de invulling van de klinische capaciteit bij GGZ-instellingen waarvoor VWS al vóór 2008 een toelating heeft afgegeven, wat echter niet is meegenomen in de begroting van de curatieve GGZ? Is het dan terecht dat de sector daar nu op afgerekend wordt?

In haar brief van 27 juni geeft de minister aan dat de eigen bijdrage voor behandeling bij een BOPZ-patiënt niet aan de orde is. Over de bijdrage die betrekking heeft op het verblijf dat mogelijk aan de behandeling is gekoppeld, wordt niets aangegeven. Vervalt ook die eigen bijdrage bij een BOPZ-patiënt?

Vorig jaar heb ik een motie ingediend met het verzoek om, indien tot invoering van een eigenbijdrageregeling in de ggz moet worden overgegaan, te onderzoeken hoe een aantal dbc’s van bijdrageplicht uitgezonderd kunnen worden, met als criterium dat het moet gaan om ernstige psychische stoornissen die een risico vormen voor de veiligheid van de patiënt zelf dan wel voor de veiligheid van de omgeving of de samenleving. Deze vraag leeft nog steeds bij mijn fractie. Graag een antwoord van de minister, gekoppeld aan wat vorig jaar heeft plaatsgevonden. Toen zijn maatregelen uitgesteld op voorwaarde dat vanuit de sector alternatieven aangedragen zouden worden en dat die serieus meegenomen zouden worden. Die vraag speelt vandaag ook. Daarom ben ik erg benieuwd naar de reactie van de minister en de staatssecretaris op de alternatieven die door het Landelijk Platform GGZ zijn aangedragen: het versterken van de eerste lijn, ook op het punt van de acht of liever twaalf zittingen, 400 minuten in het basispakket voor het verlaagde eerstelijnstarief, het verdelen van de lasten, meer extramurale zorg en een goede tariefonderbouwing. Graag een reactie.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > juni