Bijdrage debat Regeringsverklaring

woensdag 11 juni 2003 15:31

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Laat ik beginnen met tegen deze 26 bewindslieden te zeggen: u bent te feliciteren, want u mag een hoog en eervol ambt bekleden; maar u bent niet te benijden. Dit kabinet treedt aan in een uiterst moeilijke periode in de Nederlandse politiek. Moeilijk, omdat het economisch fors tegenzit én omdat er grote maatschappelijke onvrede heerst. Daarmee zijn twee hoofdopgaven voor dit kabinet gegeven: het economisch tij helpen keren en de kloof tussen burger en overheid dichten. Ga er maar aan staan!

Eenheid mag niet leiden tot verdeeldheid
Balkenende II lijkt de lijn van 'duidelijkheid en daadkracht' van Balkenende I door te willen trekken. Dat kabinet ging ten onder aan het tegendeel. Nu echter gaat vooral de samenleving de gevolgen van de nieuwe daadkracht ondervinden. Ik onderken de financieel-economische noodzaak tot stevige maatregelen, maar uit het regeerakkoord én uit sommige uitlatingen van bewindslieden krijg ik niet de indruk dat hen er veel aan is gelegen de samenleving mee te krijgen. Terwijl er geïnvesteerd zou moeten worden in een gunstig sociaal klimaat om de klus geklaard te krijgen, roept het kabinet vooral weerstand en maatschappelijk verzet op: aan sociale partners wordt via dreigementen van ontkoppeling en een loonmaatregel zo ongeveer de oorlog verklaard, tal van maatschappelijke organisaties worden de gordijnen ingejaagd en er keert een minister uit Paars terug die de complete agrarische sector tegen zich in het harnas joeg. De omvang van het pakket ombuigingen lijkt welhaast iets om trots op te zijn. Maatschappelijke weerstand? ‘Wij zijn er klaar voor!’ Staat het Malieveld iedere dag vol? ‘Gras of geen gras, wij hebben er zin in.’ Zo wordt er een sfeer van bravoure, van ‘wij tegen de rest’, gecreëerd. Dat vind ik onverstandig. Eenheid in het kabinet mag niet leiden tot verdeeldheid in de samenleving! Er is meer nodig dan daadkracht en het realiseren van omvangrijke ombuigingsoperaties. Knopen hakken is nodig, maar niet genoeg. Zeker, leiderschap vergt beslistheid om noodzakelijke beslissingen te nemen, zonodig tegen maatschappelijke weerstand in, maar óók het vermogen om de samenleving bijeen te houden en – niet de eenvoudigste opdracht – om de samenleving richting te wijzen. De regeringsverklaring spreekt dat ook uit. En dat deze minister-president daarvan doordrongen is, blijkt ook uit het feit dat hij zijn bijdrage aan de ‘Schutte-bundel’ besluit met het citeren van de Spreukendichter: “zonder visie verwildert het volk”. En zo is het! Maar ik ben er niet gerust op dat dit kabinet ook echt over zo'n gedeelde, richtinggevende visie beschikt. En dat zeg ik echt niet alleen vanwege het weinig inspirerende motto… Natuurlijk, een zekere zakelijkheid is nodig, maar het heeft er de schijn van dat dit kabinet ervoor kiest een zakenkabinet te zijn en dat is – na alle politieke en maatschappelijke onrust en onvrede – niet waar Nederland nu behoefte aan heeft. Terecht zegt de regeringsverklaring dat Nederland meer is dan een BV en dat de samenleving haar kracht ontleent aan fundamentele waarden en normen. Maar krijgt dit ook echt inhoud, handen en voeten in het beleid? Ik vind er te weinig van terug.

Dienstbare overheid
Het moet toch te denken geven dat het vertrouwen van de bevolking in haar regering gestaag afneemt. Ook een daadkrachtig kabinet kan daar niet onverschillig tegenover staan. Dat vertrouwen kan alleen opbloeien als een kabinet weer richting weet te geven en daarin de samenleving weet mee te krijgen. Door overtuigingskracht. Dat vergt eensgezindheid over die richting en de bereidheid te investeren in het sociale klimaat en de kwaliteit van de samenleving. Kortom: niet regeren bij decreet en geld alleen, maar wel degelijk ook ‘werken aan vertrouwen’.
Daarvoor is in elk geval nodig dat regering en parlement voortdurend in het oog houden, ook bij het nemen van pijnlijke maatregelen, wat in de christelijke politiek vanouds als kerntaken van de overheid is gezien: een rechtvaardig beleid; zuivere rechtspraak; oog voor de kwetsbaren; bestrijding van onrecht. Eind mei schreef Sytze Faber in het Friesch Dagblad dat het ernaar uitziet dat Nederland definitief de Rubicon is overgestoken op weg naar een Amerikaanse samenleving, waarin de overheid het zich niet meer tot taak rekent een schild, een beschermster te zijn voor het zwakke en het kwetsbare. Heeft hij gelijk…? Ik hoef deze minister-president niet te vertellen hoe indringend bijv. Psalm 72 spreekt over deze taken van de overheid, ten goede van de burgers en in dat alles tot eer van God. Dat is niet vrijblijvend, daar ligt een opdracht voor regering en parlement om een dienstbare overheid te zijn. Onlangs verscheen onder deze titel een publicatie van ons Wetenschappelijk Instituut en ik beloof u dat alle bewindslieden daar vandaag of morgen een exemplaar van zullen ontvangen. Kan de minister-president mij garanderen dat er de komende jaren, ook als het moeizaam gaat, blijvende aandacht zal zijn voor diegenen die het niet op eigen kracht redden en door alle maatregelen in de knel dreigen te komen?

Dit perspectief van dienstbaarheid geeft een verdieping als het gaat om de maatregelen die de komende jaren genomen moeten worden. Bezuinigingen, jawel, maar dan wel op zo’n manier dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Bevorderen van de economie, investeringen in bereikbaarheid, jawel, maar dan zó dat we niet alleen geen onnodig hoge staatsschuld overdragen aan de komende generaties, maar ook geen onnodig hoge milieuschuld. Effectievere besteding van belastinggeld, ook internationaal, jawel, maar niet ten koste van de mensen in de armste landen. Het vreemdelingenbeleid op een andere leest schoeien, jawel, maar niet door de medeverantwoordelijkheid voor het wereldvluchtelingenvraagstuk te ontlopen.

Wat zou er anders geweest zijn…?
Dat brengt me op een vraag die mij de afgelopen weken vaak gesteld is: hoe had het regeerakkoord er nou uitgezien als er een kabinet met de ChristenUnie was gekomen? Ik vind dat een legitieme vraag. En daarom hebben we op onze website onder de titel ‘met elkaar, meer betrokken, minder gedogen’ op een rijtje gezet wat onze inzet zou zijn geweest, waar wij in onderhandelingen een punt van zouden hebben gemaakt. Ik ga er staccato doorheen en ik zou het uiteraard zeer op prijs stellen als de minister-president op de verschillende punten zou willen reageren. ‘Als het aan de ChristenUnie lag…’:
· was er meer aandacht voor de risico’s van ‘stapeling’ van ingrijpende maatregelen in de sociale zekerheid en de zorg, m.n. voor de mensen die het toch al niet breed hebben;
· werd de hypotheekrente-aftrek gebonden aan een maximum dat nodig is om een gemiddelde woning te financieren en zou de overdrachtsbelasting voor starters verlaagd worden;
· zou in de WAO niet worden getornd aan de rechten van bestaande gevallen, maar werd – in lijn met het dominante ‘anderhalfverdieners-model’ op de arbeidsmarkt – het recht op WAO gebonden aan een maximum van 54 uur per huishouden; hoe gaat overigens die ‘fatsoenlijke regeling’ voor herkeurde 45-minners eruit zien?
· werd het lesgeld afgeschaft; waarom staat dat niet in het regeerakkoord, terwijl het wel in programma's van CDA en D66 wordt bepleit?
· werd de subsidie voor de kinderopvanginstellingen omgezet in een kindgebonden budget voor alle ouders;
· was er een royalere regeling voor langdurig hier verblijvende asielzoekers gekomen, met daarnaast aandacht voor de uitgeprocedeerden die echt niet terug kunnen; in dit verband meteen een klemmende vraag: kan het probleem van de zgn. bekeerlingen en anderen die vanwege hun religie niet kunnen terugkeren naar landen als Iran nu niet eindelijk eens worden opgelost?
· zou het budget ontwikkelingssamenwerking niet worden vervuild met kwijtschelding van exportkredieten;
· werd de automobiliteit afgeremd door niet het bezit, maar het gebruik van de auto te beprijzen;
· zou er structurele aandacht komen voor de problemen in de landbouw, zoals de bedrijfsopvolging door jonge boeren, maar ook voor de vitaliteit van het platteland;
· werd er werk gemaakt van een volwaardige deelname door gehandicapten aan de samenleving en bestrijding van discriminatie en uitsluiting;
· zou er een einde worden gemaakt aan het dubbelhartige beleid ten aanzien van gokken en drugs; zelfs de Nederlandse horeca pleit voor het stoppen met het gedogen van softdrugs!
· zou er een actief taalbeleid worden gevoerd; mag ik hierbij vragen hoe het kabinet handen en voeten denkt te gaan geven aan dat ene vage voornemen in het hoofdlijnenakkoord over de positie van het Nederlands?

Waarden en normen
Er zou nog veel meer te noemen zijn, maar ik laat het hierbij. Wel wil ik nog graag apart stilstaan bij het voor mijn fractie belangrijke thema van waarden en normen. Want wie de samenleving wil dienen, zal oog moeten hebben voor wat samenbindt, voor gedeelde waarden en onopgeefbare normen. Op immaterieel terrein had en heeft de ChristenUnie hoge ambities, die niet verdwenen zijn na die ene passage hierover in het hoofdlijnenakkoord. Beschermwaardigheid van het leven, het in ere houden van huwelijk en gezin, het hooghouden van normen van eerbaarheid en fatsoen, bestrijding van verslaving en verloedering en het bieden van nieuw perspectief aan hen die de gevangene zijn geweest van drugs, alcohol, gokken of prostitutie, het vasthouden aan de zondag als collectieve rustdag, het zijn voor een christelijk-sociale partij als de ChristenUnie even zovele topprioriteiten. Het debat over waarden en normen is maar niet een abstract project, maar gaat heel concreet over hoe we met elkaar willen omgaan in de Nederlandse samenleving. Dat debat verdient nieuwe impulsen! Onderhandelaar Balkenende heeft mij beloofd dat de nieuwe coalitie daar werk van zal maken, ik hoor van minister-president Balkenende graag wat we mogen verwachten. Ik was het trouwens zeer eens met wat hij óók al in de ‘Schutte-bundel’ schreef over de grote betekenis van de ‘ethische agenda’. Dat dat tot nog toe niet erg uit de verf is gekomen zal ermee te maken hebben dat hij zijn kopij voor de bundel al had ingeleverd voordat zijn eerste kabinet viel. Maar dat maakt zijn stelling niet minder waar en daarom wil ik hem aanmoedigen dit thema met grote voortvarendheid en kabinetbreed – dus breder dan alleen veiligheid en integratie, of ‘fatsoen en respect’ – op te pakken.

Over het kabinet zelf
Tot slot nog iets over het kabinet zelf. Over de toename van het aantal ministers van 14 naar 16 is al het nodige gezegd. Het begint overigens wel op te vallen dat de ministeriële inflatie in sterke mate aan D66 lijkt vast te zitten: in Paars II de minister van grote-steden en de millenniumbug die D66 zichtbaar moest maken, nu die van bestuurlijke vernieuwing. Dat had wat ons betreft een staatssecretaris mogen zijn. Wat daarvan zij, minister De Graaf zou ons een plezier doen door geen prioriteit te geven aan voortzetting van het gejojo met de aanstelling van burgemeesters, maar de verkiezing van de Eerste Kamer hoog op zijn agenda te zetten en een einde te maken aan de huidige vertoning waar Nederlandse verkiezingswaarnemers elders in de wereld verontwaardigd over zouden zijn.
Er lijkt meer ruimte dan voorheen te komen voor een gezond dualisme. Ik zeg het maar heel voorzichtig, want voor je het weet, is het weg. Het is immers de vraag hoe vaak deze coalitie het zich kan permitteren om één fractie uit de boot te zien vallen. De aandacht van kapitein Balkenende en stuurman Zalm zal dan ook voortdurend op bakboord gericht zijn. Dat wordt nog spannend, als er door de stevige tegenwind scherp zal moeten worden gelaveerd…

De ChristenUnie zal intussen haar eigen koers varen, op het betrouwbare kompas van Gods Woord en ons daarop gefundeerde politieke programma. Waar die koers samenvalt met die van het coalitieschip, zullen we samen opvaren, waar uw vaarrichting haaks staat op die welke een dienstbare overheid hoort te varen, zult u ons vroeg of laat in uw vaarwater aantreffen. Niet op ramkoers, maar pogend u weer op de juiste koers te krijgen.

Gods zegen
Dit debat is bedoeld om als kabinet het vertrouwen van de Kamer te verkrijgen. Het mag duidelijk zijn dat de fractie van de ChristenUnie dat niet zomaar onverkort, als een blanco cheque kan geven. Ik heb het eerder gezegd: u kunt niet op onze steun rekenen, u kunt die wel verdienen. Zowel de onnatuurlijke samenstelling van deze coalitie – met twee van de drie partijen die verantwoordelijk zijn voor het ook door het CDA zo verfoeide paarse beleid – als het voorgenomen beleid, brengen ons ertoe om ook dit kabinet, net als al zijn voorgangers, positief kritisch te volgen, niet blind gouvernementeel, maar evenmin doof oppositioneel.
Vanuit die constructief-oppositionele houding wens ik namens de fractie van de ChristenUnie alle leden van het kabinet van harte Gods zegen toe bij het uitvoeren van hun mooie, maar moeilijke taak.
Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat Regeringsverklaring'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > juni