Inbreng schriftelijk overleg Arie Slob inzake de Landbouw- en Visserijraad d.d. 13 en 14 mei 2013

donderdag 02 mei 2013 00:00

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob inzake de Landbouw- en Visserijraad op 13 en 14 mei 2013

Onderwerp:   Landbouw- en Visserijraad op 13 en 14 mei 2013

Kamerstuk:    21 501 - 32

Datum:            2 mei 2013

De ChristenUnie-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de L&V-raad van 13 en 14 mei aanstaande. Zij hebben hierover een aantal vragen

Gemeenschappelijke Visserijbeleid

Genoemde leden vragen naar de laatste stand van zaken over praktische problemen bij de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de aanlandplicht. Genoemde leden vinden het zeer zorgelijk dat aanlandplicht het uitgangspunt is terwijl volgens Nederlandse visserijorganisaties steeds meer vragen naar voren komen die tot nu toe onbeantwoord blijven. Genoemde leden vragen of er inmiddels een overzicht is van de nog niet opgeloste problemen zoals onder meer aangedragen door de visserijorganisaties, of de staatssecretaris dit overzicht naar de Kamer kan sturen en kan voorzien van een reactie. Ook dringen deze leden er op aan bij de invoering van het nieuwe GVB innovatie en ontwikkeling te belonen en bij het invoeringstraject recht te doen aan de genoemde problemen en invoering daarom ook een echt sluitstuk te laten zijn. Deelt de staatssecretaris de zorg van de visserijsector dat bij het ongewijzigd invoeren van het Europese beleid innovatie in de Nederlandse visserijsector zal stilvallen omdat de sector bij voorbaat wordt gestraft? Genoemde leden hebben over de uitvoerbaarheid de volgende specifieke vragen.

Quotum

Klopt het, zo vragen deze leden, dat er is nog geen enkel zicht is hoe de transitie van aanlandquota naar vangstquota gerealiseerd zal worden? Hoe denkt de regering op zo’n korte termijn te komen tot overeenstemming met Noorwegen over de gedeelde bestanden? Is de staatssecretaris bereid er op aan te dringen dat er eerst overeenstemming komt met Noorwegen over de gedeelde bestanden, voordat definitief wordt besloten over invoering van de aanlandplicht? Zo nee, welke risico’s zitten hieraan?

Ook vragen deze leden hoe het quotum voor de geassocieerde bestanden, Tarbot, Griet, Bot en Schar zal worden voorgesteld nu er de noodzaak zal ontstaan tot een verveelvoudiging van het bestaande quotum, terwijl het bestandsonderzoek voor deze soorten niet of nauwelijks aanwezig is. Deelt de staatssecretaris de mening dat hier een groot risico is dat deze soorten stuk voor stuk soorten met een “verstikkend” quotum (choke species) zullen worden, die de visserij op enig moment vroeg in het jaar zullen gaan stil leggen. Zo nee, op welke wijze is de staatssecretaris van mening dat gegarandeerd is dat dit niet zal gebeuren?

Ook vragen genoemde leden wat de aanlandplicht betekent voor de huidige relatieve stabiliteit binnen de visserij in Europa? Ontstaat straks niet het risico dat binnen Nederland de verhoudingen tussen vissers in verschillende vistuigcategorieën scheef getrokken zal worden?

Specifiek vragen genoemde leden naar de situatie in de garnalenvisserij. Genoemde leden hebben de indruk dat de garnalenvissers voor hun verplichte aanlanding van alle vangsten over quotum zullen moeten gaan beschikken. Die beschikking hebben ze nu niet. Hoe gaat straks de herverdeling van vangstrechten plaatsvinden, zo vragen deze leden? Is de staatssecretaris ermee bekend dat kottervissers niet aan een overdracht (betaald of om niet) willen meewerken aangezien zij deze rechten tegen hoge kosten hebben moeten verwerven? Genoemde leden vragen of dit probleem inmiddels binnen Europa is geadresseerd, wat het standpunt van de staatssecretaris in deze is en of er al overeenstemming is over een oplossing met de kottersector en de garnalensector. Zo nee, deelt de staatssecretaris de mening dat hier eerst helderheid moet zijn voordat het GVB definitief kan worden vastgesteld?

Kosten

Genoemde leden vragen naar de kosten van de invoering van de aanlandplicht. Klopt het, zo vragen deze leden dat deze alleen al voor de kottersector berekend zijn op netto 20 mln euro, waarbij al is uitgegaan van de opbrengst van alle aangelande vis en de beschikbaarheid van een verwerkingsmogelijkheid in Nederland en marktconforme opbrengsten. Genoemde leden vragen of sector dit wel kan dragen en of de staatssecretaris deze kosten proportioneel vindt. Genoemde leden vragen wat de gevolgen zijn voor de sector voor de bereidheid van banken om financiering te verstrekken aan vissers. Klopt het, zo vragen deze leden, dat uit onderzoek blijkt dat de aanlandplicht zal leiden tot een inkomstendaling van de bemanning van ongeveer 20-30%? Deelt de staatssecretaris de mening dat dergelijke budgetten beter ingezet kunnen worden voor innovatie en de transitie naar duurzaamheid dan voor de aanlandplicht?

Logistiek

Genoemde leden constateren dat de schepen die de Nederlandse kottervloot vormen zijn ontworpen en gebouwd om optimaal gebruik te worden voor het aanlanden van marktwaardige vis. Daar is bijvoorbeeld de omvang van de opslagruimte en de omvang van de bemanningsaccommodatie op afgestemd. Genoemde leden vragen of het klopt dat voor de aanlandplicht extra bemanning nodig is waarvoor op de huidige schepen geen hutten zijn, en dat de opslagruimte in de huidige schepen ook te klein is voor de aanlandplicht. Klopt het dat hierdoor visreizen voortijdig zullen moeten worden afgebroken met alle gevolgen voor de rentabiliteit en het milieu (brandstofverbruik). Ook vragen deze leden of het klopt dat op land aan de havens en in de visafslagen verwerkings- en opslagmogelijkheden ontbreken om de aanlandplicht te kunnen uitvoeren. Zij vragen of er al een kosten baten analyse is gedaan van het realiseren van de hele logistieke keten die nodig is voor de uitvoering van de aanlandplicht en is onderzocht op welke termijn dit haalbaar is. Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten, zo nee waarom is de staatssecretaris nog steeds voornemens in te stemmen met de aanlandplicht terwijl de gevolgen voor de visserijsector niet inzichtelijk zijn?

Vis- en vogelsterfte

De ChristenUnie vindt het essentieel dat het onderzoek naar de feitelijke cijfers rondom overleving van teruggegooide vis en naar vergroting van de selectiviteit van netten versneld worden uitgevoerd. Is de staatssecretaris bereid deze onderzoeks- en ontwikkelinspanningen te bundelen met die van België.

Een deel van de sterfte van teruggegooide vis wordt veroorzaakt door vogelvraat. Bij meer selectiviteit zal deze vorm van visserijsterfte afnemen wat zal leiden tot een afname van bepaalde vogelpopulaties. Bij een aanlandplicht treedt dit effect veel sterker op. Genoemde leden vragen of de gevolgen voor de biodiversiteit van de aanlandplicht voldoende in beeld zijn.

Maximum Duurzame Oogst

Genoemde leden constateren dat het begrip maximum duurzame oogst (MSY) verschillend wordt geïnterpreteerd. Vanuit het Europese parlement is nadrukkelijk ingebracht om te werken op basis van het theoretische Bmsy , terwijl de Europese Raad besloten heeft tot sturing op Fmsy. Klopt het, zo vragen deze leden dat de Bmsy slechts een theoretisch berekende omvang van het visserijbestand is waarbij niet duidelijk is waar het zou kunnen of moeten liggen, omdat  de rekenmodellen geen antwoord geven op de daarop betrekking hebbende vragen? Genoemde leden pleiten er voor te blijven sturen op de visserijdruk (Fmsy) waarmee de afgelopen jaren goede ervaringen zijn opgedaan.

Pulskor-dossier

Genoemde leden vragen naar de stand van zaken rond de puls-ontheffingen voor boomkorvissers. Klopt het dat ondanks de toezegging door de toenmalige staatssecretaris in oktober 2012 er nog steeds sprake is van een wachtlijst? Genoemde leden pleiten er voor de ontheffingen zo spoedig mogelijk te verlenen zodat er weer een gelijk speelveld ontstaat.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Archief > 2013 > mei