Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Beleidsdoorlichting Algemene nabestaandenwet (Anw)

woensdag 03 april 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een algemeen overleg met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Beleidsdoorlichting Algemene nabestaandenwet (Anw)

Kamerstuk:    30 982

Datum:            3 april 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. De afgelopen dagen heb ik heel wat nabestaanden gesproken, ook via de mail. Het zijn persoonlijke, aangrijpende verhalen, die eigenlijk één kenmerk gemeen hebben. Dat is dat elk verhaal anders is. Er was niet één standaardverhaal over het verloop van rouw en welke keuzes nabestaanden daarin hebben gemaakt over wel of niet gaan werken. Elk individu ging zijn eigen weg. Dat is het kenmerk van een rouwperiode. Het is iets wat je niet van tevoren kunt plannen, het is niet iets waarvan je van tevoren het verloop kunt uitstippelen. Ieder beleeft dit op zijn eigen manier. Ik heb het niet alleen over de ouders, maar ook over de kinderen. De groep waar wij vandaag over spreken is juist de groep jonge gezinnen, de nabestaanden met kinderen onder de 18 jaar. In alle brieven van de staatssecretaris heb ik het woord "kinderen" niet veel gelezen. Juist voor hen kunnen de consequenties van deze maatregel behoorlijk zijn. De nabestaanden die ik sprak, zeiden dat ze juist voor de kinderen keuzes maakten om bijvoorbeeld arbeid en zorg te combineren of een tijdje niet te werken.

Als ik naar de voorstellen van de staatssecretaris kijk, constateer ik dat zij wel één routekaart voor rouw gaat bepalen. Nabestaanden hebben maximaal één jaar de tijd om over hun verdriet en alle praktische bezwaren heen te komen. Dit vergeten wij vaak, maar er komt heel wat bij kijken als een partner is overleden, ook in praktische zin. Na een jaar valt de uitkering weg en moet een nabestaande weer volledig aan het werk. Dat is de consequentie. Dit gaat echt voorbij aan de werkelijkheid binnen deze gezinnen. Vooral als de kinderen heel jong zijn zit de nabestaande met zijn eigen verdriet, maar dat geldt ook voor het kind. De staatssecretaris heeft met nabestaanden gesproken. Ik wil graag weten wat haar indruk daarvan was, wat haar conclusies uit deze gesprekken zijn geweest. Hoe ziet zij de situatie voor de kinderen voor zich? Wil ze maatwerk blijven bieden? Dat is het kenmerk van de huidige regelgeving. Er wordt gesuggereerd dat iedereen de volle achttien jaar dat je een nabestaandenuitkering hebt, vol maakt. Dit is geenszins het geval. Het is een middel om arbeid en zorg op termijn weer beter te gaan combineren. In die zin kan het juist een hulp zijn bij het terugkeren naar de arbeidsmarkt, wat het straks wellicht veel minder is.

Ook ik heb een aantal inhoudelijke vragen. Welk probleem zijn we hier aan het oplossen? De groep nabestaanden die gebruikmaakt van een Anw-uitkering neemt af. De participatie neemt toe. Wat is de echte reden van de staatssecretaris om dit wetsvoorstel te gaan voorbereiden? Is dat de bezuiniging of is dat het idee dat na een jaar iedereen straks opeens gaat werken, als dat werk er al zou zijn? We vergeten ook wel eens dat het vaak mensen zijn die een aantal jaar mantelzorg hebben verleend en daardoor al een periode van een reguliere arbeidsplaats weg zijn. Het kost vooral in deze tijd veel moeite om dan weer een volledige functie te vinden.

Wat levert het uiteindelijk op? De staatssecretaris heeft een bezuiniging ingeboekt van 74 miljoen euro in 2017. Heeft zij onderzocht wat de weglek is naar andere uitkeringen, zoals de Ziektewet en de bijstand? Als wij deze wet afschaffen is het niet zo dat al die mensen ineens weer volledig participeren in de arbeidsmarkt. Ik wil graag dat zij dit meeneemt in de berekeningen.

Staat de termijn van een jaar? Ik sluit me aan bij hetgeen de heer Dijkgraaf daarover zei. De motie die wij hebben ingediend was duidelijk. Er zal waarschijnlijk in de Eerste Kamer geen meerderheid voor dit plan zijn. Ik hoor mevrouw Schut van de VVD zeggen dat zij niet weet of het een jaar wordt. Betekent dit dat de staatssecretaris nadenkt over alternatieven die meer tijd geven? Ik wil daar vandaag duidelijkheid over krijgen.

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD): Mevrouw Schouten zegt dat ik niet weet of het een jaar wordt. Ik heb gezegd dat in het regeerakkoord is afgesproken dat het een jaar is. Er ligt nu geen wetsvoorstel voor, dus ik weet niet hoe deze maatregel wordt uitgewerkt. Dat wil ik eerst afwachten. Dat is een nuancering.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Mijn laatste vraag is of wij dit jaar het wetsvoorstel nog krijgen. Dat zou wel moeten met dit soort wetsvoorstellen met financiële consequenties. Ik heb eigenlijk maar één oproep: staatssecretaris, doe het niet. Zorg dat er goede begeleiding komt voor nabestaanden naar de arbeidsmarkt, als zij zelf die stappen kunnen gaan zetten. Daar is nog een wereld te winnen. Laten we daarop focussen in plaats van op deze kille bezuiniging.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten

« Terug

Archief > 2013 > april