VAO Beveiliging Pim Fortuyn

donderdag 11 september 2003 16:03



De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Vorige week heb ik tijdens het algemeen overleg enige ruimte gelaten voor aanvullend onderzoek. Niet omdat wij twijfels hadden aan de resultaten van de commissie-Van den Haak -- laat daarover geen twijfel bestaan, het rapport staat en de conclusies zijn destijds door ons onderschreven, waartoe wij de motie mede hebben ondertekend -- maar meer vanuit het gegeven dat wij nog wel de bereidheid hadden om nog een mijl mee te gaan met de LPF-fractie, die toch nog heel veel vragen en twijfels had. Soms waren dat overigens wel vragen die opnieuw werden gesteld. Wij vinden dat het boek eens moet worden afgesloten. Als je dan door zo’n aanvullend onderzoek een aantal vragen definitief kunt beantwoorden, zouden wij dat zo op een heel nette manier kunnen regelen. Ik heb vorige week wel kritiek geuit op de wijze, waarop de LPF-fractie over de Kamer en de commissie-Van den Haak heeft gesproken. Maar goed, die mijl wilden wij best wel meegaan.
Eerlijk gezegd begin ik nu toch twijfels te krijgen als ik de uitleg van de heer Eerdmans hoor: eventuele tevredenheid hangt af van de resultaten. Op het moment dat er ruimte wordt gegeven aan een commissie om een enkele vraag te stellen over het horen van mensen die nog niet zijn gehoord, moeten wij vertrouwen hebben in de mensen die aan de slag gaan. De uitkomst van hun onderzoek zou dan in principe bindend moeten zijn. Dan moeten we niet straks opnieuw in de situatie vervallen waarin wij nu terecht zijn gekomen, dat er een rapport komt te liggen van een commissie die ook van statuur is, en dat de werkzaamheden van die commissie, bestaande uit mensen van naam, weer ter discussie wordt gesteld, omdat de resultaten van hun onderzoek niet bevredigend zouden zijn voor de LPF-fractie. Dat wil ik echt voorkomen.

De heer Eerdmans (LPF): U zult begrijpen dat een gewaarschuwd mens voor twee telt binnen de LPF. Wij hebben een commissie-Van den Haak aan het werk gezet, bestaande uit zeer gerenommeerde, boven alle lof verheven personen. Die commissie heeft echter volgens ons te weinig kwaliteit geleverd. Nu gaat het om een gedeelte van het onderzoek dat opnieuw wordt verricht, en wij hebben wel degelijk vertrouwen in de drie leden van deze nieuwe commissie. Maar wij zullen toch het resultaat op zijn merites moeten beoordelen. Dat is geen motie van wantrouwen jegens die commissie, maar puur respect voor het onderzoek.


Daarna maken wij de balans op. Wij twijfelen uiteraard niet bij voorbaat aan de resultaten van het onderzoek. Wij geven deze commissie in het volste vertrouwen haar opdracht mee.

De heer Slob (ChristenUnie): Ik vind dat veel te vaag. Er zit wat mij betreft te veel licht tussen de eventuele opdracht die de Kamer zou kunnen geven -- ik herhaal dat mijn fractie daar serieus over wil nadenken -- en het gestelde rond dit onderzoek. Ik betwijfel of wij daar op die manier onze steun aan kunnen geven. Ik hoor graag van de heer Cornielje hoe hij tegen het onderzoek en de uitkomsten ervan aankijkt.

De heer Eerdmans (LPF): Kijkend naar het onderwerp en het dossier kan de heer Slob toch geen commitment van mijn fractie verwachten, voordat het onderzoek überhaupt is gestart? Wij gaan nu toch nog niet zeggen dat wij al tevreden zijn met de uitkomst van het onderzoek? Zo ga je toch geen enkel onderzoek in? Dat doet de ChristenUnie toch ook niet?

De heer Slob (ChristenUnie): Wel als ik kijk naar de aard van dit onderzoek. Er wordt aan een commissie gevraagd om drie mensen te horen. De bevindingen daarvan worden ons overhandigd. Ik ga ervan uit, gelet op het feit dat mensen van naam het onderzoek uitvoeren, dat dat het dan is. Vervolgens zullen wij de bevindingen beoordelen, ook aan de hand van het rapport-Van den Haak. Wij willen niet op voorhand al ruimte geven voor de eventuele conclusie dat we wel of niet tevreden zijn met de bevindingen van de commissie. Het betreft niet meer en niet minder dan het overdragen van de informatie die bij de drie desbetreffende mensen bekend is.

De heer Cornielje (VVD): Mij is een vraag gesteld. Ik kan mij geheel vinden in de analyse en de opvatting van de heer Slob op dit punt. Daar is de motie ook voor bedoeld. Door omstandigheden zijn bepaalde mensen niet in persoon gehoord. De commissie van toezicht gaat deze personen alsnog horen. Aan de hand van de bevindingen kunnen de conclusies, de aanbevelingen en het rapport als geheel worden getoetst. Als de commissie van toezicht haar werk heeft gedaan, dan vind ik dat wij ons daar vervolgens bij neer moeten leggen, ook om geruchtenvorming te voorkomen. Wij streven er ook naar het boek te sluiten, maar iedere fractie moet dat op dat moment zelf doen. Daarom vragen wij in de motie om de Tweede Kamer rechtstreeks door de commissie op de hoogte te laten stellen van haar bevindingen en niet door tussenkomst van de regering. Wij vinden dit een waardevolle commissie. Zij kan het zich niet permitteren niet tot een goede verslaglegging van haar bevindingen te komen.

De heer Slob (ChristenUnie): Ik constateer dat er enig licht zit tussen de opvattingen van beide indieners als het gaat om de vraag waar de motie uiteindelijk toe moet leiden en hoe er met de gegevens moet worden omgegaan. Ik wil van de regering weten of zij de commissie in staat acht haar werkzaamheden uit te voeren.

De heer Eerdmans (LPF): Is de heer Slob het met mij eens dat de motie voorziet in de start van het onderzoek, in plaats van in een beoordeling van de resultaten? Stel dat het onderzoek nieuwe feiten aan het licht brengt, feiten waar wij nu niet van op de hoogte zijn. Moeten wij dan niet op een heel andere manier met elkaar spreken, na ommekomst van de onderzoeksresultaten?

De heer Slob (ChristenUnie): Als wij een commissie met dit statuur en met deze opdracht op pad sturen, dan moeten wij haar het volste vertrouwen geven. Dan moeten wij ervan uitgaan dat zij haar taak naar behoren zal uitvoeren. Dat betekent wat ons betreft ook dat de gegevens uiteindelijk valide zijn, al zullen wij ze nog wel van een beoordeling moeten voorzien. Wij moeten nu echter geen twijfel zaaien over de vraag of wij een en ander wel of niet bevredigend zullen vinden, gelet op het afsluiten van het boek-Fortuyn. Dan komen wij in dezelfde situatie terecht als vorige week. Dat is het laatste wat wij willen, want dat vonden wij niet goed.
Labels
Arie Slob
Fractie

« Terug

Reacties op 'VAO Beveiliging Pim Fortuyn'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > september