Bijdrage Esmé Wiegman van het algemeen overleg Antibioticagebruik in de veehouderij en dierziekten.

dinsdag 20 december 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink  als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport in een algemeen overleg met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Onderwerp:   Antibioticagebruik in de veehouderij en dierziekten

Kamerstuk:   28 286

Datum:            20 december 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Als we terugkijken op wat de commissie in mei met het kabinet besproken heeft, zijn we blij met de stappen die het afgelopen halfjaar zijn gezet. We constateren een duidelijke trendbreuk in het antibioticagebruik. We hebben nog wel enkele opmerkingen.

Per 1 september 2011 zijn alle varkens-, vleeskalveren-, melkvee- en vleeskuikenhouders verplicht om antibioticagebruik in databases te registreren. Gaat deze verplichting ook gelden voor bijvoorbeeld houders van vleeskalkoenen, vleeskuikenouderdieren, jonge ouderdieren, jonge leghennen, eenden en vleeskonijnen? Ik kan nog wel even doorgaan met dit rijtje. Als deze verplichting gaat gelden, per wanneer is dat dan?

De Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa) gaat rapporteren uit de nieuwe sectordatabases. We vragen om nog tenminste twee of drie jaar te blijven monitoren op basis van totale verkoopcijfers van de FIDIN (Fabrikanten en Importeurs van Diergeneesmiddelen in Nederland) en op basis van steekproefbedrijven in het Informatienet van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Een belangrijk voordeel van deze beproefde bronnen is dat de kwaliteit van de verzamelde gegevens op een constant hoog niveau ligt, terwijl de kwaliteit van de gebruiksgegevens in de sectordatabases in 2011 nog matig is en naar verwachting langzaam zal toenemen.

Het is goed dat de onafhankelijke positie van de dierenarts op diverse manieren versterkt wordt. Tegelijkertijd zal er stevig tegenwicht moeten worden geboden aan de onveranderde economische druk. Antibiotica blijven nu eenmaal relatief goedkoop en bijzonder effectief om de economische resultaten te bevorderen. Ook in dit debat kan de koppeling tussen het gebruik van antibiotica en het tussensegment niet onbenoemd blijven. Ook in deze discussie is het van het grootste belang dat we een koppeling leggen tussen inspanningen van ondernemers, een goed product en het betaald krijgen van dit goede product. Boeren moeten nu al voor een van de grootste zuivelverwerkers aan allerlei eisen voldoen, waaronder gering antibioticagebruik, maar zonder extra betaling. Het is daarom mooi dat de commissie-Van Doorn er is, want maatregelen zullen afgedwongen moeten worden in de hele keten.

In een iets bredere en meer preventieve zin kan hierbij worden gedacht aan het actief ontwikkelen van incentives. Incentives voor varkensvermeerderaars om gezonde biggen aan vleesvarkensbedrijven te leveren, voor melkveehouders om gezonde kalveren aan vleeskalverenbedrijven te leveren, en voor boerderijen om gezonde kuikens aan vleeskuikenbedrijven te leveren. Dit is zeer cruciaal voor het verbeteren van de diergezondheidsstatus. In de topsectoren kan het bedrijfsleven aan die economische incentives werken met door de overheid gefinancierde ondersteuning, ook vanuit kennisinstellingen.

In de brief van het kabinet wordt het gelekaartsysteem genoemd. Dit wordt in Denemarken gebruikt voor het aanspreken van varkenshouders die meer dan twee keer de landelijke gemiddelde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Wij hebben in mei ook om het gelekaartsysteem gevraagd. In Nederland zullen varkenshouders die op grond van de SDa-normen worden aangemerkt als veelgebruikers door de productschappen worden aangesproken en met een verbeterplan aan de slag moeten. Nou ja, die productieschappen zijn er niet meer, dat is een goed punt van de heer Dijkgraaf. Wordt hierbij ook gedacht aan heel concrete financiële prikkels zoals die ook in Denemarken aan de orde zijn en zeer effectief lijken te zijn?

Ik vraag de overheid echt de freeriders aan te pakken, zeker de freeriders die geen deelnemer zijn in het kwaliteitssysteem. Die verdienen niet alleen aandacht, maar die dienen aangepakt te worden. De overheid is veel te lang gericht geweest op aanmeldingsplichtige ziekten en vrijwel niet op bedrijfsgebonden dierziekten. Veel veterinair advies is gericht op het buiten houden van ziektekiemen die men nog niet heeft,. Dat is goed. Het is echter onvoldoende om goed om te kunnen gaan met ziektekiemen die men al wel heeft. De beleidsdirecties van Voedsel, Dier en Consument (VDC) en Agroketens en Visserij (AKV) beginnen dit nu wel in te zien, maar het gaat wel langzaam. We zien graag een versnelling.

Op pagina 44 van het advies van de Gezondheidsraad staat: "Zoals gezegd zal een verregaande vermindering van het antibioticagebruik in de dierhouderij op den duur niet zonder een soms waarschijnlijk ingrijpende herstructurering van de bedrijfsvoering kunnen". Dit is een stevige uitspraak die in de brief van het kabinet volgens mij niet letterlijk wordt overgenomen. Daarin staat namelijk: "Tot slot wijst de raad erop dat de voorstellen soms een ingrijpend effect zullen hebben op de bedrijfsvoering. We zullen daarom op korte termijn met de veterinaire deskundigen en met de veehouderijsectoren in overleg treden om te bespreken hoe ze invulling gaan geven aan de voorgestelde maatregelen". Wat kunnen we concreet verwachten?

Ik vraag aandacht voor natuurlijke weerstandsverhogende middelen. Daarmee hebben we recent kennisgemaakt tijdens een werkbezoek van de commissie in het noorden van het land. Dat betreft bijvoorbeeld veevoer, maar ook uierspray uit algen. We kregen het bericht dat het ontzettend lastig is om met deze middelen snel een positie op de markt te krijgen omdat ze nog niet evidence based zijn. Het zou mooi zijn als dat soort trajecten versneld kunnen worden.

We moeten toe naar andere vormen van veehouderij waarin dieren weerstand hebben tegen de ziekteverwekkers die altijd in hun leefomgeving voorkomen en waarin de introductie van ziekteverwekkers van buitenaf zo veel mogelijk wordt tegengegaan. Met het aanpassen van bestaande systemen kunnen we kleine stapjes maken. Met herontwerptrajecten kunnen we op langere termijn een veel grotere stap maken. Ik denk ook aan gesloten bedrijven waarbij geen aanlevering van biggen van buitenaf plaatsvindt, maar de bedrijven zelf de fok verzorgen. Dat vermindert de invloeden van buitenaf en verhoogt de weerstand.

Wij leven mee met de boeren die in hun bedrijf te maken hebben gekregen met de gevolgen van het Schmallenbergvirus. We geven op dit moment alle steun voor het aangekondigde onderzoek en de maatregelen van de staatssecretaris.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > december