Schriftelijke vragen Esmé Wiegman inzake Spoorcapaciteitsproblemen rondom Zwolle

maandag 11 juni 2012 00:00

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink aan de minister van Infrastructuur & Milieu

Onderwerp:   Spoorcapaciteitsproblemen rondom Zwolle

Kamerstuk:   2012Z11609

Datum:            11 juni 2012

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoord op kamervragen van het lid Slob over het spoortraject Zwolle-Herfte d.d. 17 november 2010? 1)

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat het baanvak Zwolle-Herfte op 2 maart j.l. door ProRail alsnog overbelast is verklaard 2), en dat bovendien uit een recentelijk in opdracht van de betrokken provincies uitgevoerd onderzoek is gebleken dat de infrastructuur op het deelraject Herfte-Emmen eveneens niet volstaat? 3)

Vraag 3

Wat is uw mening over het feit dat Zwolle-Herfte nu pas overbelast wordt verklaard en Herfte-Emmen dat zelfs nog steeds niet is, terwijl alle feiten die de problematiek duidelijk maakten reeds veel langer bekend zijn, in meerdere Kamervragen en debatten door verschillende fracties aan de orde zijn gesteld en er reeds geruime tijd aanzienlijke budgetten beschikbaar zijn gesteld om de door de Kamer wél gesignaleerde problematiek tijdig en robuust op te lossen? 4)

Vraag 4

Deelt u de conclusie dat twee van de drie in de betreffende overbelastverklaring genoemde oplossingsrichtingen niet tijdig, voordat het betreffende knelpunt optreedt, kunnen worden gerealiseerd, gezien de tijd die realisatie van een fly-over kost? Deelt u de conclusie dat de andere voorgestelde oplossing leidt tot een slechter treinproduct voor groepen reizigers? Waarom is seinverdichting niet genoemd als snel realiseerbare (interim-) oplossing?

Vraag 5

Deelt u thans alsnog de mening dat ProRail niet heeft gehandeld op een wijze zoals de Europese richtlijn dit beoogt en verlangt, namelijk dat overbelast verklaring terstond moet gebeuren als in de nabije toekomst een capaciteitsprobleem wordt voorzien? Zo nee, kunt u dit toelichten, en daarbij ook ingaan op het achterliggende doel van de betreffende clausule in genoemde EU-richtlijn, te weten het vermijden van capaciteitstekorten die in redelijkheid vooraf voorzienbaar waren?

Vraag 6

Onderschrijft u de stelling dat één van de belangrijkste concessionele taken van ProRail het zorgen voor voldoende capaciteit is? Hoe beoordeelt u vanuit deze optiek de gang van zaken op het traject Zwolle-Herfte-Emmen?

Vraag 7

Deelt u de conclusie dat er sprake is van een fundamenteel besturingsprobleem indien er door ProRail pas actie wordt ondernomen als het al veel te laat is om nog maatregelen te nemen? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u aangeven waarom ProRail als oplossing van dit knelpunt wel een dure fly-over overweegt, maar niet de realisatie van een 3e en 4e spoor tussen Zwolle en Herfte? Deelt u de mening dat met een 4e spoor de corridor Zwolle-Emmen volledig onafhankelijk van de corridor Zwolle-Meppel zou kunnen worden afgewikkeld aan de oostzijde van Zwolle zonder dure fly-over? Deelt u de mening dat een dergelijke oplossing veel meer voordelen heeft, en tevens past binnen het concept Robuust Spoor, dat uitgaat van het ontvlechten van spoorverbindingen waar dit zinvol is?

Vraag 9

Herinnert u zich dat het besluit van uw ambtsvoorganger om over de IJssel een tweesporige brug te bouwen, mede gebaseerd is op de aanname dat er op deze flessehals “BB21” toegepast zou worden, en dat er om die reden geen drie- of viersporige brug nodig was? 5)  Waarom is dit essentiële aspect niet genoemd in de brief van 13 juli 2009 6)  over het zogenaamde “8-minuten-probleem” rond Zwolle, terwijl het duidelijk is dat dit probleem veroorzaakt is door het niet-realiseren van BB21, noch een adequate vervanging daarvoor, zoals seinverdichting?

Vraag 10

Waarom heeft u nog steeds geen opvolging gegeven aan de toezegging van uw ambtsvoorganger van 15 december 2008 om het betreffende “8-minuten-probleem” op te lossen met seinverdichting? 7) Deelt u de conclusie dat, indien deze seinverdichting nu reeds was gebouwd, dat dan de thans optredende problemen rondom Zwolle niet zouden bestaan of in veel mindere mate? Hoe beoordeelt u dit vanuit de concessionele taak van ProRail om te zorgen voor voldoende capaciteit?

Vraag 11

Is het u bekend dat er in april 2013 opnieuw een IC-overstapprobleem in Zwolle  en mogelijk ook een spitsvervoerscapaciteitsprobleem ontstaat in de hervatte treindienst Enschede-Zwolle? 8) Hoe ziet u dit in relatie tot de opmerking van uw ambtsvoorganger  om (citaat) “de kwaliteit/betrouwbaarheid van de treindienst ná de ingebruikname van de tunnel te verbeteren ten opzichte van de huidige (storingsgevoelige) situatie”? 9) Bent u bereid op zo kort mogelijke termijn deze problematiek aan te pakken?

Vraag 12

Bent u, mede gelet op het gedeeltelijke uitstel en heroverweging van de spoorwerken in Zwolle en de voortschijdende capaciteitsinzichten, bereid de knelpunten op de tweesporige flessenhals Hattemerbroek-Zwolle-Herfte-Meppel alsnog mee te nemen in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer en de besteding van het budget uit de Motie-Koopmans? Bent u bereid om hiervoor de eerder voorgenomen bestedingen van de Motie-Koopmans waar nodig bij te stellen?

Vraag 13

Kunt u met de beantwoording van deze vragen de lijst met 50 prioriteitsprojecten die ProRail heeft geïdentificeerd in het kader van het project Robuust Spoor naar de Kamer sturen en de Kamer ook nader informeren over de stand van zaken met Robuust Spoor?

1) Handelingen Tweede Kamer vergaderjaar 2010-2011, Aanhangsel 499, Zaaknummer 2010D45508

2) http://www.prorail.nl/Vervoerders/Capaciteitsverdeling/knelpuntenincapaciteit/Documents/Baanvak%20Zwolle-Herfte%20aansluiting.pdf

3) Capaciteitsanalyse Herfte aansluiting – Emmen Dienstregeling 2013 en 2018, ProRail 7.5.2010, kenmerk 3037734.

4) Motie Koopmans c.s. inzake de spoordriehoek in Noord-Nederland, 12-12-2007, 27 658, nr. 41.

5) Trajectnota/MER Hanzelijn, Inspraaknota Trajectnota/MER Hanzelijn

6) VenW/DGMo-2009/6521 resp. kamerstuk 27658, nr. 45

7) Nota-overleg MIRT, 31700 A, nr 78, p79; citaat: “Hierbij wordt ook nadrukkelijk naar seinverdichting gekeken.”

8) Brief ProRail d.d. 25.6.2003 aan DGP, ref. prorail_dir/in/2003

9) Antwoord kamervragen lid Van Hijum, 16.10.2006, DGP/SPO/U.06.2979

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2012 > juni