Bijdrage Esmé Wiegman aan het algemeen overleg Behandelvoorbehoud GLB en Landbouw- en Visserijraad.

woensdag 14 december 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in een algemeen overleg met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Onderwerp:   Behandelvoorbehoud GLB en Landbouw- en Visserijraad 15 en 16 december 2011

Kamerstuk:   21 501 - 32

Datum:            14 december 2011

Mevrouw Wiegman-Van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Een krachtig GLB is voor ons altijd van groot belang geweest. Voedselzekerheid is een publiek belang en daaraan stellen we hoge eisen. Het is nodig dat de onze eisen zich goed verhouden tot de prijzen die boeren voor hun product krijgen. Deze samenhang wordt op dit moment onvoldoende door de markt gewaarborgd.

Naast de voedselzekerheid vormen verduurzaming en zekerheid voor boeren voor ons het uitgangspunt binnen het landbouwbeleid. Een goed boereninkomen biedt zekerheid om investeringen in bijvoorbeeld dierenwelzijn en duurzaamheid te doen. Daarvoor is een stabiele voedselprijs nodig. De huidige instabiele prijzen vormen op geen enkele manier een kompas om op te varen. De voorstellen van de Commissie bewegen de goede kant op, maar bieden onvoldoende mogelijkheden om op nationaal niveau een transitie naar verduurzaming door te maken.

Verduurzaming begint in de regio en met een koppeling van productie aan grond. De overstap van het historisch model naar een hectarepremie is daarom een goede zet. De overgang moet wel meer stapsgewijs plaatsvinden zodat de sectoren die hard getroffen worden door de herverdeling, de tijd hebben om zich aan te passen.

Ook de herverdeling van het geld tussen de lidstaten moet redelijker. In de huidige voorstellen worden de Nederlandse boeren onevenredig hard getroffen. Boeren investeren voor de lange termijn. Veranderingen in het beleid moeten die lange termijn als uitgangspunt nemen. Zekerheid over de mogelijkheid om investeringen terug te verdienen is nodig.

Wij hebben altijd gepleit voor het behoud van het melkquotum. Nu het afschaffen van het melkquotum een politieke realiteit is, willen we daarop anticiperen. Aangezien het quotum in sommige landen uitgewerkt is omdat boeren onder het quotum produceren, lopen de Nederlandse boeren een achterstand op. De maatregelen voor een zachte landing moeten daarom naar voren worden gehaald en worden vergroot. Het suikerquotum blijft wat ons betreft voorlopig in stand. Stabilisatie van de markt heeft nu voorrang boven liberalisering. Een stabiele prijs biedt zekerheid voor boeren, afnemers en consumenten.

Dat er meer ruimte komt voor vergroening is een goede ontwikkeling. De manier waarop dat gebeurt, sluit echter niet aan bij de Nederlandse situatie. Daarom willen we dat de Nederlandse regering zich inzet voor de volgende punten, en dat zijn punten waarop ik eventueel een motie overweeg. Allereerst moet de vergroening ontkoppeld worden van de basispremie. Boeren moeten al aan veel verplichtingen voldoen om in aanmerking te komen voor de basispremie. De 30% vergroening moet een mogelijkheid zijn om extra inkomsten te generen. Zo vormt de vergroening een prikkel om te investeren in verduurzaming en geen van bovenaf opgelegde verplichting.

De voorgestelde maatregelen richten zich eenzijdig op de vergroening van de omgeving. Dat maatregelenpakket moet breder door het onder andere uit te breiden met middelen voor bijvoorbeeld precisielandbouw, dierenwelzijn, watermaatregelen en duurzame stallen. Boeren kunnen een keuzepakket samenstellen van een aantal maatregelen dat bij elkaar, bij hun bedrijf en bij hun omgeving past. De weidegang moet er natuurlijk nadrukkelijk bij genoemd worden. Het agrarischenatuurbeheer wordt niet uit de 70% basispremie betaald wat ons betreft, maar uit de vergroening of uit de tweede pijler. Er zijn er mogelijkheden voor een collectieve aanpak binnen de vergroeningsmaatregelen in de eerste pijler. Zeker in de omgeving van Natura 2000-gebieden kan zo een bufferzone worden gevormd en kunnen gericht verbindingen en migratieroutes worden gevormd. Zo kan het agrarisch natuurbeheer ook effectief worden.

Daarnaast hoort bij de verduurzaming ook de teelt van eiwitrijke gewassen op Europees grondgebied. Ik wijs nog eens op de commissie-Van Doorn. Binnen het GLB moet ruimte zijn voor tijdelijke investeringen voor onderzoek en innovatie op dit gebied.

Ik besef dat de staatssecretaris in Europa niet het laatste woord heeft, maar om een antwoord te geven op de uitdagingen van deze tijd en om zekerheid te bieden aan de boeren in Nederland is een stevige inzet op de zo juist genoemde punten noodzakelijk. Ik kan me voorstellen dat mijn betoog vrij beknopt was en snel ging. Ik nodig iedereen graag uit om uitgebreider kennis te maken met de visie van de ChristenUnie op het Europese landbouwbeleid. Ik verspreid graag deze notitie met daarin opgenomen ook een kernachtig tienpuntenplan.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 

 

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > december