Bijdrage Esmé Wiegman Algemeen Overleg Energie

woensdag 30 maart 2011 14:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ik val meteen met de deur in huis: waar blijft de Green Deal? Gisteren heeft de minister via de procedurevergadering al het verzoek gekregen om die snel naar de Kamer te zenden. Vorig jaar februari was dat al toegezegd en nu lezen wij dat het deze zomer wordt. De ChristenUnie wil de Green Deal ruim voor de zomer ontvangen om er voor het zomerreces over te kunnen spreken. 1 mei werd gesuggereerd, maar de ChristenUnie heeft liever een nationale feestdag. Het kan dus 30 april of 5 mei worden.

De minister laat de stilstand in het energiebeleid in stand. Dat is schadelijk voor de economie en de samenleving. De energiesector heeft geen flauw benul wat de zogenaamde Green Deal gaat inhouden. De onzekerheid in de energiemarkt betekent niet alleen vertraging in het behalen van de Europese energiedoelen voor 2020, maar ook verlies aan investeringen en banen voor Nederland. Ik stel voor de vierde keer de vraag: waar blijft de reactie op de Taskforce Windenergie op Zee? Neemt de minister dit rapport nog wel serieus?

SEO maakte een berekening van scenario's met hernieuwbare en fossiele energie. De conclusie van het onderzoek is dat met de maatschappelijke kosten inbegrepen er nauwelijks verschillen zijn. Ik ben benieuwd naar de inzet van de minister voor hernieuwbare energie. Wil hij kijken naar de aanbevelingen van de Groene Zaak om een eerlijk speelveld te krijgen voor hernieuwbare energie tegenover grijze stroom? Het gaat met name om het wegnemen van stimulering van fossiele brandstoffen, langjarige zekerheid voor ondernemers, betere vergunningverlening, oplossen van problemen van zelflevering en lokale netwerken. Dit moet in de Green Deal komen.

De Europese zonne-energieassociaties pleiten voor het verwijderen van administratieve barrières en voor het vereenvoudigen van de koppeling van photo-voltaïsche systemen op het elektriciteitsnet in Europa. Hoe pakt de minister dat aan? Een ruime Kamermeerderheid heeft op 17 december 2009 een motie van onder andere de ChristenUnie aangenomen met het verzoek aan de regering om nog voor de zomer van 2010 met Nederlandse banken en pensioenfondsen tot een gemeenschappelijke agenda te komen over de rol van de financiële sector bij het realiseren van een duurzame energievoorziening en maatschappelijk verantwoord ondernemen in bredere zin. Volgens mij is deze motie nooit echt uitgevoerd. Ik heb begrepen dat er een dialoog plaatsvindt, maar tot resultaten heeft het tot nu toe niet geleid. Graag een reactie.

Wij constateren dat de discussie over de leveranciersverplichting van biomassa weer oplaait. Het gevaar is dat er een levendige handel gaat ontstaan in groencertificaten, maar vooral voor biomassa in kolencentrales. Hoe voorkomen wij woekerwinsten en een subsidieinfuus voor kolencentrales? Dat verwijt geldt natuurlijk vaak voor wind en zon, maar wij moeten voorkomen dat kolencentrales gaan draaien op subsidies in plaats van op kolen. Hoe kan de lokale markt, bijvoorbeeld de boeren, uiteindelijk meeprofiteren van bijstook van biomassa? Hebben wij straks genoeg biomassa op een verantwoorde manier? De discussies daarover zijn bekend. Wij zouden beter kunnen toewerken naar een oplopende verplichting voor bijstook van biomassa in de loop der jaren.

De opkomst van nieuw gas met andere samenstellingen roept vragen op. Het lijvige rapport is erg laat gekomen, maar ondertussen wacht de sector op de ingrijpende besluiten. Kan dat op basis van dit rapport? Er moet voor de transitie ingaat duidelijkheid komen over de beoogde gaskwaliteit. Kan de minister dat toezeggen? Onderzoekers noemen een gewenste termijn van vijf jaar. Met Gate terminal en GTS zijn afspraken gemaakt tot eind 2012. Waarom niet voor vijf jaar? Moet niet nu al een langetermijnbeslissing worden genomen aangezien bedrijven hierop moeten anticiperen?

Het is ontzettend belangrijk dat er een logische ketenbenadering plaatsvindt bij stadsvernieuwing- en uitbreiding. Het moet aan het begin van de plannen duidelijk zijn op welke manier energie opgewerkt en verspreid gaat worden. De energiebron moet onderdeel van de plannen worden. Wat er nu gebeurt, is vaak te laat in het proces. Projectontwikkelaars zadelen de maatschappij dan op met hoge kosten. Graag een reactie op dit punt.

 

Mevrouw Ouwehand (PvdD D): Ik merk dat de afwijzing van de PvdD van mestvergisting bij veel collega's op onbegrip stuit. Ik weet dat de ChristenUnie het niet met ons eens is. Vindt de ChristenUnie niet dat je voor biomassa, in dit geval mestvergisting, de elementen moet meewegen die voorafgaan aan het hebben van het product? Voor er mest is, is er veel energie verspild.

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Wat nu gebeurt met mest, is een mooie ontwikkeling. Bij de verwerking van mest, kunnen uiteindelijk fosfaten en andere mineralen worden teruggewonnen en verwerkt tot een nieuw product. Je maakt van een afvalproduct een grondstof. Dat zal u ook aanspreken. Ik ben het met u eens dat je goed moet bekijken wat een evenwichtige manier is om dit te stimuleren.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > maart