Bijdrage Esmé Wiegman aan het algemeen overleg Verzamel algemeen overleg Energie

dinsdag 19 juni 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in een algemeen overleg met viceminister-president, minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Onderwerp:   Verzamel algemeen overleg Energie

Kamerstuk:   32 806

Datum:            19 juni 2012

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De huidige wetten en regels zijn gebaseerd op een centrale opwekking van grijze en fossiele energie. Ze zijn dus ouderwets. De ChristenUnie heeft gisteren het verkiezingsprogramma gepresenteerd en gaat daarmee verder op de weg van meer groene energie, meer ruimte voor particuliere en collectieve initiatieven, geleidelijke afbouw van overheidssteun voor fossiele energie en betere beprijzing van vervuiling. Dat levert een groene en sterkere economie op. De Raden voor de leefomgeving en infrastructuur hebben prima aanbevelingen gedaan op dit punt. De minister moet niet meer slechts om de tafel gaan zitten met grote energieproducenten; meer en meer zijn het mkb en de burger aan zet in de energietransitie. De RLI refereert echter aan rigide regelgeving waarmee innovatie wordt belemmerd. Ik noem een paar voorbeelden. De vergunningtrajecten zijn lang. De NMa accepteert geen lokale energieaanbieders maar alleen landelijke energieaanbieders, dus een ondernemer in het mkb die in zijn woonplaats zonnestroom aanbiedt, moet dit van Pieterburen tot aan Maastricht ook doen. Welke reden ligt hieraan ten grondslag? Met het Lenteakkoord of begrotingsakkoord, hoe men het ook noemen wil, wordt in financiële zin een goede richting ingeslagen. Er worden goede stappen gezet in de vorming van revolverende fondsen, pilots met zelflevering, meer ruimte voor saldering en fiscale vergroening. Over de subsidieregeling voor zonnepanelen is gelukkig duidelijkheid gekomen. Wil de minister zo snel mogelijk na 2 juli duidelijkheid verschaffen over verstrekte subsidies, zodat de markt voor zonnepanelen snel weer op gang komt? Ik ben blij dat de minister rekening heeft gehouden met de zondag en niet zal starten op 1 juli maar op 2 juli. Wil hij ook rekening houden met lokale kerken die graag wat willen doen met deze subsidieregeling? Zouden lokale kerken ook tot de kleinverbruikers gerekend kunnen worden? De Kamer heeft vandaag een brief ontvangen over de motie-Van der Werf/Wiegman-van Meppelen Scheppink (33 000-XIII, nr. 69). De visie die na het zomerreces naar de Kamer wordt gestuurd, zal met marktpartijen worden besproken. Wil de minister toezeggen dat ook maatschappelijke partijen worden geconsulteerd? Ik denk bijvoorbeeld aan organisaties als de Duurzame Energie Koepel, de VNG, het Klimaatverbond en e-Decentraal. Ik ben blij met de CDA-notitie, die we vandaag ontvingen. Ik zou haast denken dat het CDA geïnspireerd is door de notitie die ik vorig jaar in november aan de minister heb overhandigd, namelijk het Actieplan Lokale Energie. Wie de motie ook opstelt, misschien is het goed om de verschillende aanbevelingen naast elkaar te leggen, want volgens mij zijn er heel grote gemeenschappelijke delers te vinden. De bouw van nieuwe kolencentrales zorgt ervoor dat straks elektriciteit wordt geëxporteerd en dat de drukte op het net toeneemt. Op dit moment betaalt de Nederlandse burger de rekening voor netverzwaringen, terwijl de aandeelhouders van energiebedrijven profiteren van de export van stroom. De ChristenUnie diende eerder een motie in over verhoging van het Landelijk Uniform Producententarief (29 023, nr. 101). Voor de zomer wordt de uitkomst van dit onderzoek bekendgemaakt, zo meldt de minister in antwoord op mijn Kamervragen. In de antwoorden geeft hij echter aan dat de NMa niet alleen voor decentrale producenten een transporttarief overweegt maar ook voor centrale producenten. Welke overweging ligt ten grondslag aan het heffen van een transporttarief voor decentrale producenten? Welke nadelen levert dat op voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie? Nederlandse burgers betalen bovendien mee aan de kosten van congestiemanagement. Deze worden immers gesocialiseerd. Bovendien is onderscheid tussen grijs en groen niet mogelijk vanwege Europese regelgeving. Dat betekent dat Nederlandse burgers en producenten van groene stroom meebetalen aan overbelasting van het net, die voornamelijk wordt veroorzaakt door kolencentrales op de Maasvlakte. De ChristenUnie vindt dit een onwenselijke situatie. Graag wil ik hierop een reactie. De SDE-pot is ruim overvraagd. Onrealistische en onrendabele projecten leggen een grote claim op het budget en worden niet op haalbaarheid getoetst. Dat zou betekenen dat de aanvragen hiervoor de komende jaren beslag leggen op de SDE, maar dat we er achteraf wellicht achter komen dat projecten niet voldoen. Kijkt Agentschap NL naar economische haalbaarheid? Gaat de minister dan echte doelstellingen halen of rekent hij zich door deze praktijk ten onrechte rijk? Eerder heb ik vragen gesteld over zonthermische technieken en de grens van 100 m2 in de SDE. Ik heb gehoord dat deze afmeting hierbij nauwelijks voorkomt. Waarom kiest de minister niet voor een lagere grens? Dat is ook veel interessanter voor initiatiefnemers zoals campings, zwembaden, et cetera. Ik kom op de windenergie en de rijkscoördinatieregeling. Tijdens een interruptie is dit onderwerp al even aan de orde gekomen. Het is belangrijk dat de realisatie van windenergie in overleg met omwonenden, lokale overheden en bedrijven in de buurt wordt afgestemd. De ChristenUnie wil echter geen stilstand; zij wil dat ruimtelijke planvorming doorgaat. De Kamer heeft de rijkscoördinatieregeling in 2009 gesteund, omdat zij zag dat een en ander lokaal vaak niet van de grond kwam. Daarom moeten lopende projecten nu juist kunnen doorgaan. Voor De Drentse Monden en Oostermoer wordt een MER opgesteld en is het overleg tussen provincie en gemeenten gaande. De Drentse veenkoloniën zijn aangewezen als zoekgebied voor windenergie en zijn door het Rijk opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Het is wel belangrijk dat de Structuurvisie Wind op Land snel zal verschijnen. Het valt mij op dat omwonenden zich vaak slecht betrokken voelen bij dit soort projecten in het kader van de rijkscoördinatieregeling. Misschien is het een idee als de rijksoverheid helpt en participeert in initiatieven zoals een bezoekerscentrum of een informatiecentrum, zodat de informatie dichterbij komt en mensen zich beter betrokken voelen. Voor initiatief-nemers en het bedrijfsleven zou het echter ontzettend jammer zijn als zomaar, vanuit het niets, een moratorium van kracht wordt. Dat zou de ChristenUnie niet steunen.

Mevrouw Dikkers (PvdA): Begrijp ik het goed dat de ChristenUnie betoogt dat het Rijk een bezoekerscentrum moet opzetten als een stel boeren bij elkaar gaat zitten en op goede gronden een aanvraag indient, opdat de buurt begrijpt wat er gaande is? Dat lijkt mij toch niet helemaal een overheidstaak.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Nee, maar dan heeft mevrouw Dikkers mij niet goed begrepen. Als er sprake is van een rijkscoördinatieregeling, waarbij het Rijk heel duidelijk een rol speelt en voortdurend in beeld is en zou moeten zijn, ook bij het overleg, zou het heel goed zijn als het Rijk mede participeert in zoiets als een informatievoorziening. Dat helpt enorm bij het vinden van draagvlak, het geven van uitleg enzovoorts.

Mevrouw Dikkers (PvdA): Dan heb ik het punt van mevrouw Wiegman wel begrepen. Zij vindt namelijk dat het Rijk een informatiepunt moet opzetten als boeren bij elkaar komen om wind op land te realiseren met een groot project van meer dan 100 megawatt. De Partij van de Arbeid maakt zich er echter zorgen over dat het draagvlak in de regio enorm aan het afkalven is. Ziet de ChristenUnie dat probleem niet?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik heb het juist gezegd omdat ik dat probleem zie. Voordat we hier een enorme chaos helpen veroorzaken, zeg ik mevrouw Dikkers het volgende. In 2009 hebben we gezegd dat het zo lastig is, dat het lokaal slecht van de grond komt en dat we het meer centraal moeten organiseren. De toenmalige minister, mevrouw Cramer, heeft daarin een heel belangrijke rol gespeeld. We hebben met elkaar gezegd: minister Cramer, ga aan de slag met landelijke windteams enzovoorts. Ik zie dat er dingen gebeuren. Er is overleg tussen provincies en initiatiefnemers. Bij de rijkscoördinatiere-geling, waarbij het Rijk nadrukkelijk in beeld is, is het echter ontzettend belangrijk dat het Rijk mede kan helpen om het draagvlak verder te vergroten en de informatievoorziening te verbeteren, juist omdat het zo’n belangrijke rol speelt bij de rijkscoördinatieregeling en bij allerlei structuurvisies en ruimtelijke visies. Het is dus even wat anders dan: er zijn een paar initiatiefnemers en het Rijk regelt de informatievoorziening. Nee, het gaat om de rol die het Rijk mede kan spelen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > juni