Bijdrage van Esmé Wiegman in een algemeen overleg over mestbeleid.

woensdag 14 september 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink als lid van de vaste commissie voor Economie, Landbouw en Innovatie in een algemeen overleg met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu.

Onderwerp:   Mestbeleid

Kamerstuk:   28 385

Datum:           14 september 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Net als de heer Koopmans wil ik vooraf ook iets kwijt. Staatssecretaris Bleker is een man van mooie plannen en woorden en op het oog vol daadkracht. Hij is helemaal de man om ondernemers van dienst te zijn. In die zin is hij ook helemaal de man van de ChristenUnie, maar we zien er in de praktijk weinig van. Ik kan een heel aantal dossiers opnoemen. Helaas valt ook het mestbeleid daaronder. Dit onderwerp kent een grote urgentie en we hikken aan tegen een aantal grote vragen en op stapel staande systeemwijzigingen. Het praat dan wel zo prettig als we weten welk beleid de staatssecretaris voorstaat en als kabinetsbrieven op tijd verschijnen. Dan werkt het niet als we een brief over de Programmatische Aanpak Stikstof pas ontvangen op de middag voor het debat.

Ik had vanmiddag graag een debat met de beide staatssecretarissen willen voeren over de manier waarop we verdergaan na 2013, als de dierrechten worden afgeschaft, en na 2015, als het melkquotum wordt afgeschaft. Ik had graag gesproken over het sluiten van mineralenkringloop, de wenselijkheid van de enorme transportbewegingen van veevoer, voedsel en mest, het dreigende fosfaattekort, de mogelijkheden voor bedrijven om het mestoverschot aan te pakken, de wenselijkheid van grondgebondenheid, etc. Daarom roep ik de staatssecretaris op om werk te maken van zijn voornemens en afspraken en om onder andere een mestvisie op te stellen, opdat we hier snel mee aan de slag kunnen.

Ik zal me vandaag noodgedwongen concentreren op de kleinere onderdelen, maar de staatssecretaris moet met een groot verhaal komen, waarin aandacht is voor de uit de hand gelopen kringlopen. Het tekort aan en de ongelijke verdeling van fosfaat hebben te maken met de grootschalige import van veevoer uit Zuid-Amerika. Ik heb er al vaker voor gepleit om in te zetten op alternatieven, en recent werd ik daarin gesteund. Sojabonen kunnen ook in Europa geteeld worden, als we maar flink inzetten op veredeling van de sojaboon voor Europese teelt. In landen als Roemenië en Hongarije ligt ontzettend veel grond klaar om dit gewas op te verbouwen. De inschatting is dat dit traject ongeveer tien jaar zal duren. Dat lijkt mij te overzien, maar we moeten wel snel beginnen. Kan de staatssecretaris hierop ingaan in de mestvisie?

Dan het al dan niet verlengen van de uitrijperiode voor mest. Veel gewassen zitten nog in de grond en het natte weer zorgt voor veel hoofdbrekens bij akkerbouwers. Veel veehouders blijven met hun mest zitten, omdat het extra ingewikkeld is om mest uit te rijden, en dat is erg vervelend. De ChristenUnie pleit niet voor het verlengen van de uitrijdperiode, omdat dit voor grasland niet gunstig is, omdat de mineralen niet meer worden opgenomen door het gras. Bovendien betwijfel ik of verlenging met bijvoorbeeld veertien dagen de boeren echt zou helpen, gezien de weersvooruitzichten. Op korte termijn zie ik daarom meer in de mogelijkheid voor extra opslag. Is de staatssecretaris bereid om tijdelijk soepeler om te gaan met de opslag, indien zich daar problemen voordoen, en medewerking te verlenen aan tijdelijke extra opslagcapaciteit? Ik kan me daarnaast voorstellen dat we de uitrijperiode volgend jaar vervroegen; aan het begin van het groeiseizoen is er nog volop gelegenheid voor opname van mineralen.

Daarnaast pleit de ChristenUnie ervoor om volop in te zetten op bewerking van mest. Ik ben benieuwd naar de stand van zaken van verschillende proefprojecten op het gebied van natuurlijke kunstmest. Wat zijn de vooruitzichten? Is er al zicht op dat we natuurlijke kunstmest gewoon gaan toestaan? Het is te zot voor woorden dat we gewone mest over hebben en niet kwijt kunnen, terwijl we kunstmest aanvoeren. Ik vraag in dat kader aandacht voor het voorstel van LTO Nederland om het onderscheid tussen kunstmest en dierlijke mest af te schaffen en in de aanloop daarheen een aantal pilots op te zetten waarin ondernemers aan de slag kunnen gaan met kunstmestvrij boeren door gebruik te maken van producten uit mestbewerking en -verwerking.

Tot slot wil ik het over Natura 2000 hebben. Van alle kanten krijg ik het signaal dat de beheerplannen af moeten. Het zegt wel wat dat boeren dit zelf aangeven; ik geef het bij dezen door. De ontwikkelingen liggen stil. Toekomstgericht boeren is er al een tijdje niet meer bij. Gemeenten kunnen geen bestemmingsplannen voor de buitengebieden vaststellen. Hoe is de betrokkenheid van provincies? Hoe snel is de PAS praktisch toepasbaar? Op pag. 2 van de brief die wij gisteren ontvingen, las ik de zin: "Dat houdt in dat ik eind van dit jaar zicht wil bieden op een werkbare aanpak op basis waarvan de PAS is vast te stellen." Betekent dit dat de PAS werkbaar is aan het eind van dit jaar? Of is er eind dit jaar een basis om verder te werken aan de PAS, die dan op zijn vroegst ergens volgend jaar gereed is?

De eerste indruk is wel dat er ontwikkelingsruimte is. Dat is mooi. Het geeft invulling aan de inschatting van de ChristenUnie dat Natura 2000 en ondernemen best samen kunnen gaan. Er moet echter wel aan een paar harde randvoorwaarden worden voldaan. Op pag. 3 lees ik dat het nemen van noodzakelijke herstelmaatregelen en een werkelijke daling van de stikstofdepositie geborgd moeten zijn. Ik ben erg benieuwd hoe de staatssecretaris dat ziet, want dit vormt de basis van de houdbaarheid van vergunningen die straks worden verleend. Ook het budget is nog niet berekend en uitgesplitst. Is er straks voldoende geld om hier echt werk van te maken? Er is weliswaar een bepaald bedrag voor op de begroting gereserveerd, maar zijn we er daarmee?

Het gaat ook om het totaalbeeld van maatregelen in het kader van Natura 2000, de ehs en het beheer, waarover we gisteravond nog hebben gediscussieerd. Als er een tekort is voor beheer, welk risico lopen we dan met de PAS? De uitwerking van de PAS bevestigt overigens de wens van de ChristenUnie om in te zetten op robuuste gebieden. Je moet niet beknibbelen op het aantal hectares om de impact zo klein mogelijk te houden, maar kijken naar de optimale omvang van een gebied om de impact op bedrijvigheid zo klein mogelijk te maken. Graag een reactie.

Tot slot. LTO Nederland had nog een punt dat me bijzonder aansprak. De overheidskas is momenteel leeg, dus er is geen geld beschikbaar voor subsidies voor nieuwe ideeën, maar laten we bekijken of we los van dat geld meer regelvrije ruimte kunnen bieden om creatief met zaken aan de slag te gaan. Je kunt bijvoorbeeld op 10% van het akkerbouwgebied meer ruimte bieden voor andere vormen van teelt en productie. Uiteraard betekent dit niet dat we geheel vrije speelruimte moeten geven op het gebied van milieuwetgeving. Ziet de staatssecretaris hier wat in? Heeft hij hier ideeën over?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > september