Bijdrage Cynthia Ortega inbreng Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector

donderdag 03 maart 2011 14:30

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. De leden van de ChristenUnie onderschrijven de onderliggende doelstelling van het wetsvoorstel. Zij hebben in dit stadium echter op een aantal punten behoefte aan nadere toelichting.

 

Beleid topinkomens in de publieke en semipublieke overheid

 

Het wetsvoorstel strekt ertoe invulling te geven aan het normeren dan wel maximeren van de inkomens van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Samen met de regering onderschrijven de leden van de ChristenUnie het uitgangspunt dat het ministersalaris als top van het salarisgebouw van de publieke sector te beschouwen. Overigens vragen de leden zich af waarom er gesproken wordt over het ministersalaris terwijl salaris van de minister-president uitgangspunt is.

Nu de ministersalarissen echter niet zijn (en worden) verhoogd met voorgestelde 30%, wat zijn de overwegingen van de regering om de grens van 130% van het ministersalaris te blijven hanteren als norm voor de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector,  zo vragen deze leden? Deze leden vragen de regering voorts in hoeverre deze norm de komende jaren zal meestijgen, oftewel op welke manier deze norm wordt geïndexeerd in de (nabije) toekomst in het licht van de economische ontwikkelingen?

 

5.2.1.Bezoldigingsmaximum

 

Voorgesteld wordt dat de verantwoordelijke betrokken ministers voor die categorieën waarop het bezoldigingsmaximum volgens de wet van toepassing is, een lager maximum kunnen toepassen. De leden van de ChristenUnie vragen de regering of voor dit zogenaamde ‘verlaagd plafond’ wat door middel van ministeriele regeling wordt vastgesteld, een voorhangprocedure zal worden toegepast.

 

Welk te verwachten effect heeft het bezoldigingsmaximum op de arbeidsmarkt in het kader van het hanteren van het bezoldigingsmaximum in de publieke en semipublieke sector, zo vragen de leden de regering? Voorts vragen de leden de regering wat de mogelijkheden zijn als er sprake is van niet opvulbare functies binnen de overheid, gezien de bezoldiging in vergelijkbare deelarbeidsmarkten die doorgaans een stuk hoger ligt? Ofwel, wat betekent deze regeling voor het vacaturebeleid van de overheid?

 

Artikelsgewijs

 

Uit artikel 1.3 lid 2 sub b, blijkt dat onder meer de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen uitgezonderd wordt van toepassing van de paragrafen 2 en 4. Kan de regering aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de wens van de Kamer om onder meer het Holland Casino onder het beloningsregime van het maximum van 130% van het ministersalaris te brengen? Op welke wijze komt de regering de Kamer hierin tegemoet in de nabije toekomst?

 

 

 

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2011 > maart