Bijdrage Esmé Wiegman aan plenair debat besluit legkippen.

donderdag 08 september 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink aan het plenaire debat inzake inwerkingtreding van het besluit van 30 juni 2010, houdende wijziging van de overgangstermijn voor het verbod van het houden van legkippen in verrijkte kooien.

Onderwerp:    Besluit legkippen

Kamerstuk:    31 923

Datum:             8 september 2011

Mevrouw  Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. We spreken vandaag over een uitzonderlijk kort wetsvoorstel. De voorgeschiedenis is echter lang. Mevrouw Thieme heeft deze al geschetst. Ik ga ervan uit dat we het debat over de huisvesting van legkippen met de invoering van deze wet voorlopig even kunnen sluiten. Wat de ChristenUnie betreft treedt het besluit zo snel mogelijk in werking, zodat de nieuwe normen en de overgangstermijn een feit worden en niet langer een onzekere factor zijn. Het feit dat de normen nog niet vastliggen belemmert ondernemers namelijk om de overstap te maken. Ik heb van kippenhouders begrepen dat het vaak moeilijk is om financiering te krijgen, omdat banken pas groen licht willen geven als de normen echt vastliggen. Bovendien komt 1 januari 2012, de datum waarop de legbatterij verboden zal zijn, snel dichterbij. Wij zullen ondernemers duidelijkheid moeten geven.

Het gaat niet om grote aantallen ondernemers. Veel kippenhouders in Nederland produceren scharreleieren, biologische eieren of vrije uitloopeieren. Toch is de mogelijkheid om legkippen te houden in een koloniehuisvesting essentieel met name voor ondernemers in de buurt van natuurgebieden. In de buurt van Natura 2000-gebieden is een scharrel- of biobedrijf vaak geen optie in verband met de extra uitstoot van deze houderijvormen. Koloniehuisvesting biedt voor deze ondernemers een goede oplossing. Het gaat hierbij om een houderij waarin meer ruimte en mogelijkheden zijn voor soorteigen gedrag van de kip dan in de verrijkte kooi, en met meer mogelijkheden om uitstoot binnen de perken te houden. Ook is het belangrijk om alles nu vast te leggen, zodat ondernemers door kunnen gaan.

Mevrouw  Thieme (PvdD):

Mevrouw Wiegman had het over de voordelen voor dierenwelzijn in een Kleingruppenhaltung, de koloniehuisvesting. Kan zij twee significante voordelen noemen die niet bestaan bij een verrijkte kooi?

Mevrouw  Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik heb ze zojuist genoemd. Ik kan ze herhalen. Het gaat om meer ruimte en meer mogelijkheden voor soorteigen gedrag. Dit lijkt me een goede stap.

Mevrouw  Thieme (PvdD):

Welk soorteigen gedrag dat bij een verrijkte kooi niet kan worden geuit, kan bij deze koloniehuisvesting wel worden geuit?

Mevrouw  Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik heb begrepen dat er in de koloniehuisvesting meer ruimte is voor het leggen en voor het liggen van de kip. Wij hebben altijd duidelijk gezegd dat koloniehuisvesting niet ons eindideaal is, maar dat we het als tussenoplossing voor dit moment een heel goede stap in de goede richting vinden.

Mevrouw  Thieme (PvdD):

Het soorteigen gedrag is niet alleen het leggen van eieren, en zeker niet van 320 eieren per jaar. Een normale kip in de natuur legt er maar 3 per jaar. Dat is dus buitenproportioneel. Ook kan een kip in koloniehuisvesting haar vleugels niet eens spreiden. Ze kan niet eens fladderen. Ze kan helemaal niets. Ze kan niet scharrelen en ze zit daar nog steeds met tientallen lotgenoten. De ChristenUnie-fractie, die zo ontzettend hamert op rentmeesterschap en die het milieu ook belangrijk vindt, geeft nu de sector de ruimte voor deze legbatterij, die maar een paar vierkante centimeter groter is. Daar is de ChristenUnie-fractie al tevreden mee. Ik kan dat niet begrijpen in het licht van haar ambitie, die ook haar achterban heeft uitgesproken.

Mevrouw  Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik geloof niet dat ik zojuist een enorme tevredenheid heb uitgesproken. Als mevrouw Thieme en ik wat langer met elkaar zouden spreken over onze eindidealen, dan zouden die wel eens heel dicht bij elkaar kunnen liggen. Over de stappen ernaartoe -- hoe bereik je dat en hoe neem je ondernemers mee in het proces? -- verschillen we vaak van mening in debatten. Dat verklaart waarom mijn inbreng vandaag is zoals hij is en die van mevrouw Thieme ook.

Mevrouw  Thieme (PvdD):

Kennelijk heeft mevrouw Wiegman een andere mening dan het LEI in 2007 had. Het LEI zegt namelijk dat het niets anders is dan een verrijkte kooi.

Ik heb nog een vraag aan mevrouw Wiegman. We spreken over een verlenging van de overgangstermijn. Het was 2017 en mevrouw Wiegman wilde naar 2021. Waar kiest zij nu voor? Kiest zij voor ethiek en zegt zij dat zij deze dieren niet meer wil laten lijden? Of vindt zij dat de overheid er maar voor moet zorgen dat bedrijven geen bedrijfsrisico's meer dragen?

Mevrouw  Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Mevrouw Thieme kent de geschiedenis goed. Wij willen de overgangstermijn inderdaad het liefst zo kort mogelijk hebben. Als echter uit onderzoek blijkt dat sommige dingen niet reëel zijn en dat je die niet van ondernemers kunt vragen, dan zijn wij best bereid om meer ruimte te geven in die overgangstermijnen. Op die manier gaat ethiek niet alleen over dierenwelzijn, maar ook over het functioneren van ondernemers. Dat moet goed samen op kunnen gaan.

Ik noemde het verbod op de legbatterijen per 1 januari 2012 al even. Essentieel is dat ook in andere landen de overstap dan is gemaakt. Dit is al vaker aan de orde geweest in het debat. Wat de ChristenUnie betreft, moeten de mogelijkheden voor handhaving worden verbeterd. Het lijkt er namelijk op dat nog niet overal in de Europese Unie de overstap per januari zal zijn gemaakt. Een van de mogelijkheden zou kunnen zijn dat het verplicht wordt om te stempelen op het bedrijf zelf in plaats van bij het verpakkingsstation, zoals op dit moment ook in Nederland gebeurt. Dit vermindert de kans op fraude. Is het kabinet bereid zich hiervoor in te zetten? Anders overweeg ik een motie op dit punt.

Ondertussen is de herziening van de Europese welzijnsrichtlijn weer aan de orde; nog voordat de oude geïmplementeerd is dus. In die discussie zou Nederland zich moeten inzetten voor het omhoog brengen van het Europese minimum naar de Nederlands-Duitse minimumnormen. Wat ons betreft gaat de EU de voorlopers inhalen met haar normen. Er moet voorkomen worden dat we ruis creëren rondom de normen die we nu gaan implementeren. Om over te kunnen schakelen en te verduurzamen, is het nodig dat ondernemers tijd krijgen om met de nieuwe normen te werken en om investeringen terug te verdienen. Dat verdient aandacht, ook bij toekomstige ontwikkelingen.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > september