Bijdrage Ed Anker tijdens VAO Godslastering

woensdag 14 januari 2009 12:00

 

Voorzitter. Wij komen vanmiddag aan het einde van een lang debat, ook in de tijd, over godslastering. Dat debat heeft zich verengd tot de vraag of godslastering nog strafbaar moet zijn volgens ons Wetboek van Strafrecht en meer specifiek tot de vraag of wij artikel 147 willen behouden. Ons standpunt is daarin altijd helder geweest. Wij vinden artikel 147 van belang. Hoewel het niet het meest gebruikte artikel uit het wetboek is, heeft het voor ons een belangrijke, normstellende waarde. Velen in deze Kamer zien dat anders. Zij zien het artikel als een beperking van het publieke debat. Ik begrijp dat niet goed, want op die manier heeft het artikel, zeker de laatste decennia, nooit gefunctioneerd.

Het artikel gaat over opzettelijk smalen en het daardoor krenken van godsdienstige gevoelens. Dit is heel iets anders dan debatteren. De fractie van de ChristenUnie vindt dat godsdienstige gevoelens beschermd moeten worden. De godsdienst van iemand is allesbepalend voor de betrokkene en bepaalt zijn leven. Wanneer de godsdienst opzettelijk wordt beledigd, dan raakt dit de gelovige letterlijk in zijn ziel. Dat wil niet zeggen dat te pas en te onpas vervolging moet worden ingesteld bij weer eens een cartoon of een grove grap, maar zo is de praktijk ook niet. Als ultimum remedium kan een strafrechtelijke bepaling echter, ook bij weinig gebruik, toch nuttig zijn.

In reactie op de eerste termijn heeft de minister de Kamer een brief gezonden met een voorstel om artikel 147 te schrappen en om artikel 137c uit te breiden met de woorden "middellijk" en "onmiddellijk". Wij hebben uitgebreid met de minister besproken wat de consequenties van deze toevoeging kunnen zijn. Mijn fractie is op dit punt nog niet overtuigd. Het is mogelijk dat de toevoeging uitpakt als betekenisvolle verduidelijking of verbetering, maar het is ook mogelijk dat de toevoeging het publieke debat echt beperkt, omdat elke indirecte belediging strafbaar wordt. Kortom, wij weten het niet. Betekenis en reikwijdte van de uitbreiding zijn nog ongewis.

Wij moeten nu hom of kuit geven. De ChristenUnie ziet het liefst dat artikel 147 gehandhaafd blijft. De consequenties van de uitbreiding van artikel 137c kunnen wij op dit moment niet overzien. Er kan gezegd worden dat de minister er dan maar mee moet stoppen, of er kan gezegd worden dat hij maar iets moet proberen. Het voordeel van het schrijven van een wetsvoorstel is de consultatie. Deze consultatie zou ons meer duidelijkheid kunnen geven over de gevolgen van de toevoegingen.

De minister gaat over zijn eigen wetsvoorstellen, maar ik geef op voorhand aan dat het schrappen van artikel 147 voor ons een groot probleem is. De uitbreiding van artikel 137c is voor ons in elk geval geen compensatie voor het schrappen van artikel 147. Als wij voor de keuze gesteld worden, dan handhaven wij liever de huidige situatie.

De heer Van der Ham (D66):

De heer Anker stelt in dit VAO dat door het schrappen van artikel 147 een soort moreel ankerpunt kan wegvallen. Dit ankerpunt heeft voor hem betekenis. Is hij het met mij eens dat in artikel 137c ook "godsdienst" en ook andere begrippen worden genoemd? Is hij het met mij eens dat een Kamermeerderheid het niet goed vindt dat één aspect meer wordt verdedigd dan het andere?

De heer Anker (ChristenUnie):

Ik wil met liefde dit antwoord nogmaals geven. Wij hebben dit immers in de loop der tijd al een aantal keer besproken. Het zit puur in de techniek. Godsdienst is niet primair een kenmerk van een persoon, maar kenmerkt zich ook door het bijzondere verhaal dat je iets anders heiliger acht dan jezelf. Als hetgeen heilig wordt geacht opzettelijk wordt beledigd, dan doet dit de persoon die dit heilig acht pijn. Daarom zien wij artikel 147 als een soort kroon, een kop of een vervolmaking van de antidiscriminatiebepaling.

De heer De Wit (SP):

Wat vindt de heer Anker dan van de motie waarin wordt verzocht, artikel 137c niet uit te breiden? Ik spreek over "de motie", omdat de motie-De Roon en die van mijzelf in dit opzicht heel sterk op elkaar lijken.

De heer Anker (ChristenUnie):

Ik ben daar nog niet helemaal uit. Wij wisselen artikel 147 liever niet in, omdat wij nog niet goed weten hoe dit zal uitpakken. Ik krijg echter het idee dat de minister hier echt iets mee wil bereiken. Een andere reden waarom ik hier nog niet helemaal over uit ben, is het rapport van het WODC. Daarin wordt gesteld dat in Nederland best nog wel ruimte is om te bekijken hoe wij omgaan met belediging van godsdienstige gevoelens. In het rapport wordt eveneens gesteld dat de integratie kan worden bevorderd wanneer wij meer aandacht voor de godsdienstige gevoelens hebben. Als de uitbreiding van artikel 137c daar het antwoord van de minister op is, dan wil ik daar wel naar kijken. Ik vind het evenwel lastig om dit zo in verband te brengen met het schrappen met artikel 147.

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Ed Anker tijdens VAO Godslastering'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > januari