Bijdrage Ed Anker over Veiligheid begint bij voorkomen

woensdag 21 januari 2009 12:00

 

Voorzitter. Veiligheid begint bij voorkomen is een ontzettend belangrijk onderwerp voor dit kabinet, want het is zo'n beetje de veiligheidsagenda die het kabinet voert. Daar zit van alles en nog wat in. Ergens is het heel goed dat je alles onder één noemer wilt brengen, maar tegelijkertijd stelt je dat ook voor een enorme uitdaging, want je moet proberen het hele stuk te lezen, te begrijpen en er een verband in te zien. Dat lukte erg moeilijk, sterker nog, het lukte helemaal niet. Vorige keer hebben wij hierover een AO gehad, toen collega Van der Staaij zei: het is een soort omgevallen archiefkast. Wij hadden toen nog niet precies door waarover wij het hadden, namelijk het veiligheidsprogramma van dit kabinet. Ook in deze voortgangsrapportage ontbreekt de samenhang. Een heel gek voorbeeld: in het hoofdstukje over overlast en verloedering gaat het over overlast en verloedering in de fysieke woon- en leefomgeving, en dan denk ik aan het straatmeubilair. Daar komt dan de Illegalennota van staatssecretaris Albayrak langs, en Burgernet. Beide onderwerpen zijn absoluut de moeite waard, maar Burgernet is volgens mij bedoeld om het makkelijker te maken voor burgers om aangifte te doen. Het is heel lastig om samenhang te vinden als je de logica niet ziet, en dat is echt een kritiekpunt. Niet omdat ik het zo lastig vind dit te lezen, want er zijn een paar andere dingen aan de hand. Als raadslid heb ik geleerd dat ik drie W-vragen moet beantwoorden: wat wil ik bereiken, wat gaan wij ervoor doen en wat moet dat kosten? Als wij dat van onze lagere overheden vragen, moeten wij er ook naar streven dat op landelijk niveau te doen. Maar hiervan gaat ook een signaal uit. Als mensen van ons willen horen wat wij eraan doen, moeten wij niet met korte-termijnoplossingen komen, maar moeten wij zien waarmee wij bezig zijn. Breng daar alsjeblieft samenhang in, en laat de volgende voortgangsrapportage een verhaal met een kop en een staart zijn.

            Er is gelukkig ook goed nieuws, na al deze kritiek. Uit de daling van de criminaliteit in zijn geheel heb ik begrepen dat dat komt doordat er meer is gehandhaafd: wij zijn onze eigen regels serieus gaan nemen. Dat is heel goed. Een aantal zaken wil ik graag onder de aandacht brengen. Ik sluit mij kortheidshalve van harte aan bij de opmerkingen van de heer Van der Staaij over het afstandscriterium; ik was daar ook wat verbaasd over. Ik begrijp dat er een bepaalde grote gemeente in ons land is die bij handhaving van het afstandscriterium 46 coffeeshops moet sluiten, maar de gedachte is dat wij softdrugs uit de buurt van kinderen willen houden. Het afstandscriterium is daarvoor het meest geschikte middel. De aanpak van verloedering werpt nog geen vruchten af. Nul procent is niets. Dit zijn juist de zaken waardoor mensen zich het eerst onveilig gaan voelen, en waardoor hun omgeving erop achteruit gaat, de broken-windowtheorie. Gesloopt straatmeubilair, rotzooi op straat, vooral in het stedelijk gebied moet dat worden voorkomen, en daar moeten echt betere resultaten komen. De inzet van de bestuurlijke boete en de strafbeschikking kan daarbij helpen. Wij zijn erg benieuwd in hoeverre dit middel daadwerkelijk slaagt. Wat is een termijn waarop het kabinet ons daarover de eerste resultaten kan melden?

            Een punt dat hiermee erg samenhangt, is de aanpak van jeugd die ontspoort. Ik wil het, naast de jeugd die herhaaldelijk ontspoort, ook hebben over de eerste plegers. Wij hadden op dit punt meer verwacht, want het is erg vreemd dat zelfs vanuit allerlei politieke partijen Doe Normaal en Effe Kappen opduiken, en dat men in Rotterdam de pilot heel graag wil voortzetten, en dat wij dan het signaal krijgen dat het niet allemaal geweldig was. Dat is niet gek als je dat instrument op zwaardere jongens zet, die al een behoorlijke carrière hebben als het gaat om het veroorzaken van overlast. Het zou veel meer als een echt preventiemiddel moeten worden toegepast. Bij de begroting hebben wij een motie ingediend om de pilot Doe Normaal uit te breiden naar een aantal gemeenten, waarbij ik heel specifiek denk aan Ede, waar wij op werkbezoek zijn geweest, maar ook aan Gouda, waar de problematiek groot is. In Ede is men bezig met een systematiek die wel een beetje lijkt op Doe Normaal, maar ze hebben daar nog niet de stok achter de deur van de sanctie die een burgemeester kan geven. Ze werken daar met ProKid. Daarin zou die pilot heel goed passen. Hoe gaan de ministers om met de aangenomen motie op dit punt?

            Ik vind het verbazingwekkend dat er een onderzoek is geweest over het verband met alcohol, waarin niet erg veel tests zijn gedaan, maar waaraan wel stevige conclusies worden verbonden. Er zijn uiteindelijk maar 19 drugstests gedaan, en er wordt heel weinig verder gedaan met de relatie tussen druggebruik en criminaliteit. Ik vind dat wat mager: er moeten echt meer tests komen. Is er nu echt helemaal geen reden meer om daarmee verder te gaan? Heel goed dat wordt geregistreerd wanneer alcohol in het spel was. Zijn er resultaten zichtbaar bij het veiliger maken van beroepen met een publieke taak? Een ander probleem is dat van mensen die zich afzijdig houden. Ik houd een pleidooi om op te passen met termen als "sluitende ketenaanpak" en "het betrekken van ketenpartners", want dat verwart mij. Enerzijds gaan wij dadergericht werken, zodat wij proberen in te zoomen op persoon en diens omgeving, maar wij willen ook proberen te komen tot een sluitende ketenaanpak op lokaal niveau. Vreselijk ambtelijke termen, waar mensen zich echt niet veiliger van gaan voelen. Maar wat betekent dat nu precies? Ik lees dat aan gemeenten zal worden gevraagd op welke vlakken ze ondersteund willen worden. Moet daar überhaupt een keten aan elkaar worden geregen, of hebben ze juist behoefte aan heel andere maatregelen? Dat soort verduidelijking vraag ik van de ministers. Misschien nu, of in een volgende voortgangsrapportage.

 

De heer Teeven (VVD): U gaat tekeer tegen deze ministers over overlast van jeugdigen. Wordt u niet een beetje verdrietig van uw eigen minister? Hij zit immers vóór deze ministers. Zij ruimen de bende op waaraan uw minister geen einde kan maken. Vindt u het niet een beetje oneerlijk om dat alles deze ministers in de schoenen te schuiven, wat u toch een beetje doet, terwijl uw eigen minister voor Jeugd en Gezin -- ik  noem hem nog net niet de minister van lege dozen -- er niet veel van maakt op dit punt?

 

De heer Anker (ChristenUnie): Wat een eerlijke vraag! Ik word niet verdrietig van mijn eigen minister, ik word ook niet verdrietig van deze ministers. In mijn tekst stond een zin die ik niet heb genoemd: er komt een enorme rij projecten op ons af in dit stuk, en ik vind het allemaal goede projecten, waar ik van harte achter sta. Ik vind het alleen jammer dat heel veel projectmatig is, dat er losse eindjes in zitten en dat ik nog niet de samenhang zie. Ik denk dat het belangrijk is dat wij die erin brengen. Onze minister is geen minister van lege dozen, sterker nog, hij heeft een volle doos met heel veel problemen, waarmee hij hard aan het werk is. Ik ben ervan overtuigd dat hij daarop resultaten zal boeken als het gaat om beperking van de wachtlijsten in de jeugdzorg. Dat is een ontzettend taai en moeilijk dossier. Ik vraag me af waar die problemen zijn begonnen; misschien op het vlak van justitie. Nu moeten wij gaan werken aan oplossingen. Ik ben kritisch over wat er op mij afkomt, wij moeten politiek duiden wat ambtelijk op ons afkomt, en ik mis daarin een stuk samenhang. Ik heb er alle vertrouwen in dat deze ministers daarvan werk maken, maar ik geef aan waaraan ik behoefte heb.

 

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Ed Anker over Veiligheid begint bij voorkomen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > januari