Bijdrage Arie Slob inz. Wijz. Wet cliëntenrechten zorg ivm voorw. winstuitkering aanbieders med.zorg

woensdag 10 april 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob inzake Wijziging Wet cliëntenrechten zorg ivm voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg

Onderwerp:   Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg)

Kamerstuk:    33 168

Datum:            10 april 2013

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van de wijziging van de Wet cliëntenrechtenzorg in het kader van het nieuwe Regeerakkoord. In het regeerakkoord staat dat de mogelijkheid om winst uit te keren in de zorg zo zal worden ingeperkt dat het alleen interessant is voor investeerders met een langetermijnperspectief. Voor deze leden blijft de vraag staan of winstuitkeringen van zorgaanbieders aan aandeelhouders wel passen bij het karakter van de zorg.  Hoe kan worden voorkomen dat deze financiële prikkel niet leidt tot een toenemende volume groei?

Zij hebben over deze nota van wijziging enkele vragen:

Solvabiliteitseis

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de nota van wijziging dat in het wetsvoorstel de voorwaarde is opgenomen dat het eigen vermogen uitgedrukt als percentage van het balanstotaal na winstuitkering ten minste 20% blijft. In hoeverre is het realistisch dat aanbieders van medisch-specialistische zorg bovenop de solvabiliteitseis van 20% winst maken zonder dat dit ten koste gaat van de geleverde zorg?

Reguliere exploitatie moet winstgevend zijn

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de regering wil voorkomen dat zorgaanbieders waarvan de gewone bedrijfsuitoefening op de lange termijn niet in de basis gezond is, toch winst gaan uitkeren. Hiervoor is het nodig dat de gewone bedrijfsuitoefening drie jaren achtereenvolgende jaren positief is. Waarom is er gekozen voor drie jaar? Is het opnemen van deze wijziging de waarborg in de wet waardoor de mogelijkheid om winst te maken alleen interessant zou zijn voor investeerders met een langetermijnperspectief? Is drie jaar het op orde hebben van de bedrijfsuitoefening niet te kort om te spreken van een langetermijnperspectief? Zo nee, kan dit punt nader worden toegelicht?

Is het met deze wijziging nog steeds mogelijk dat een ziekenhuis een beursnotering zal kunnen krijgen?

Kan er uiteen gezet worden welke voorwaarden er in omliggende buurlanden worden gesteld voor winstuitkering aanbieders medisch specialistische zorg?

Kan er concreet worden aangegeven welke investeerders zich door deze nadere wetswijziging niet meer interesseren voor investeringen in medische specialistische zorg?  In de aanloop van deze wetswijziging is vaak als voorbeeld van mogelijke investeerders, pensioenfondsen genoemd. Kan worden aangeven waarom, het ten opzichte van de vorige wet, voor pensioenfondsen aantrekkelijker is geworden om te investeren in medisch specialistische zorg? Zij konden, lezen deze leden in de nota naar aanleiding van het verslag, immers ook al investeren volgens het eerdere wetsvoorstel?

In de nota naar aanleiding van het verslag wordt door de leden van de ChristenUnie-fractie de mogelijkheid besproken dat artsen zelf aandeelhouder kunnen worden van medisch specialistische zorg. Verandert dit perspectief door deze wetswijziging?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


Labels
Arie Slob
Bijdragen
Volksgezondheid

« Terug

Archief > 2013 > april