Bijdrage Esmé Wiegman aan het Algemeen Overleg Waterkwantiteit.

donderdag 16 juni 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink en de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu in een algemeen overleg gevoerd met staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu.

Onderwerp:    Waterkwantiteit

Kamerstuk:    27 625

Datum:             16 juni 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De staatssecretaris is er met het Bestuursakkoord Water in geslaagd een groot deel van de bezuinigingen in het waterdomein teniet te doen doordat de waterschappen voortaan bijdragen aan het HWBP. Ik feliciteer de staatssecretaris met dit resultaat. De vorige staatssecretaris heeft de waterschappen uitgedaagd met voorstellen te komen. Dit is nu verzilverd. Mijn fractie is positief over het bestuursakkoord. De uitspraken over 100% financiering op termijn door het waterschapsdeel van het HWBP vind ik wel wat prematuur. De prioriteit moet gegeven worden aan de gematigde ontwikkeling van de waterschapslasten. Dat zal nog een hele toer worden. Sommige waterschappen, zoals het Hoogheemraadschap van Delfland, slagen nu al niet in een gematigde lastenontwikkeling. Ik reken er sowieso op dat de solidariteit tussen de waterschappen niet in het geding komt. Wil de staatssecretaris hierop toezien bij de verdere uitwerking van de gemaakte afspraken?

Iets anders wat mijn fractie zorgen baart is de manier waarop het Rijk aan de aangegane verplichtingen gaat voldoen. Er is in de periode tot 2020 geen geld beschikbaar om aan de afspraken te voldoen. Het grote financieringsgat tot 2020 wordt opgelost door een nieuw gat te creëren in de toekomst. Hiermee schuiven we een deel van de problemen als een soort boeggolf voor ons uit. Met die boeggolf kom ik bij de waterveiligheidsopgaven. De staatssecretaris is eerlijk in zijn brief van 21 april jl. dat er nog een niet gedekte veiligheidsopgave op ons afkomt van ongeveer 4 mld. Dit is nog exclusief de nodige en aangekondigde aanscherping van de veiligheidsnormen. Mijn fractie krijgt graag meer inzicht in deze resterende waterveiligheidsopgaven, om over de zoetwatervoorziening en waterkwaliteit nog maar te zwijgen. Wat hoort er nu wel of niet bij die 4 mld.? Is het de nu bekende opgave of is het de opgave tot 2020, of is het de opgave die er ligt om weer aan de normen van de Waterwet te gaan voldoen? Zo ja, moet deze opgave dan niet snel worden opgepakt gelet op wat de wet eist? Ik krijg graag meer duidelijkheid hierover. Hoe groot is de aanvullende opgave uit de brief van de staatssecretaris? Geeft de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) die is opgesteld door Deltares hierover meer informatie? Ik hoop overigens dat de kwaliteitstoets op de nieuwe normen snel klaar is. Kan de staatssecretaris de rapporten nog voor het zomerreces naar de Kamer sturen? De staatssecretaris geeft terecht prioriteit aan investeringen in waterveiligheid. Geldt dit ook voor de lange termijn? Het zou helpen als de staatssecretaris de Kamer de garantie biedt dat de in het regeerakkoord opgenomen bezuinigingen op de Kaderrichtlijn Water (KW) nooit ten koste mogen gaan van investeringen in waterveiligheid en zoetwatervoorziening van tenminste 1 mld. vanaf 2020, ook niet na deze kabinetsperiode. Hoeveel staat er eigenlijk gereserveerd voor de implementatie van de KW na 2015? Ik heb er in de laatste begroting niets over kunnen vinden. Je kunt toch alleen maar 50 mln. structureel bezuinigen op de KW als er ook werkelijk structureel jaarlijks tenminste 50 mln. voor stond gereserveerd? Graag hoor ik een reactie.

Dit jaar gingen we in nog geen drie maanden tijd van heel hoge naar extreem lage rivierwaterstanden, en we gingen van een natte periode naar een kurkdroge tijd met alle gevolgen van dien. Nog steeds is het ondanks de buien -- vanmorgen ben ik tot op het bot nat geworden door een heel fikse bui -- de laatste tijd erg droog. De beschikbaarheid van genoeg goed zoet water is van levensbelang, ook om verzilting tegen te gaan. Binnen het Deltaprogramma wordt voor de Zuidwestelijke Delta gewerkt aan een goede zoetwatervoorziening. Dit lijkt sowieso nodig, ook zonder een Kierbesluit en actieve verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Afgelopen zomer moest er veel worden doorgespoeld. Is de staatssecretaris het met me eens dat dit een erg verkwistende manier is van omgaan met het zoete water dat er nog wel is? Is de staatssecretaris doordrongen van het belang van een betere zoetwatervoorziening in de Zuidwestelijke Delta? Zo ja, hoe wil hij hiermee omgaan terwijl hij weet dat er door het Rijk geen geld voor zoetwatermaatregelen is gereserveerd? Ik ben, hoe dan ook, erg benieuwd naar de mogelijkheden van innovatieve maatregelen als een bellenscherm in de Nieuwe Waterweg. Dergelijke innovatieve maatregelen lijken mij veel minder kostbaar dan bijvoorbeeld een extreme verhoging van het peil in het IJsselmeer. Hier liggen nog veel onderzoeksvragen die in het kader van het Deltaprogramma zijn en worden opgepakt. Mijn fractie volgt met grote belangstelling de vorderingen. Bovendien rekenen we op een staatssecretaris die zich vanwege het grote belang van de zoetwatervoorziening voor veiligheid, drinkwatervoorziening en economie hiervoor blijven zal inzetten.

Tot slot heb ik nog een paar korte vragen. Hoe gaat de staatssecretaris de patstelling tussen de provincies en waterschappen helpen doorbreken? Dit kabinet heeft immers budgetten voor natuurmaatregelen geschrapt en de realisatie van allerlei integrale gebiedsontwikkelingen ligt op verschillende plekken stil. Ik wil graag een reactie op de analyse van professor Elzinga dat indirecte verkiezingen van de waterschapsbesturen tot een nog grotere tombola zal leiden dan bij de Eerste Kamerverkiezingen en mogelijk ook tot grotere invloed van de grote steden. Mijn fractie vraagt om een zorgvuldige voortgang van de bypass bij Kampen. De  bestuurders in de regio zijn eensgezind dat de bypass een duurzame en veilige oplossing biedt voor de waterveiligheidsopgaven en de ruimtelijke opgaven.

Tot slot: het advies van Nijpels over de Afsluitdijk bespreken we na de zomer. Het plan dat nu voorligt, lijkt me reëel gelet op de financiën. Daarmee worden wel mooie innovatieve plannen van de consortia opzij geschoven. Dat zijn plannen waarmee Nederland zich nu juist internationaal had kunnen onderscheiden. Er zitten zeker goede elementen in deze plannen. Daarom vragen we de verzekering van de staatssecretaris dat bij zijn keuze, dergelijke keuzes en opties in de toekomst in ieder geval niet onmogelijk worden gemaakt.

De heer Paulus Jansen (SP): Ik heb een vraag over de opmerking die u op de valreep maakte over het bypassproject van de ChristenUnie. De ChristenUnie draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid, zowel in Kampen als in de provincie. Mevrouw Wiegman zegt dat de bestuurders eensgezind zijn dat dit een veilige oplossing is. Is het geen probleem dat de bestuurders vooral een commitment hebben met die integrale gebiedsontwikkeling? Ik bedoel villaparken bouwen en dat soort zaken. Dat is natuurlijk allemaal ook erg belangrijk hoor. De waterveiligheid wordt betaald door de staatssecretaris van Water. Hij moet dan ook de kwaliteitsborging regelen met de controle van de Tweede Kamer. Kortom: wij gaan erover. Mevrouw Wiegman, u komt zelf uit het gebied. Moet het voor de ChristenUnie niet vooropstaan dat die 200 mln. waterveiligheidsgelden echt besteed worden aan waterveiligheid en niet aan allerlei andere leuke dingen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik kan niets anders dan constateren dat daar een heel bijzondere integrale gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Ik kan ook niets anders constateren dan dat tot nu toe al het huiswerk steeds op orde is geweest, van alle onderzoeken die voortdurend gevraagd werden en alle rapportages en noem maar op. Ik kan ook niets anders constateren dan dat er goede financiële afspraken zijn gemaakt over wat het Rijk bijdraagt, wat de provincie bijdraagt en wat de verschillende gemeenten bijdragen. Daarom vraag ik om voortgang van die zorgvuldigheid. Ik zeg niet dat hierover geen woord meer gezegd kan worden want we zitten in het proces. Ik zie wel graag dat we de zorgvuldigheid die we tot nu toe hebben betracht, voortzetten en dat er niet al te gemakkelijk zomaar met één pennenstreek ergens een streep door wordt gezet.

De heer Paulus Jansen (SP): Ik ken de ChristenUnie als een heel degelijke partij in financieel opzicht. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft tot twee keer toe geconcludeerd dat dit project geen no-regretproject is. Dat is wel een eis voor het naar voren halen van die 18.000 m3-projecten. Dat is het volgens het CPB dus niet. Dat lijkt me een belangrijke overweging voor de ChristenUnie. Destijds is het bypassproject op de agenda terechtgekomen door het inverdieneffect van 64 mln. Nu wordt gezegd dat we de zomerbedverdieping moeten schrappen en die 64 mln. is opeens verdwenen. Rara, hoe kan dat? Gaat er voor de fractie van de ChristenUnie niet een alarmbel af dat er misschien niet echt zuivere waterveiligheidsargumenten een rol spelen bij dat project?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Je moet inderdaad zorgvuldig omgaan met besteding van middelen en maatregelen die tussentijds ingevoerd of geschrapt worden. Er moet duidelijkheid en helderheid zijn om welk geld dit gaat en hoe het precies zit. Daarop zijn mensen van de ChristenUnie zeker aanspreekbaar. Het is belangrijk, en zeker in tijden van financiële krapte, om nog eens te bekijken of we de goede dingen doen en of we de dingen goed doen, en daarin prioriteiten te stellen. Als ik zie welke opgaven er in dit project allemaal bij elkaar komen, zou je kunnen zeggen dat het misschien qua waterveiligheid niet het gebied is dat je met stip op nummer 1 zet met de grootste urgentie. Als je ziet wat er allemaal samenkomt aan realisatie van infrastructuur en ontwikkelingen die gaande zijn, zeg je misschien wel dat het in het kader van zorgvuldigheid en behoorlijk bestuur goed is verder te gaan en niet allerlei onzekerheden te laten voortbestaan. Dat zijn zaken die we goed moeten afwegen omdat daar een heel groot integraal plan gerealiseerd wordt. Laten we helder hebben: we hebben het niet over een maagdelijk gebied. We kunnen niet zeggen: laten we er vandaag eens mee beginnen of zullen we nog even een jaartje wachten. Omdat ik er dicht bij woon, zie ik het met de dag vorderen. Er is nu al heel veel gaande. Er is al heel veel geïnvesteerd. Dat vraagt om verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid bij de manier waarop je zo'n proces dan voortzet.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > juni