Algemeen Overleg Huisartsenzorg

donderdag 21 april 2005 14:53

De heer Rouvoet (ChristenUnie) heeft moeite met de positie van de Tweede Kamer in dit debat. In de brief van de minister van 8 april jl. staat dat er afspraken zijn gemaakt en hij zet uiteen hoe het nieuwe systeem eruit ziet. De berichten van de andere kant van de tafel luiden echter dat er geen akkoord is omdat het nog aan de achterban moet worden voorgelegd.
 
De heer Rouvoet wil het liefst de brief van de minister beoordelen omdat daar het nieuwe systeem in staat, maar doordat er geen akkoord is, is hij terughoudend in het inhoudelijk beoordelen van de verschillende onderdelen. De bewindsman moet eerst aangeven of hij vindt dat hij nog in onderhandeling is of dat die afgerond is.
 
Tussen de verschillende partijen is sprake van achterdocht en de communicatie is moeizaam. Kan de minister hierop ingaan? Iedereen is gediend met een akkoord, ook gelet op de tijdsdruk in verband met de ingangsdatum van 1 januari 2006 van de nieuwe zorgverzekeringswet. Medewerking van huisartsen is noodzakelijk, maar het is ook in hun belang dat er duidelijkheid ontstaat.
 
Inhoudelijk is nog weinig bekend over de onderhandelingsruimte met betrekking tot de modules. Moet elke huisarts afzonderlijk afspraken met een verzekeraar maken? Hoe zit het met de zekerheid die daarmee gepaard gaat? Is het mogelijk om objectieve criteria te hanteren? Het is toch eenvoudig om in een huisartsenbestand te bekijken hoeveel 65-plussers er zijn; dit is bijvoorbeeld een objectief criterium. Voor de oudere verzekerde is het van belang, zie de brief van de CSO, als men op dat gebied zekerheid krijgt. De financiële gevolgen voor de huisartsen en hun praktijk hangen samen met de modules. Wat is de reactie van de minister hierop? De heer Rouvoet wil niet dat het nu geschetste beeld dat huisartsen failliet dreigen te gaan realiteit wordt.
In verband met de module variabele vergoedingen vraagt de heer Rouvoet of er sprake is van een korting van 20% op de tarieven van de vergoeding van praktijkkosten of van een openeinderegeling. Of dreigt dit ten koste te gaan van substitutie van tweede naar eerste lijn, samenwerkingsverbanden, innovatie, enz.? Wat is tot op heden bereikt?
 
De heer Rouvoet herinnert aan het debat over de marktwerking bij de fysiotherapie. Ook nu ontvangt hij berichten over dreigende wurgcontracten van dezelfde verzekeraars. Hoe kijkt de minister hier tegenaan? Komt er een herhaling van wat indertijd gebeurde? Is het bedrag van 20 mln. uit de doelmatige voorschrijving van geneesmiddelen een eerste stap? Hoelang kan men met dat doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen doorgaan? Vindt de minister dit een doelmatige onderbouwing?
Het signaal klinkt dat men zich niet verder wil laten verdringen door o.a. bedrijfs-artsen. De minister laat op dit punt relatief veel ruimte over voor de uitvoering van eerstelijns zorg door bedrijfsartsen, hetgeen effect heeft op de huisartsenpraktijk. Over de capaciteit zijn de berichten wisselend. Het Capaciteitsorgaan houdt het op een tekort van 16% in 2012, anderen spreken op 6% en weer anderen menen dat er een overschot komt. Houdt de minister vooralsnog vast aan de raming van het Capaciteitsorgaan of kunnen praktijkondersteuners, enz., daarop een rem zetten? Klopt het dat nu al huisartsen in opleiding nadenken over de vraag of zij nog wel huisarts willen worden?
 
Als de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet en de gelijktijdige invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek lukken, zullen per 1 januari a.s. verzekerden tussen verze-keraars gaan schuiven. Het zal een tijd duren voordat dit in de administratie van de verzeke-raars geregeld is. Als de nieuwe bekostigingssystematiek meteen ingaat, weten huisartsen dan nog wel waar mensen verzekerd zijn? De heer Rouvoet vreest voor chaos op dit terrein.
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Huisartsenzorg'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2005 > april