Bijdrage Esmé Wiegman algemeen overleg dwang en drang - GGZ

woensdag 16 maart 2011 13:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Het is al eerder gezegd dat een enorme waslijst aan brieven op de agenda staat. Ik heb vrij strikt geselecteerd in het aantal onderwerpen dat ik aan de orde wil stellen. Ik sta graag uitgebreid stil bij de recente jaarcijfers over zelfdoding. Daaruit blijkt dat suïcidaliteit nog steeds een groot maatschappelijk probleem is; in 2009 waren er 1524 suïcides. Ook het aantal pogingen blijft schrikbarend hoog. Onder jongeren is een stijging waarneembaar. Dit alles betekent dat te veel mensen geen uitweg zien uit hun problemen. Mijn fractiegenoot Voordewind bracht eind 2007 de notitie De noodkreet gehoord uit. De noodkreet vanuit de samenleving is geen vraag om symptoombestrijding maar een vraag om preventie. De ChristenUnie-fractie vindt dat de minister het voortouw moet nemen in lijn met de in 2008 ingezette beleidsagenda. Ik stel in dit verband een aantal vragen. Wat doet de minister voor risicogroepen als allochtone meisjes of jongeren in gebieden met veel alcohol- en drugsmisbruik? Hoe zit het met de toegang tot geestelijke gezondheidszorg? Hoe staat het met de opsporing van suïcidaliteit en depressie? Er is een multidisciplinaire richtlijn in ontwikkeling, maar hoe pakt de minister de implementatie daarvan aan? Zal deze richtlijn voor elke beroepsgroep gaan gelden? Ik heb het idee dat de minister dat op dit moment wat in het midden laat. De minister heeft gesproken over scholing en bijscholing van medische professionals en eerstehulpafdelingen. Zitten die nu structureel in de curricula? Heeft de minister een beeld van suïcidaliteit en depressies onder jongeren? Wordt dat voldoende opgespoord, bijvoorbeeld door laagdrempelige hulp op school, via de zorg- en adviesteams?

Wat ons betreft, is een streefcijfer niet iets om los te laten als je het niet haalt. Als het aantal suïcides stijgt, moeten er juist extra inspanningen en investeringen worden aangekondigd. Ik begrijp natuurlijk dat wij de minister niet kunnen afrekenen op een stijging van het cijfer. Wij moeten het cijfer echter wel gebruiken om beleid bij te stellen en om te leren. Daarom vraag ik de minister of zij het streefcijfer niet zou moeten handhaven. Ik roep haar op om te kijken naar ervaringen elders. Met het nu loslaten van het streefcijfer wordt een slecht signaal afgegeven, ook in relatie tot de regierol die wij de minister op dit onderwerp graag zien spelen.

 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA): De zorgen van de ChristenUnie-fractie over de toename van het aantal suïcides en het loslaten van de norm deelt mijn fractie volledig. De minister heeft gezegd dat zij een Europees onderzoek laat uitvoeren naar een nieuwe norm. Mijn fractie heeft echter gevraagd om een Europees onderzoek naar het terugdringen van het aantal suïcides. Vindt u het niet belangrijker dat de minister met een plan van aanpak en maatregelen komt in plaats van met nog meer onderzoeken?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Wat mij betreft, komt zij met allebei. Het is prima om dingen verder te onderzoeken; daarvan kunnen wij wellicht nog veel leren. Laat de minister echter niet tegelijkertijd de streefcijfers loslaten. Zij moet zich vooral richten op de maatregelen. Niet voor niets kies ik juist dit onderwerp en stel ik vragen over maatregelen die genomen zouden worden. Dat verklaart mijn betoog.

 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Voor de duidelijkheid: vraagt u met mijn fractie om een plan van aanpak of vraagt u alleen om een nieuwe streefnorm? Of vraagt u om allebei?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik vraag er in ieder geval om, de streefcijfers nu niet los te laten. Dat is wel aangekondigd. Verder verwijs ik naar de beleidsagenda van 2008. Ik zie graag dat de minister die oppakt en daarmee verder gaat. In dat verband zijn allerlei suggesties en toezeggingen gedaan, die opgepakt zouden worden. Ik vraag de minister nu hoe het daarmee staat en hoe dat geïntensiveerd kan worden. Ik weet niet of daarbij een nieuw plan van aanpak nodig is -- dat zou best kunnen -- maar ik denk dat er een stevige beleidsagenda ligt en ik zie graag dat de minister daarmee verder gaat. Ik help daarbij, met suggesties en vragen.

Anonieme ondersteuning via 113Online blijkt veel mensen te helpen. Ik zie dat terug in de mails die mijn fractie kreeg naar aanleiding van het mogelijk stoppen van 113Online, waarvan vorig jaar bij de begrotingsbehandeling sprake was. Mensen in wanhoop blijken veel te hebben aan deze vorm van laagdrempelige hulp via chatten of telefoon. Gelukkig, met veel pijn en moeite, is de financiering van 113Online tot het einde van het jaar door de minister beschikbaar gesteld, nadat zij het eerder uit de begroting had geschrapt. De fractie van de ChristenUnie ziet in 113Online graag een structurele voorziening. Het ligt voor de hand dat zorgverzekeraars dit initiatief op basis van anonimiteit gaan financieren. Ik ben heel erg benieuwd hoe de gesprekken daarover lopen. De ChristenUnie-fractie ziet graag een structurele oplossing. Kunnen wij die verwachten op basis van de huidige wetgeving gelet op het feit dat deze onvoldoende is ingericht op anonieme e-hulp?

Vorige week heeft er een rondetafelgesprek plaatsgevonden over onverantwoord ouderschap. Ik besef mij dat dat onderwerp een geheel eigen behandeling verdient. Een van de vragen die nadrukkelijk aan de orde kwam, was: welke mogelijkheden biedt de huidige wet om eerder te kunnen ingrijpen? De ChristenUnie-fractie zou graag zien dat in de nieuwe wet verplichte ggz de mogelijkheid wordt opgenomen om eerder te kunnen ingrijpen als mensen als gevolg van een psychische stoornis of verslaving een aanzienlijk risico lopen om ernstige schade aan te richten voor zichzelf of anderen. Met de nieuwe wet wordt maatwerk beoogd. Als ik denk aan maatwerk in heel specifieke groepen, dan denk ik in het bijzonder aan meer mogelijkheden voor dwangopname van een verslaafde zwangere vrouw. Ik heb begrepen dat de Bopz nu pas die mogelijkheid biedt na 24 weken zwangerschap, maar verslaving bij de moeder vormt al vanaf de vroege zwangerschap een acute en ernstige bedreiging voor het ongeboren kind. Eigenlijk zou het goed zijn als zij eerder gedwongen opgenomen en behandeld kon worden. Ons juridisch systeem moet voldoende rekening houden met nieuwe medische inzichten. Ik hoor graag een reactie van de minister op dit voorstel.

Ik heb tot slot nog een paar korte punten, ook naar aanleiding van de nieuwe wet die ontwikkeld wordt. Om goede ICT-systemen te ontwikkelen, moeten zorgaanbieders tijdig weten welke voorwaarden de wet precies gaat stellen. Dat lijkt mij iets om rekening mee te houden. Ik hoor op dat punt graag een reactie.

De fractie van de ChristenUnie vindt dat de multidisciplinaire richtlijn Dwang en drang ontwikkeld en klaar moet zijn voordat de nieuwe wet in werking treedt. Zij vraagt vandaag ook hoe het nu verder moet met de familievertrouwenspersoon. In het pakket stukken zit nog een oude brief waarin verwezen wordt naar de begrotingsbehandeling van vorig jaar. Wij weten allemaal dat er geen middelen beschikbaar zijn gesteld. De familievertrouwenspersoon staat wel in de wet verplichte ggz, maar wat betekent dat nu? Hoe wordt dit verder geëffectueerd? Hoe gaat het verder?

Op het punt van e-health sluit ik mij graag aan bij de woorden van de collega van de CDA-fractie.

Tot slot kom ik te spreken over het dubbele declaratiesysteem, dat in de ggz nog steeds gebruikt wordt. De minister heeft al eerder aangegeven daar snel vanaf te willen. Ik hoor graag vandaag een mondelinge update van de minister van hoe en wanneer zij dat gaat doen.

 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Ik vraag mij af wat de mening van de ChristenUnie-fractie is over dwang en drang en over het feit dat wij nog steeds koploper zijn in het gebruikmaken daarvan. Vindt mevrouw Wiegman ook dat wij dat met kracht moeten terugdringen en dat de minister daarin een belangrijke rol speelt?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Daarmee ben ik het eens. Ik ben nog eens teruggegaan naar mijn eerdere bijdrage waarin ik daarop uitgebreid ben ingegaan. Ik had het kunnen herhalen. Er is echt wel het een en ander gebeurd in de afgelopen jaren, maar wij zijn er nog lang niet. Alle uitspraken die ik in het laatste AO hierover heb gedaan, ik dacht in 2009, zou ik kunnen herhalen. Ik zei toen ook al dat dwang en drang teruggedrongen moesten worden en gebruikt moesten worden als laatste nood- en redmiddel in plaats van standaardhulpmiddel. Mijn standpunten zijn sinds 2009 niet veranderd.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > maart