Bijdrage Ed Anker Interpellatie-debat Saban B.

woensdag 23 september 2009 10:45

De heer Anker (ChristenUnie): Mijnheer de voorzitter. Dank voor het woord. Als ik al zou overwegen om aangifte van mensenhandel te doen, dan laat ik dat nu helemaal. Woorden van deze strekking vielen vorige week in het Utrechtse stadhuis, toen daar een informatiebijeenkomst was over de plaatselijke aanpak van mensenhandel en de nieuwe prostitutieregeling. Er waren zo'n 70 prostituees aanwezig en de ontsnapping van Saban B. is daar niemand ontgaan. De macht van de Saban B.'s in deze wereld is groter geworden. Dat is verschrikkelijk. Het vertrouwen in opsporing en handhaving daalt snoeihard door dit soort blunders. Slachtoffers van mensenhandel zijn daar nu zwaar de dupe van. Het feit dat het verzoek van Saban B. tot schorsing van de voorlopige hechtenis is toegezegd, is wat de ChristenUnie betreft een ongewenste uitkomst van de procedure, en niet alleen omdat deze man het verlof heeft gebruikt om te ontsnappen. Dat is natuurlijk verschrikkelijk, maar het verlenen van het verlof is met name vanuit het perspectief van de slachtoffers onbegrijpelijk. Het is ronduit cru dat een slachtoffer dat de gevolgen van de dader haar leven lang meedraagt, geconfronteerd kan worden met de dader die gezellig met vrouw en kind op stap is. Het kan niet zo zijn dat iemand die verdacht wordt van zulke gruwelijke misdrijven, door het verlof in staat wordt gesteld om zich vrij te bewegen, waarbij het risico bestaat dat hij zijn slachtoffers tegenkomt of in het ergste geval zelfs opzoekt.

            Zoals bekend is de aangiftebereidheid in het geval van mensenhandel al erg beperkt. Hierbij speelt een rol dat anonimiteit niet gewaarborgd kan worden in het strafproces en dat er natuurlijk nooit een garantie is dat een aangifte ook tot een veroordeling leidt. Nu blijkt dat een veroordeelde, al was het slechts in eerste aanleg, ook nog op verlof kan. Nu dat blijkt, zal die bereidheid alleen maar afnemen.

            Voor de slachtoffers van Saban B. is zijn ontsnapping vreselijk, maar ook voor de vrouwen die nu nog uitgebuit worden, is dit een slechte tijd. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat zij veilig zijn als zij eenmaal de moed opbrengen om naar de politie te stappen. Ik was zelfs onlangs op werkbezoek in Utrecht, onder andere bij de tippelzone. Ik heb daar een agent gesproken die zei dat hij wel zeven jaar bezig is geweest, in gesprek met een vrouw, om eindelijk die stap te zetten tot een aangifte. Daarna is het ook nog eens een heel lang en kwetsbaar proces. Dat hele kwetsbare proces komt nu ontzaglijk onder druk te staan. Zoals gezegd, met deze blunder hebben mannen als Saban B. weer meer macht gekregen over hun slachtoffers.

            Welke maatregelen neemt de minister nu om deze schade te minimaliseren en het vertrouwen zo veel mogelijk te herstellen? Ik vraag daar heel specifiek naar, want wij hebben het nu heel veel over de juridische keten gehad. Dat is prima, maar ik vraag ook heel specifiek of er contact is geweest met CoMensha, met BLinN en met al die andere hulpverleningsinstanties die bijvoorbeeld in de prostitutie werken om vrouwen op te vangen en slachtoffers van mensenhandel op te sporen, die in een opvang werken.

            Wat de ChristenUnie betreft is de vraag ook of het verlenen van het verlof een uitkomst is van menselijk falen of een uitkomst van een te ruim verlofbeleid. Wij hebben daar inmiddels over gesproken. Wij hebben de indruk dat er een soort van juridische/academische situatie is ontstaan waarin het verlof van deze man blijkbaar een uitkomst kon zijn. Dat kan niet. Natuurlijk, als je alle juridische vergelijkingen maakt, kun je eruit komen, maar dat moeten wij helemaal niet willen. In hoeverre wordt bij de beoordeling van een verlofaanvraag het belang van de slachtoffers nu eigenlijk meegewogen? Of is die afweging bij een verlofaanvraag puur gericht op de dader of de veroordeelde? Graag duidelijkheid daarover, want ik ben ervan overtuigd dat als wij maar één minuut hadden nagedacht over wat de gevolgen kunnen zijn voor de slachtoffers, er een andere beslissing zou zijn genomen.

            Daarnaast is de afweging van het gerechtshof formeel-juridisch misschien wel te rechtvaardigen, maar de uitkomst leidt tot onbegrip en vervreemding bij de burgers. Dat mag op zich geen reden zijn om anders te oordelen, maar een bredere motivering waarbij de positie van de slachtoffers wordt betrokken, zou het draagvlak wel kunnen vergroten. De ChristenUnie-fractie is dan ook van mening dat de belangen en de veiligheid van slachtoffers expliciet, dus in de motivering, meegewogen moeten worden bij het toetsen van een verlofaanvraag. Hiermee wordt de kans op menselijk falen verkleind en draagvlak en begrip voor rechterlijke uitspraken vergroot. Ik ben benieuwd naar het voorstel waarmee de minister gaat komen. Ook dan wil ik vragen om daar heel specifiek het slachtofferbelang in mee te nemen.

De heer Teeven (VVD): De heer Anker maakt zich terecht druk om de belangen van slachtoffers. Vindt de fractie van de ChristenUnie dan ook dat het voorstel van de minister in feite erop gericht zou moeten zijn dat je alleen maar in zeer uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden, bijvoorbeeld de ernstige medische toestand van een verdachte of veroordeelde, zou kunnen schorsen? Zou het niet alleen zo moeten zijn dat rechters dat moeten meewegen, maar sterker nog, dat wij in de wet moeten opnemen dat gewoon geen verlof wordt verleend als deze belangen spelen? Dan is die ruimte er niet voor rechters. Gaat uw fractie niet zo ver? Anders zijn uw woorden mooi, maar wij moeten die mensen voor wie u zegt te willen opkomen, vervolgens ook wat bieden.

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ga voor een heel groot gedeelte mee in wat de heer Teeven zegt. Volgens mij is op dit moment het criterium dat er humanitaire gronden moeten zijn. Overigens brandt het interruptielampje nog steeds, dat leidt me wat af, voorzitter. Ik denk dat wij op zoek moeten gaan naar een goede formulering in de wet, waarmee we bereiken dat alleen in de uiterste gevallen een schorsing is toegestaan en dat er heel zware gronden voor moeten zijn. Daarbij moeten de gronden voor de slachtoffers minstens zo zwaar wegen. De heer Teeven wil de schorsingsmogelijkheden beperken tot medische gronden. Ik kan me voorstellen dat een begrafenis ook meetelt. Dat is een beetje de ruimte waaraan ik denk. We hebben het dus niet over verjaardagen en kinderfeestjes, het gaat echt over serieuze momenten in een leven die niet meer terugkomen. Voorzitter. Daarmee ben ik ook aan het einde van mijn betoog. Ik ben benieuwd naar het voorstel van de minister.

 

Labels
Bijdragen
Ed Anker
Justitie

« Terug

Archief > 2009 > september