Bijdrage Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink inzake het wetgevingsoverleg Water.

maandag 05 december 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu in een wetgevingsoverleg met staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu over de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (33000-XII), onderdeel Water.

Onderwerp:    Water

Kamerstuk:    33 000 - XII

Datum:             5 december 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De verleiding is groot om meteen kritisch van wal te steken over de financiën. Ik kies echter liever voor de benadering van het halfvolle glas. Alle grote lopende uitvoeringsprogramma's zijn afgefinancierd en kunnen dus worden uitgevoerd. Dat is niet onbelangrijk. Dit is mede gebeurd door de bijdrage van de waterschappen aan het hoogwaterbeschermingsprogramma, zoals afgesproken in het door de staatssecretaris gesloten Bestuursakkoord Water. Hierover zal ik de eerste kritische noot kraken. Om aan de afspraken te voldoen, doet het kabinet geen boter bij de vis, maar past het een kasschuif toe van 1,2 mld. waardoor het kabinet leent van de toekomst.

            De staatssecretaris toont zich er tevreden over dat alle lopende waterveiligheidsprogramma's mede door zijn toedoen zijn afgefinancierd. Feit is echter dat het kabinet er geen cent bij doet. Sterker, er wordt bezuinigd op waterveiligheid. Dit wordt weer goedgemaakt door de waterschappen en dus de belastingbetaler. Verder vindt mijn fractie het opvallend dat de staatssecretaris zijn eigen afspraken wel heel ruim interpreteert. Hij heeft zich voorgenomen om drie achtste deel van de vrije ruimte te reserveren en vijf achtste deel over te laten voor de opvolgers. Dat is op zich een net voornemen, maar de staatssecretaris laat de afspraak over het drie achtste deel pas gelden nadat de kasschuif van 1,2 mld. is toegepast. Hij mag van zichzelf dus nog 700 mln. reserveren. Dat vind ik twijfelachtig. Ik vraag de staatssecretaris om een reactie.

            De minister en de staatssecretaris hebben de Kamer impliciet een voorstel gedaan voor ontvlechting van het huidige infrastructuurfonds in een mobiliteitsdeel en een deltafondsdeel. Resultaat is dat voor het mobiliteitsdeel in de periode 2021-2028 50 mld. beschikbaar is en voor het deltafondsdeel een kleine 10 mld. Dit is inclusief de bijdrage van de waterschappen. De vrije ruimte tot 2028 is 2,3 mld. De concrete, nog ongedekte waterveiligheidsopgaven bedragen nog 4 mld. en er komen nog meer grote waterveiligheidsopgaven op ons af. Daarom vindt mijn fractie het ontvlechtingsvoorstel niet evenwichtig. Voor asfalt en in mindere mate voor spoor zijn miljarden beschikbaar, maar waterveiligheid moet in zekere zin op een houtje bijten, terwijl daar nota bene wettelijke normen voor zijn, waaraan nu niet wordt voldaan. Zo gaat het decennia duren voordat wij überhaupt gaan voldoen aan de huidige en inmiddels voor een deel achterhaalde normen. Hiermee straalt het kabinet uit dat 130 km/u over gloednieuw asfalt belangrijker is dan veilig leven achter dijken die in orde zijn. Mijn fractie vindt dit moeilijk te verteren en daarom heeft zij op dit punt een amendement in voorbereiding.

            Met het oog op de Deltawet die vanaf 1 januari van kracht wordt en met het oog op de ontvlechting van het infrastructuurfonds, waardoor een deltafonds bij de volgende begroting een feit wordt, verzoek ik de voorgestelde ontvlechting, op weg naar de volgende begroting, te heroverwegen en meer recht te doen aan de grote wateropgave.

            Ondanks herhaalde toezeggingen heeft de staatssecretaris de opgave van 4 mld. nog steeds niet nader gespecificeerd. Het is toch vreemd dat de staatssecretaris de in voorbereiding zijnde opgave wel kan optellen tot circa 4 mld., maar dat hij deze niet nader kan specificeren. Nu deze specificatie schriftelijk is uitgebleven, verneem ik deze graag van de staatssecretaris in zijn eerste termijn.

            De resultaten van de derde toetsing laten zien dat er nog veel werk aan onze delta is te verzetten. Gelet op de omvang van de toetsingsopgave en gelet op het feit dat we dit decennium voornamelijk druk zijn met de uitvoering van het tweede hoogwaterbeschermingsprogramma, gaat het nog een hele tijd duren voordat we aan de slag met de nieuwe toetsingsresultaten. Dat het zo lang duurt, heeft alles te maken met geld. Wat ik daarvan vind, heb ik inmiddels duidelijk gemaakt. Gelet op de omvang van de opgave en op het belang dat de Kamer er goed bij betrokken is, pleit ik ervoor dat in rapportages van het deltaprogramma op weg naar de deltabeslissingen en het eerste veiligheidsprogramma in 2014, de voortgang en samenhang van de gehele waterveiligheidsopgave goed in beeld worden gebracht.

            De Kamer heeft gevraagd om helderheid over de effecten van de bezuinigingen op natuur op de planning en doorgang van projecten op het gebied van de waterhuishouding. We hebben een brief gekregen, die allesbehalve duidelijkheid geeft. De staatssecretaris schuift het probleem dat de regering heeft veroorzaakt handig door naar de provincies.

Bij het vaststellen van de Kaderrichtlijn Water is uitgegaan van de volledige realisatie van de EHS. Staatssecretaris Bleker bezuinigt daar echter op. Hoe worden de verplichtingen gehaald bij een verkleining van de EHS met 15%?

Het Planbureau voor de Leefomgeving voorspelt dat de hoeveelheid grond die bij moet dragen aan het antiverdrogingsbeleid ontoereikend is. Ingebrekestelling op het gebied van water zal duurder uitpakken dan wat er aan bezuinigingen naar verwachting wordt verdiend, is mijn waarschuwing. Het Planbureau voor de Leefomgeving adviseert ook een herziening van de visie op de EHS. Het noemt daarbij ruimtelijke samenhang en herstel van de natuurlijke waterdynamiek. Volgens mij is dit toch wat anders dan de herijking waarmee staatssecretaris Bleker bezig is.

Bij de Kaderrichtlijn Water heeft zich hetzelfde voorgedaan als bij de subsidietaakstelling. Er is meer wegbezuinigd dan er überhaupt aan budget beschikbaar was. Ik heb dit al eerder aangekaart, maar nu staat het allemaal zwart op wit. Er zat geen structurele reeks in de begroting voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water en toch is er een structurele bezuiniging van 50 mln. per jaar ingeboekt. Dit leidt alleen al in de periode 2021-2028 tot een bezuiniging van 400 mld. terwijl er €0,00 budget was. Deze bezuiniging gaat ook nog eens ten koste van het Deltafonds, het amendement van collega Lucas hierover ten spijt. Zo is deze bezuiniging niet alleen een bezuiniging op waterkwaliteit -- daar heb ik al moeite mee -- maar ook nog eens indirect op waterveiligheid. Dat moet voor deze staatssecretaris een lastige boodschap zijn.

De regering heeft met de waterschappen afgesproken dat zij voortaan 50% meebetalen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma, dat bedoeld is om ervoor te zorgen dat de dijken voldoen aan de normen. Hierbij zou sprake zijn van solidariteit, omdat de waterschappen in de kustprovincies en langs de rivieren veel hogere kosten hebben dan andere waterschappen. Nu blijkt dat de waterschappen van plan zijn om per project 10% bijdrage te leveren voor projecten in eigen waterschap. Dit kan leiden tot hogere kosten voor de waterschappen met veel primaire keringen en weinig inwoners, dus, met name, voor de provincie Zeeland. Gevolg hiervan is het sneller stijgen van de waterschapslasten in deze gebieden. Met name voor boeren kunnen de gevolgen groot zijn omdat zij vanwege hun grondpositie veel bijdragen aan het waterschap. De ChristenUnie vraagt de staatssecretaris om in lijn te handelen met mijn motie, waarin ik de regering verzoek, bij de uitwerking van de verdeling van de waterschapsbijdrage het principe van solidariteit tussen inwoners van gebieden met weinig primaire waterkeringen en de inwoners van gebieden met veel primaire waterkeringen zeer zwaar te laten wegen.

In september was deze vaste commissie op werkbezoek op Ameland. Wij hebben daar het project Fûgel Polle bekeken. Ik hoop dat ik het goed uitspreek. Ook zagen we de wijze waarop de Waddenvereniging en Staatsbosbeheer met bewoners samenwerken aan werken met de natuur voor veiligheid. Is de staatssecretaris met mij van mening dat een combinatie als bij Klimaatbuffer Zuidwest Ameland alle steun verdient van betrokken partijen? Stimuleert de staatssecretaris dat dergelijke projecten gezamenlijk worden opgepakt en dat er een koppeling wordt gelegd met bestaande programma's in het gebied zoals het Deltaprogramma Waddengebied en het programma Naar een rijke Waddenzee, zodat we kunnen leren van pilots voor veiligheid?

Voorzitter, ik moet afronden. Voor mijn allerlaatste zin sluit ik voor het gemak aan bij wat de VVD-fractie heeft gezegd over Ruimte voor de Rivier, de IJsselanalyse en de Afsluitdijk.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > december