Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Spoor

dinsdag 02 april 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een algemeen overleg met staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   Spoor

Kamerstuk:    29 984

Datum:            2 april 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Spoor is een ongelooflijk breed thema. Dat blijkt ook uit het grote aantal stukken dat wij hebben gelezen ter voorbereiding van dit algemeen overleg. Ik zal daarom een breed scala aan onderwerpen naar voren brengen. Uiteraard hebben deze allemaal betrekking op het spoor.

Ik begin bij de mooie Lange Termijn Spooragenda. NS en ProRail gaan nu de details uitwerken, maar de ChristenUnie vraagt zich af welke details dat dan zijn. De ChristenUnie mist nog steeds duidelijke kwantitatieve doelen. De doelen zijn nu niet SMART-geformuleerd (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Ik geef een paar voorbeelden. Met hoeveel reistijdverbetering is de staatssecretaris tevreden? Nu lijkt het erop dat NS en ProRail hun eigen opdracht mogen formuleren. De ambitie voor meer P+R-voorzieningen en fietsenstallingen is mooi, maar ook hier lees ik geen SMART-doelstelling. Ik herinner overigens graag aan de motie-Dik-Faber/Elias over de P+R-voorzieningen, die door de Kamer is aangenomen.

Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden op de vragen van de VVD-fractie over Keyrail. Daar sluit ik mij gemakshalve bij aan.

We moeten verder kijken dan 2028. Dat geldt zeker voor investeringen in infrastructuur. De provincie Limburg heeft een eigen spooragenda opgesteld. Het zou goed zijn als de uiteindelijke Lange Termijn Spooragenda voor elke regio een infrastructuuragenda tot 2040 krijgt die om de paar jaar wordt geactualiseerd. Ik vraag de staatssecretaris wat zij van dit idee vindt. De ChristenUnie wil in deze agenda ook meer aandacht voor de regionale spoorlijnen. Door elektrificatie en capaciteitsmaatregelen op deze lijnen wordt het spoornet als geheel robuuster en duurzamer. Dat is niet alleen in het belang van de regio; dat zou ook de ambitie van de staatssecretaris moeten zijn.

In de motie-Slob c.s. is gevraagd om een langetermijnstudie inzake het goederenvervoer. De ChristenUnie is niet tevreden over het resultaat. Er is alleen gekeken naar de capaciteit op de grensoverschrijdende spoorlijnen, terwijl het in de motie juist ging om het hele spoorwegnet en om de vraag welke groeimogelijkheden er nog zijn voor het regionale reizigersvervoer. Meer ambitieuze groeivarianten zijn in het onderzoek zelfs genegeerd, terwijl de motie daar juist over ging. Hoeveel ruimte is er straks nog voor reizigersvervoer op het spoor? Proppen wij het spoor niet zo vol dat alle rek er straks uit is? Nu de groei van het goederenvervoer door de economische crisis wat meevalt, maakt de staatssecretaris Oost-Nederland blij met een goederentrein per uur minder. Maar wat als de economie straks weer aantrekt? Krijgt Oost-Nederland dan alsnog alle overlast, of krijgt de reiziger in de Randstad dan te horen "sorry, er moeten reizigerstreinen geschrapt worden want in 2013 zijn wij vergeten te investeren"?

De staatssecretaris schrapt de spoorweg bij Deventer. Daar is de ChristenUnie heel erg blij mee, maar waarom vindt de staatssecretaris het wel oké als goederentreinen straks in hartje Deventer allemaal moeten keren? Dat is niet alleen slecht voor de leefbaarheid, maar dat leidt ook tot hoge kosten voor de goederenvervoerders.

De noordtak van de Betuweroute is voor de korte termijn te duur, maar waarom zet de staatssecretaris niet de eerste stap door de Twentekanaallijn te elektrificeren, zodat het voor goederentreinen makkelijker is om die route te volgen dan om te kiezen voor de omweg via Deventer?

Ik ga in op OV SAAL en "kort volgen". Nu al zijn de treinen rond Almere overvol en staan sommige stoptreinen negen minuten stil op station Weesp omdat een intercity moet passeren. Ik kan alleen maar concluderen dat de dienstregeling niet meer past op het spoor. Intussen is het project ZuidasDok vertraagd en is op het budget voor het spoor in Almere gekort, terwijl het budget al te gering was voor een oplossing die aan alle eisen voldeed. De komende jaren groeit het aantal reizigers tussen Almere, Amsterdam en Schiphol fors. Gaat hier niet een enorm knelpunt ontstaan? De staatssecretaris zet voor de korte termijn al haar kaarten op het korter op elkaar volgen van treinen, maar juist op dit vlak bestaan nog veel onzekerheden, zo blijkt uit de second opinion. De staatssecretaris zou begin dit jaar richtinggevende besluiten nemen. Welke richting is gekozen? Binnen OV SAAL is slechts 20 miljoen euro beschikbaar voor spoorwegovergangen. Alleen al het ondertunnelen van de spoorwegovergang in Diemen kost zeker 25 miljoen. Het is mooi dat er landelijk nu meer geld komt voor spoorwegovergangen, in totaal 200 miljoen, maar wanneer zegt de staatssecretaris helder naar welke overgangen dit geld gaat?

Het ontwerp en de besluitvorming over spoorweginfrastructuur moeten sneller. Er zijn bij ProRail te veel projecten vertraagd. In het Lenteakkoord is geld gereserveerd voor regionale spoorlijnen. Dit zal snel worden uitgegeven, maar waar blijft het besluit om de knelpunten op de Valleilijn, de spoorlijn Zwolle-Enschede en Arnhem-Doetinchem op te lossen? In 2008 is een hele lijst met quickscanmaatregelen opgesteld voor regionale spoorlijnen. De meeste van deze maatregelen zijn nog steeds niet uitgevoerd. Wanneer gaat ProRail de schop in de grond steken?

In het regeerakkoord wordt grensoverschrijdend spoorvervoer een speerpunt genoemd. Voor de intercity Eindhoven-Aken moet 60 miljoen worden geïnvesteerd in het traject tussen Heerlen en Aken. Er was nog een gat van 36 miljoen. Daarvan zou het Rijk de helft bijdragen. De provincie Limburg heeft 18 miljoen klaarliggen en wil de schop in de grond steken, maar wacht nog steeds op de handtekening van de staatssecretaris voor de resterende 18 miljoen. Kan de staatssecretaris die handtekening vandaag nog zetten? Dat scheelt weer een motie.

De ChristenUnie wil in de nieuwe beheerconcessie voor ProRail expliciete afspraken over het invoeren van ERTMS en duurzaamheid opnemen. De staatssecretaris gaat dit "bezien", zo staat in de notitie, maar dat lijkt mij geen vraag meer. Waarom zegt de staatssecretaris niet gewoon "dat ga ik doen"?

We hebben nog geen planning voor de invoering van ERTMS. Ik heb hiervoor vorige week een motie ingediend. Deze motie heb ik aangehouden omdat ik graag van de staatssecretaris hoor wanneer de NS op z'n vroegst zal beginnen met de inbouw van ERTMS in het materieel. Gaan we hiermee echt wachten tot 2016 en, zo ja, kan de staatssecretaris de reden waarom zo lang wordt gewacht, onderbouwen?

NS en ProRail werken aan een betere be- en bijsturing van het spoor. Dat kost tijd, maar de reiziger zit niet te wachten op nog tien jaar winterdienstregelingen. Juist als er sneeuw valt, moet de trein betrouwbaar zijn. Ook hier mis ik concrete doelen. Aan welke criteria moeten de be- en bijsturing straks gaan voldoen en waarom worden de regionale spoorvervoerders niet betrokken bij de plannen?

Tot slot ga ik in op de spoorknelpuntenindex en op het meten van de prestaties per lijn. Er is een motie aangenomen van de ChristenUnie over de spoorknelpuntenindex. Een transparant overzicht van spoorknelpunten dat elk jaar wordt geüpdatet is er nog steeds niet. Graag hoor ik hierop een reactie van de staatssecretaris. De ChristenUnie wil sowieso graag dat per lijn inzicht wordt gegeven in de prestaties van de NS: het aantal reizigers, het aantal en de duur van de vertragingen en verstoringen enzovoorts. Gaat de staatssecretaris deze aanbeveling van de commissie-Kuiken onverkort uitvoeren?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Carla Dik
Verkeer & Vervoer

« Terug

Archief > 2013 > april