Vragen over Scheepswerf Boer Sliedrecht

donderdag 10 oktober 2002 16:14

Vragen van de leden Huizinga-Heringa en Van Dijke (beiden ChristenUnie) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over Scheepswerf Boer te Sliedrecht. (Ingezonden 15 oktober 2002)

Vragen van de leden Huizinga-Heringa en Van Dijke (beiden ChristenUnie) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over Scheepswerf Boer te Sliedrecht.(Ingezonden 15 oktober 2002)

  1. Bent u op de hoogte van de inhoud van de brief die door het personeel van Scheepswerf L.J. Boer b.v. te Sliedrecht aan u is verzonden?
  2. Is het waar dat deze scheepswerf sinds 1988 zonder enige problemen heeft kunnen werken met schepen van 110 meter lang en 11.40 meter breed in haar haven? Zo nee, welke incidenten hebben zich dan voorgedaan?
  3. Is het waar dat Rijkswaterstaat in mei 2002 plotseling de eis voor de toegestane lengte waarmee schepen uit de haven mogen steken heeft verscherpt tot 3 meter omdat dit de scheepvaart in gevaar zou brengen? Zo ja, kunt u dit staande houden gezien het feit dat voorbijvarende schepen, mede vanwege de specifieke ligging van de haven, nooit op minder dan 40 meter afstand passeren?
  4. Is het wel redelijk dat Rijkswaterstaat slechts toestaat dat schepen 3 meter uit de haven uitsteken, terwijl 60% van de schepen die door dit bedrijf worden bewerkt simpelweg niet binnen deze lengte vallen? Is bij deze beslissing naar uw oordeel voldoende meegewogen dat bij een dergelijke bepaling desastreuze bedrijfseconomische gevolgen optreden?
  5. Deelt u de mening dat voorkomen moet worden dat ca. 30 werknemers, die al zo’n 15 jaar in dienst zijn van het bedrijf, alsmede ca. 30 betrokken onderaannemers als gevolg van deze beslissing van Rijkswaterstaat op straat komen te staan, terwijl het bedrijf al 75 jaar zonder enige subsidie operationeel is geweest?
  6. Geeft het feit dat aan een gelijksoortig bedrijf, dat 4 kilometer verderop aan de Merwede is gevestigd, ontheffing is verleend om aangemeerde schepen tot 25 meter in de rivier toe te staan, terwijl de rivier ter plaatse 40 meter smaller is, u aanleiding om de bepaling inzake het uitsteken uit de haven van Scheepswerf L.J.Boer te heroverwegen? Waarom treedt Rijkswaterstaat in deze vergelijkbare situaties verschillend op?
  7. Bent u vervolgens bekend met de ontheffing die door Rijkswaterstaat aan Scheepswerf L.J. Boer te Sliedrecht is verleend om slechts tot 12 meter uit de rivierkant schepen te kunnen aanleggen, maar met de beperking dat hier geen werkzaamheden op mogen worden verricht? Bent u bekend met het feit dat de rechter hiertegen een voorlopige voorziening heeft gegeven, waarna de scheepswerf in beroep is gegaan?
  8. Bent u bereid gebruik te maken van uw bestuurlijke bevoegdheden om de aanvankelijke beslissing ongedaan te maken en een ruimere ontheffing te verlenen, en deze beslissing te nemen alvorens de Raad van State op 22 oktober a.s. uitspraak zal doen?

    Toelichting:
    Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Van Heemst, Netelenbos en Rehwinkel, ingezonden 10 oktober jl.
Labels
Vragen

« Terug

Reacties op 'Vragen over Scheepswerf Boer Sliedrecht'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2002 > oktober