Bijdragen Cynthia Ortega-Martijn Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

dinsdag 21 juni 2011 00:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):Voorzitter. Ik wil de staatssecretaris bedanken voor de beantwoording van de vragen. Ik vraag hem om wederom zijn oordeel uit spreken over mijn amendementen op de stukken nrs. 38 en 39. Deze zijn namelijk gewijzigd.

            Verder heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris. Het BKR heeft lopende het LIS toestemming gekregen om de GBA te gebruiken. Klopt het dat men hiervan nog steeds gebruikmaakt? Wij zouden dat heel kwalijk vinden.

            Ik ga meteen over tot het indienen van moties. Van mijn huisarts mag ik namelijk eigenlijk niet eens praten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat via de uitvoering van de door de Kamer aangenomen motie Ortega-Martijn c.s. (24515, nr. 166) vijf miljoen euro tot de beschikking is gesteld voor landelijke vrijwilligersorganisaties om in samenwerking met gemeenten en/of professionele schuldhulporganisaties projecten te starten die het ondersteunende "werk" van vrijwilligers bij schuldhulpverlening bevorderen;

constaterende dat de financiering van de opgestarte projecten van tijdelijke aard is en rond juli 2011 afloopt, met als doel dat gemeenten de bijdrage in de financiering van de projecten kunnen overnemen;

overwegende dat het voor de besluitvorming van gemeenten over het zelf leveren van een bijdrage aan de financiering van de projecten noodzakelijk is om een degelijk inzicht te hebben in de effectiviteit van de projecten;

overwegende dat de huidige looptijd van de financiële ondersteuning aan de projecten in de praktijk onvoldoende is om de projecten goed te kunnen opstarten, waarmee een degelijke beoordeling van de effectiviteit van de projecten nog niet mogelijk is;

van mening dat de looptijd van de financiële bijdrage aan de projecten voldoende moet zijn om tot een goede evaluatie van de projecten te komen, zodat de voorzetting van de projecten door gemeenten niet in het geding komt door het gebrek aan een degelijke evaluatie;

verzoekt de regering, verzoekschriften van de betrokken vrijwilligersorganisaties ter verlenging van de looptijd van de financiële ondersteuning aan de projecten die zijn gestart ter bevordering van het ondersteunende "werk" van vrijwilligers bij schuldhulpverlening binnen het tot de beschikking gestelde budget van 5 mln. te honoreren,

en gaat over tot de orde van de dag. (motie nr. 40 (32291)).

 

            Mevrouw Ortega, in vroeger tijden las de voorzitter de moties voor. Als ik u daarmee help, wil ik dat met plezier voor u doen. Zo kunt u uw stem sparen.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Graag, voorzitter.

De voorzitter: Het debat doe ik niet voor u!

 

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het binnen de schuldhulpverlening alleen mogelijk is om cliëntenrekeningen zoals basisbankrekeningen te openen die opgesteld zijn op naam van de cliënt en waarop de schuldhulpverlener gemachtigd is;

overwegende dat voortvloeiend uit de door DNB gehanteerde criteria voor de omgang met derdengelden, i.e. middels verlenen van machtiging op bovengenoemde basisbankrekeningen, de gespaarde gelden op deze cliëntenrekeningen niet voor beslag zijn gevrijwaard;

overwegende dat deurwaarders in opdracht van schuldeisers op ieder conveniërend moment beslag kunnen laten leggen op rekeningen van cliënten met schulden;

van mening dat zowel voor de nakoming van de maandelijkse lopende verplichtingen als in geval van akkoordaanbiedingen dit een risicovolle en ongewenste manier van werken is doordat het schuldsaneringstraject wordt doorkruist, met als gevolg dat cliënten dieper in de problemen komen;

verzoekt de regering om in overleg met DNB een aparte wettelijke status toe te kennen aan beheerrekeningen voor cliënten die in een schuldhulpverleningstraject zitten zodat deze beheerrekeningen vrij van beslag zijn, en het voorstel hiervoor binnen vier maanden aan de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag. (motie nr. 41 (32291)).

            De tweede motie luidt als volgt.

 

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aanbieden van schuldhulpverlening tegen een vergoeding op grond van artikelen 47 en 48 van de Wet op het consumentenkrediet verboden is;

overwegende dat schuldhulpverleners die tegen een vergoeding kwalitatieve en efficiënte schuldhulpverlening willen aanbieden door dit verbod worden beperkt;

overwegende dat de behoefte aan schuldhulpverlening groot is en het aanbod van kwalitatieve en efficiënte schuldhulpverlening achterblijft;

van mening dat het aanbieden van schuldhulpverlening onder voorwaarden zoals certificering en tegen een gemaximeerde vergoeding mogelijk moet zijn;

verzoekt de regering om de wettelijke belemmering voor het aanbieden van schuldhulpverlening tegen een vergoeding weg te nemen, middels AMvB nadere voorwaarden te stellen aan de certificering en de hoogte van de vergoedingen en de voorstellen hiervoor binnen vier maanden aan de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag. (motie nr. 42 (32291)).

 

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2011 > juni