Vragen over Effecten motie-Verhagen voortgezet onderwijs

maandag 11 april 2005 18:22

Vragen van de leden Hamer (PvdA) en Slob (CU) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de effecten in het voortgezet onderwijs door de motie-Verhagen c.s.

Met antwoord.

Vragen van de leden Hamer (PvdA) en Slob (CU) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de effecten in het voortgezet onderwijs door de motie-Verhagen c.s. (Ingezonden 11 april 2005)
  1. Kloppen de berichten dat vmbo-scholen in zwarte wijken van grote steden aanzienlijk minder achterstandsmiddelen ontvangen, waardoor zij er onder andere in formatie op achteruitgaan?1 Zo ja, worden deze scholen hiervoor gecompenseerd en wat is uw oordeel hierover?
  2. Hoe verhoudt zich deze ontwikkeling tot de intentie van de motie-Verhagen c.s.2 en de afspraken die hierover in de Kamer zijn gemaakt?
  3. Zijn de berichten waar over uitwerking van de regeling «Toekenning extra achterstands-middelen aan basisscholen voor het schooljaar 2005–2006», namelijk dat er sprake is van een knip in de voor- en vroegschoolse educatie (vve) tussen «tot 4 jaar» en «na 4 jaar»?
  4. Worden er in de toekomst geen eisen meer gesteld aan de samenwerking tussen peuterspeelzalen en scholen over de vooren vroegschoolse educatie en de doorlopende leerlijnen hiertussen? Wat is uw oordeel hierover?
1 Brief van Stichting VO Haaglanden kenmerk UP/05/0202/PL over Financiële en formatieve problemen in het voortgezet onderwijs a.g.v. onderwijsachterstandenbeleid in schooljaar 2005/2006 d.d. 5-4-’05 aan min OCW mevr. v.d. Hoeven.
2 Kamerstuk 28 689, nr. 30.
 
Antwoord
Antwoord van minister Van der Hoeven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). (Ontvangen 21 april 2005)
  1. In het kader van het Hoofdlijnenakkoord is op de middelen van het Gemeentelijk Onderwijs-achterstandenbeleid € 100 mln. bezuinigd vanaf 2005 (€ 50 mln in 2004). Met de motie Verhagen c.s. wordt de € 100 mln. die is bezuinigd op GOA opnieuw ingezet ten behoeve van het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid. Voor voortgezet onderwijs gaan deze middelen vanaf 1januari 2007, conform kabinetsbeleid, naar de scholen. De huidige aanvullende be-kostiging via de cumi-regeling VO vervalt. Daarvoor in de plaats komt het nieuwe Leerplus-arrangement VO (L+A VO), gebaseerd op armoedeprobleemcumulatiegebieden zoals gede-finieerd in de armoedemonitor. De uitwerking van het L+A VO, evenals de wijze van inzet van de middelen uit de motie Verhagen c.s., is toegelicht in de brief die ik u 24 maart jl. (Ka-merstukken II, 27 020, nr. 44) heb toegezonden. In de periode voorafgaand aan het L+A VO wordt de oploop van de middelen (€ 10,5 mln in 2005 en € 18,8 in 2006) zo goed mogelijk conform de intentie ingezet. Doordat de oploop later in de tijd plaats vindt dan de taakstelling op GOA ontstaat er een tijdelijke dip in de middelen die de scholen ontvangen (x 1 mln):

     
    2004 
    2005
    2006
    2007
    Taakstelling GOA voor Voortgezet Onderwijs
    –€ 11,0
    –€ 22,0
    –€ 22,0
    – € 22,0
    motie Verhagen c.s.
     
    +€ 10,5
    +€ 18,8
    +€ 25,0
    Saldo
    –€ 11,0
    –€ 11,5
    – € 3,2
    + € 3,0

    Ik heb geen zicht op de wijze waarop gemeenten invulling geven aan de GOA-taakstelling. Het is mogelijk dat de invulling door individuele gemeenten aanzienlijke consequenties kan hebben voor individuele scholen.
    Op 14 april jl. is er op ambtelijk niveau een prettig gesprek geweest met de Stichting VO Haaglanden. Tijdens dit gesprek heeft de Stichting haar problemen duidelijk gemaakt en heeft OCW het kabinetsbeleid en de (mogelijke) consequenties daarvan toegelicht. Ik heb kennis genomen van het feit dat het voor de in de brief van St. VO Haaglanden genoemde scholen de bezuiniging vanuit GOA aanzienlijke financiële consequenties heeft. Uit de jaarverslagen van de betrokken bevoegde gezagen maak ik op dat gedwongen ontslagen vermeden kunnen worden.
  2. Zie het antwoord op vraag 1.
  3. Scholen voor basisonderwijs ontvangen met ingang van 1 augustus 2005 de regeling «Toekenning extra achterstandsmiddelen aan basisscholen voor het schooljaar 2005–2006» voor vroegtijdige bestrijding van onderwijsachterstanden. Omdat scholen zelf meer middelen kunnen inzetten in de vroegschoolse periode, wordt het op lokaal niveau voor gemeenten mogelijk om, in overleg met schoolbesturen, een groter deel van hun VVE-middelen in te zetten in de voorschoolse periode.
    Voorlopig blijven gemeenten, conform het huidige Landelijke Beleidskader Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (LBK GOA) dat tot 1 augustus 2006 van kracht is, verant-woordelijk voor het realiseren van de ambitie van 50% deelname van de doelgroep aan de ge-hele voor- en vroegschoolse educatie, inclusief de doorlopende leerlijn. Van schoolbesturen wordt verwacht dat zij hieraan blijven meewerken en dat zij met behulp van de middelen af-komstig uit de motie Verhagen c.s. bewaken dat de doorlopende leerlijn gegarandeerd wordt. Bovenop dit reeds bestaande beleid kunnen gemeenten en school-besturen op lokaal niveau afspraken maken over de inzet van de middelen die scholen extra ontvangen als gevolg van de motie Verhagen. Tot 1 augustus 2006 kan hiervoor het «Op Overeenstemming Gericht Overleg» (OOGO) benut worden.
  4. De doorlopende leerlijn is essentieel voor het slagen van het VVE-beleid. Zoals hierboven aangegeven zal tot 1-8-2006 het LBK van kracht zijn en kan het OOGO benut worden voor het maken van afspraken tussen gemeenten en scholen, ook  betreffende de doorlopende leerlijn.
    In de komende maanden zal een verkenning uitgevoerd worden naar de meest effectieve en efficiënte verdeling van verantwoordelijkheden op het terrein van VVE na 1-8-2006 en de instrumenten en arrangementen die hiervoor nodig en bruikbaar zijn.
    Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de ontwikkelingen binnen «Operatie Jong». Het gaat met name om de vormgeving van de bestuurlijke regierol van gemeenten en de uitvoerende regierol van schoolbesturen. Verwacht wordt dat de uitkomsten van de verkenning in het najaar van 2005 gepresenteerd kunnen worden.
    Alle VVE-gemeenten en schoolbesturen krijgen voor 1 mei 2005 een brief toegestuurd waarin een toelichting wordt gegeven op het VVE-beleid korte termijn (tot 1-8-2006) en lange termijn, conform de bovenstaande antwoordlijn.
Labels
Vragen

« Terug

Reacties op 'Vragen over Effecten motie-Verhagen voortgezet onderwijs'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2005 > april