Tot nu toe hadden veel scholen grootverbruikerscontracten. Zij kregen extra korting in ruil voor het overnemen van een stuk administratie van de vervoerders. Deze contracten worden echter in veel regio’s straks niet meer geboden. Dik-Faber: “Sommige scholen krijgen dan te maken met 4 provincies en 3 vervoerders. Leerlingen die pech hebben en met meerdere vervoerders reizen moeten straks voor elke vervoerder een apart abonnement op hun OV-chipkaart hebben. Zij zijn daardoor fors duurder uit. Gezinnen worden hiermee onnodig op kosten gejaagd.”

De ChristenUnie heeft eerder dit voorjaar al Kamervragen over de kwestie gesteld. Toen gaven de bewindslieden aan dat vervoerders en overheden tot afspraken en oplossingen moeten komen en dat zij moeten zorgen dat scholen wegwijs worden gemaakt in de vele abonnementen. Voordewind: “Wij hebben helaas geconstateerd dat beide niet gebeurd is. Scholen worden van het kastje naar de muur gestuurd voor een goed abonnementsadvies en zien tarieven met tientallen procenten stijgen. De tijd dringt voor een oplossing want over 7 weken begint de zomervakantie al en scholen, ouders en leerlingen willen weten waar ze aan toe zijn voor komend schooljaar. Het kan zelfs bepalend zijn voor de schoolkeuze en tegelijkertijd is die keuzevrijheid ons veel waard.”

Formeel zijn de provincies verantwoordelijk voor de OV-tarieven, maar de staatssecretaris heeft inmiddels erkend dat er meer harmonisatie nodig is van de abonnementen. Dik-Faber: “Een goede oplossing zou wellicht een landelijk kortingsproduct voor scholieren kunnen zijn, maar het is nog steeds niet duidelijk of dit het komend schooljaar beschikbaar komt.” Ook vragen de beide Kamerleden of er afspraken kunnen komen over het behoud van grootverbruikerscontracten. “Het is vreemd dat je in de ene provincie wel een dergelijk contact kunt sluiten en in de andere niet, terwijl het om dezelfde vervoerder gaat. Provincies kunnen dit onderling afstemmen  en vastleggen in de vervoerconcessies. Wij roepen de staatssecretaris op hierover in overleg te gaan met de provincies. Wij vinden het belangrijk dat scholieren overal in het land voor een acceptabel tarief naar de school van hun keuze kunnen reizen.”