Column Centraal Weekblad

dinsdag 02 november 2004 12:35

Laatst was ik op een bijeenkomst van christelijke ondernemers. Het waren christenen van behoorlijk reformatorische snit, de zaal was dan ook gevuld met vooral veel heren, gekleed in een donker pak. Op zich zegt dat nog niet zoveel, want zowel bij de wat zwaardere denominaties van het christelijk geloof als bij ondernemers in het algemeen voeren mannen in zwarte pakken de boventoon. Alleen aan de snit van de kostuums is nog wel eens wat af te lezen. Het verschil is mij door een kenner eens haarfijn uitgelegd: modieus zwart tegenover degelijk zwart. Nu, ik stond voor een zaal vol mannen in degelijk zwart.
Bij aankomst bedacht ik opgelucht dat ik niet uit de toon viel met mijn, weliswaar modieuze, maar toch zwarte outfit. Jasje en rok!. Dat had zomaar een broek kunnen zijn. De aanwezigen hadden dat vast niet gewaardeerd. Ik was overigens zeer onder de indruk van de enthousiaste inzet van de aanwezigen om iets te doen aan de nood in ontwikkelingslanden, het was een plezierige bijeenkomst.
 
Voor mij ligt bij het bovenstaande de kern van het begrip tolerantie. Je aanpassen aan het gezelschap dat je uitnodigt, heeft immers te maken met tolerantie. Je gaat de confrontatie niet aan, maar volgt gebruikelijke omgangsvormen. Doordat jij je aanpast, erken je de ander in zijn opvattingen en geef je hem de ruimte.
Het is makkelijk om begrip op te brengen en ruimte te geven aan opvattingen die je na kunt voelen, die niet al te ver van je afstaan. De tijd dat in heel Nederland wenkbrauwfronsend naar een vrouw in lange broek werd gekeken, ligt nog niet zo ver achter ons. Maar aan compleet ingepakte vrouwen zijn wij absoluut niet gewend. Ruimte geven voor deze uitheemse gewoonte, kost mij meer moeite. Nog moeilijker wordt het om ruimte te geven aan opvattingen die lijnrecht tegenover die van jezelf staan. Op zulke momenten kan tolerantie pijn doen, maar daar waar de grenzen van de wet en de vrijheid van anderen niet in het gedrang komen, moet er ruimte zijn voor ieders opvatting en mening.
 
Afgelopen weken kwam in de Kamer via een omweg de tolerantie weer op de agenda. Er was grote commotie over scholen die het blad ‘Expreszo’ niet wilden uitdelen. Dat blad heeft de bedoeling homofilie bespreekbaar te maken. Sommige scholen vonden de inhoud zo grof en platvoers dat zij het blad niet wilden uitdelen. Dat had niet te maken met het feit dat het blad homofilie aan de orde stelde, maar wel met de manier waarop over seksualiteit in zijn algemeenheid gesproken werd en met de vunzige opmerkingen die bijvoorbeeld over de premier gemaakt werden. Kamerleden, met Lousewies van der Laan van D66 voorop, spraken er hun afkeuring over uit dat sommige scholen het blad niet wilden uitdelen. Zij meenden dat homo’s gediscrimineerd werden door deze weigering.
In feite was het debat dat gevoerd werd over het blad ‘Expreszo’, een debat over tolerantie. Krijgen scholen de ruimte op hun eigen manier over seksualiteit, homofilie en heterofilie te spreken of worden zij verplicht zich aan te sluiten bij een manier van spreken die hen tegen de borst stuit?
Voor sommige Kamerleden is de weerstand van scholen en ouders moeilijk te begrijpen. Maar juist daar waar het moeilijk is om een bepaalde opvatting te begrijpen, wordt de tolerantie op de proef gesteld. Tolerantie tegenover gelijkgestemden is niet moeilijk, het wordt pas moeilijk als je de opvattingen van de ander echt niet deelt en niet kunt begrijpen.
 
Ook het debat over de beoogde eurocommissaris Buttiglione is in feite een debat over tolerantie. Mag een commissaris persoonlijke opvattingen hebben over homofilie en de rol van de vrouw waar de meerderheid van het Europese Parlement niet achter staat of is er geen plaats meer voor een afwijkende opvatting? De man heeft toegezegd dat zijn opvattingen geen enkele rol zullen spelen bij zijn werk als commissaris. Het debat over Buttiglione is daarom een toetssteen om te zien of Europa de veerkracht en souplesse heeft om ruimte te geven aan levensbeschouwelijke minderheden in Europa.
Helaas geeft de uitkomst van het debat over Buttiglione alle reden om sceptisch te zijn over de tolerantie in Europa.
Partijen als D66, maar ook anderen, laten steeds opnieuw zien dat ze er geen begrip voor hebben dat er meerdere opvattingen en levensbeschouwingen bestaan. De tolerantie die ze met de mond belijden, brengen ze niet in praktijk. Zo’n houding is een bedreiging voor alle minderheden. Niet alleen voor de Buttiglione’s en voor de christelijke scholen in Nederland, maar uiteindelijk ook voor de homo’s waarvoor Kamerlid Van der Laan op wil komen.
 
Labels
Opinie
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Column Centraal Weekblad'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004 > november