Algemeen Overleg Wijziging Arbeidstijdenwet -rusttijden handel en kantoren

woensdag 02 oktober 2002 15:36

De voorgestelde wijziging van het Arbeidstijdenbesluit roept bij de heer Van Dijke (ChristenUnie) weinig enthousiasme op. Het vorige kabinet meende dit verdrag zomaar even te kunnen opzeggen, omdat het in strijd was met de Arbeidstijdenwet, maar dit riep in het parlement veel verzet op. De regering wilde ervan af omdat zij vond dat een verdrag uit 1957 te weinig flexibiliteit bood op het punt van de voorgeschreven wekelijkse rusttijden, maar tegelijkertijd stelde minister Vermeend dat de Arbeidstijdenwet voldoende bescherming bood tegen werken op zondag.

De voorgestelde wijziging van het Arbeidstijdenbesluit roept bij de heer Van Dijke (ChristenUnie) weinig enthousiasme op. Het vorige kabinet meende dit verdrag zomaar even te kunnen opzeggen, omdat het in strijd was met de Arbeidstijdenwet, maar dit riep in het parlement veel verzet op. De regering wilde ervan af omdat zij vond dat een verdrag uit 1957 te weinig flexibiliteit bood op het punt van de voorgeschreven wekelijkse rusttijden, maar tegelijkertijd stelde minister Vermeend dat de Arbeidstijdenwet voldoende bescherming bood tegen werken op zondag.
De heer Van Dijke constateert echter dat de Arbeidstijdenwet in tegenstelling tot het verdrag die bescherming tegen niet-noodzakelijke zondagsarbeid nog niet expliciet aan individuele werknemers biedt, omdat het initiatiefvoorstel van de leden Bussemaker en Van Dijke door een vertragingstactiek van de CDA-fractie in de Eerste Kamer nog altijd niet is aange-nomen. Dat expliciete bescherming gewenst is, blijkt volgens hem niet alleen uit de evaluatie van de werking van de Arbeidstijdenwet, maar ook uit onderzoek van de vakbonden.

Door ingrijpen van de Eerste Kamer was er verleden jaar geen rechtsgrond voor het opzeggen van het verdrag, maar de opzegging is toch per 1 maart 2001 effectief geworden. Het verdrag is op 2 mei 2002 voor Nederland opnieuw in werking getreden. Waarom is de akte van bekrachtiging pas op 2 mei 2001 bij de ILO gedeponeerd? Nu Nederland weer verdragspartner is, heeft de regering ervoor gekozen, niet de Arbeidstijdenwet zelf, maar het Arbeidstijdenbesluit aan te passen. Wat is de achtergrond hiervan? En moeten uitzonderingen op het in de wet bepaalde hoe dan ook in het Arbeidstijden-besluit worden opgenomen?

De heer Van Dijke kan instemmen met het eerste lid van het nieuwe artikel 2.1:14, maar hij heeft moeite met het tweede lid. Waar gaat het daarbij om? Welke arbeid in de sector handel en kantoren wordt naar haar aard op zondag verricht? Hij heeft de indruk dat met de uitzonderingsgrond bedrijfsomstandigheden de werking van het verdrag alsnog materieel ongedaan wordt gemaakt, vooral gelet op het oprekken van dit begrip bij de toepassing van de Arbeidstijdenwet. Weliswaar wordt er in het derde lid bepaald dat voor toepassing van het tweede lid elke keer instemming van de betrokken werknemer vereist is, maar toch lijkt zo de door het vorige kabinet gewenste flexibiliteit alsnog te worden verkregen. Hoe is dit te rijmen met de minimumbeschermingsnormen die in het verdrag worden voorgeschreven?
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Wijziging Arbeidstijdenwet -rusttijden handel en kantoren'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2002 > oktober