Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan plenair debat afbouw dubbele heffingskorting.

woensdag 28 september 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn in een plenair debat.

Onderwerp:    Afbouw dubbele heffingskorting

Kamerstuk:    32 777

Datum:             28 september 2011

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Bij het wetsvoorstel maak ik duidelijk onderscheid tussen intentie en gevolgen. Om met de intentie te beginnen: de staatssecretaris wil zo veel mogelijk mensen stimuleren om aan het werk te gaan. Het is inderdaad belangrijk dat mensen vanuit een uitkering gaan werken. Dit kan ik dus ondersteunen, maar er is meer dan de intentie van een wetsvoorstel. Wij moeten ook kijken naar de negatieve gevolgen voor mensen met een uitkering. De vraag is of het doel überhaupt wel wordt gehaald.

Als reden voor het wetsvoorstel noemt de staatssecretaris het besluit van het vorige kabinet om voor werkende kostwinners de algemene heffingskorting van de niet-werkende partner af te bouwen. Dit besluit is binnen het kader van het regeerakkoord indertijd genomen. Deze beperking namen wij voor onze rekening als een compromis. Wij moeten ook naar de gevolgen van het besluit kijken. Een ontwikkeling waarbij de bijstandsuitkering hoger uitvalt dan het minimumloon is ongewenst. Hiervoor is ook een oplossing. Draai het besluit om de algemene heffingskorting voor niet-werkende partners af te bouwen terug.

De staatssecretaris grijpt het besluit van toen echter aan om het referentieminimumloon te verlagen door de dubbele heffingskorting af te bouwen.

De heer  Dijkgraaf (SGP):

Zojuist is mijn klomp gebroken. Tijdens het vorige kabinet heeft de SGP-fractie keer op keer tegen de ChristenUnie-fractie gezegd: doe nou met ons mee, jullie zijn in de positie om dit te realiseren. Het antwoord was nee, nee en nog eens nee. Nu zit de ChristenUnie in de oppositie. Dan is het makkelijk om tegen de regering te zeggen: draai die overdraagbaarheid terug. Waarom heeft mevrouw Ortega het toen niet gedaan, toen zij in die positie zat?

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Zoals ik al aangaf, gaat het om een compromis. Wij hebben gerealiseerd dat alleenstaande ouders met kinderen jonger dan vijf jaar geen sollicitatieplicht opgelegd kregen. Zij behielden hun heffingskorting. Wat wij op dat moment niet wisten, was de doorwerking in het referentieminimumloon. Met de kennis van nu zeggen wij: als het zoveel problemen oplevert, dan moeten wij het gewoon omdraaien.

De heer  Dijkgraaf (SGP):

Tja, met de kennis van nu, zo kun je ook problemen oplossen. Iedereen wist dat toen. Iedereen wist dat het uiteindelijk tot deze situatie zou leiden. Als je in een regering zit, moet je compromissen sluiten, maar dan moet je daar wel voor staan. Dan moet je niet in de volgende periode zeggen: draai het maar weer terug. Nee, dan moet je de consequenties aanvaarden van het toen genomen besluit. Er moet consistentie in standpunt zijn.

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Ik voel mij helemaal niet aangesproken door datgene wat de heer Dijkgraaf inbrengt. Het kindgebonden budget is ook een vorm van compromis. Je neemt je verantwoordelijkheid als Kamerlid, je neemt je verantwoordelijkheid op het moment dat je gaat meeregeren. Wij hebben indertijd onze verantwoordelijkheid genomen. Wij hebben er toen voor zorg gedragen dat in ieder geval een bepaalde groep niet geconfronteerd werd met de afbouw van de heffingskorting.

Wij komen er nu achter dat wij dit niet meer willen, als het inderdaad zoveel problemen gaat opleveren.

De voorzitter:

Nog één soort slotopmerking, want anders blijven we hangen op dit puntje.

De heer  Dijkgraaf (SGP):

Ik poog dat in vijf minuten te doen.

De voorzitter:

Nee, één opmerking.

De heer  Dijkgraaf (SGP):

Het kindgebonden budget is natuurlijk een heel ander verhaal. We zitten helemaal niet in de regering, dus we hoeven helemaal geen compromissen te sluiten. We dienen gewoon een amendement in, en daar blijkt voldoende steun voor te zijn. Voor de rest heeft dat standpunt, waarover wij goed hebben nagedacht, met de kennis van nu geen verder effect. Punt is wel dat het besluit toen voor iedereen duidelijk was: als je daaraan komt, gaat dat op een gegeven moment ook in het minimumloon zitten. Dat is onoverkomenlijk. Kijk maar naar deze Kamer: er is nog steeds een meerderheid voor afschaffing van de overdraagbaarheid van de heffingskorting, en dat heeft deze consequentie.

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Dat zij zo. We moeten gewoon op zoek gaan. U hebt een aantal zaken naar voren gebracht, onder andere het ontwikkelen van een leefvormneutraal fiscaal stelsel. Daar willen wij graag naar gaan kijken.

De voorzitter:

Mevrouw Ortega vervolgt haar betoog.

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Om te beginnen is de werking van het voorstel van de staatssecretaris maar beperkt. De verwachting is namelijk dat de gewenste stimulans maar voor 15.000 mensen zal werken. Dit is weinig. Er zitten meer dan 300.000 mensen in de bijstand. Voor verreweg het grootste deel van de mensen zal de maatregel dus niet werken. Dan is de maatregel toch niet effectief, staatssecretaris? Graag een reactie. De mensen die niet aan het werk komen, worden vol getroffen door de maatregel. De staatssecretaris probeert de indruk te wekken dat het allemaal wel meevalt, maar niets is minder waar. Mensen met een uitkering zullen op termijn er iets van 14% op achteruit gaan. Dat is een enorm inkomensverlies. Hoe moeten mensen dat opvangen? Graag hoor ik hoe de staatssecretaris dat ziet.

Ook zijn er signalen dat het huidige minimumniveau eigenlijk te laag is. Mensen hebben grote moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Dit heeft ook nadelige effecten op kinderen die in zo'n situatie opgroeien. Voor de ontwikkeling en scholing van het kind is het echt belangrijk dat zij kunnen meedoen, bijvoorbeeld doordat zij een computer hebben, of internet. Dat is allemaal onmisbaar voor de ontwikkeling van de kinderen. De staatssecretaris is in zijn schriftelijke reactie ingegaan op de definitie van wat een sociaal minimum is. Een duidelijk antwoord ontbreekt nog steeds. Dus, staatssecretaris, waarom onderzoeken wij niet wat een meer eigentijds sociaal minimum is?

De staatssecretaris spreekt de verwachting uit dat het absolute inkomen van mensen met een uitkering niet zal dalen. Toch gaat het inkomen ongeveer € 70 tot €100 omlaag. De correctie voor inflatie zal dit niet helemaal goed kunnen maken. Hoe komt de staatssecretaris dan tot de conclusie dat het absolute inkomen niet zal dalen?

Ten slotte wil de staatssecretaris ook de AOW-koopkrachttegemoetkoming van de AOW'ers met aanvullende bijstand omlaag brengen. Een koopkrachttegemoetkoming is echter niet voor niets een tegemoetkoming in de koopkracht. Waarom vindt de staatssecretaris dat deze groep nu plotseling geen tegemoetkoming meer moet krijgen, terwijl wij het juist hebben gedaan omdat de koopkracht niet toereikend was? Kunnen wij dan zeggen dat sprake is van een inkomensachteruitgang van ongeveer 3,75% tot 5%? Dat komt namelijk heel hard aan voor deze groep. Graag hoor ik van de staatssecretaris wat hij eigenlijk wil gaan doen voor deze groep. Ik wil klip-en-klaar horen waarom deze maatregel juist voor deze groep is bedoeld. We hebben er inderdaad een tijdje geleden juist voor gezorgd dat deze groep een beetje ontzien werd. Zij kan natuurlijk niet gaan werken aan het aanvullen van een inkomen. Als dat het geval was geweest, had de staatssecretaris wel instemming gekregen van de ChristenUnie.

De heer  Van Hijum (CDA):

Klopt het dat het terugdraaien van wat mevrouw Ortega nu voorstelt, niet is opgenomen in de tegenbegroting?

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Dat klopt, dat is niet opgenomen. In onze tegenbegroting staat echter ook dat wij niet alles hebben kunnen meenemen. Het is al heel mooi dat een kleine fractie als de ChristenUnie is gekomen tot een deugdelijke tegenbegroting.

De heer  Van Hijum (CDA):

Alle respect en complimenten daarvoor, maar dan mag de toonhoogte ook wel iets lager. Als er voorstellen gedaan en besproken worden in dit huis en de fractie van de ChristenUnie met kritiek komt en met heel grote woorden en zegt dat zij het terug wil draaien, maar als dat dan niet staat opgenomen in de tegenbegroting en als zij daar dan zelf geen voorstellen voor doet, wat is dat dan waard?

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Wat het waard is, is dat ik nu heb gezegd wat ik erover heb gezegd. Wij kunnen van alles gaan opnemen in de tegenbegroting. Dit had er zondermeer ook in gekund, maar dat hebben wij niet gedaan. In onze tegenbegroting staat heel duidelijk aangegeven dat wij niet alles hebben kunnen opnemen.

De heer  Van Hijum (CDA):

Dat betekent dan feitelijk dat u de inzet van het kabinet accepteert. Ik zou dan een goedbedoeld advies willen geven voor een volgende keer. Als u het serieus neemt, moet u daar ook voorstellen voor indienen, want dan kunnen wij over alternatieven discussiëren en over de wenselijkheid daarvan.

Mevrouw  Ortega-Martijn (ChristenUnie):

De ChristenUnie respecteert sowieso alles wat dit kabinet inbrengt. Wij proberen heel zorgvuldig om te gaan met iedere maatregel. Maar wij kunnen bij nader inzien gewoon niet instemmen met dit wetsvoorstel. Als er op een gegeven moment sprake is van een oplossing zullen wij zien of dit moet worden teruggedraaid. Anders moeten wij over op een ander fiscaal stelsel, waarin een en ander wel beter in geregeld is.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2011 > september