Bijdrage debat over de Algemeen Financiële Beschouwingen

woensdag 04 oktober 2006 11:39

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Voorzitter. Eindelijk debatteren wij onder een gunstig economisch gesternte over de economische staat van het land en de financiële staat van de overheid. Begin 2005 kwam er een einde aan de langste periode van conjuncturele neergang in de naoorlogse geschiedenis. Het voert te ver om de kabinetten-Balkenende en in het bijzonder deze minister die enorme conjuncturele neergang in de schoenen te schuiven, want wij leven natuurlijk in een heel open economie. En de gevolgen van terroristische aanslagen, boekhoudschandalen, oplopende geopolitieke spanningen en de forse schommelingen van de eurokoers en de olieprijs laten zich dan sterk voelen.

Toch sta ik hier met gemengde gevoelens. Onder economen, of ze nu in dienst zijn van het CPB, De Nederlandsche Bank of de Rabobank, klinkt namelijk een eensluidend oordeel over het financieel-economisch beleid van dit kabinet. Ik vat het in enkele woorden samen: het zuur is te zwaar aangezet door dit kabinet. Dat is de mening van de deskundigen. Overigens blijkt het ook uit de bijgestelde cijfers van het CBS. De economische groei is de afgelopen jaren hoger geweest dan eerder aangenomen werd. Met de wijsheid van nu, namelijk dat het economisch beter is gegaan dan eerder werd aangenomen, blijkt tevens dat het allemaal een tikje minder zuur had gehoeven dan voorgespiegeld.

De conjunctuur is onnodig geschaad door dit kabinet, opnieuw naar het oordeel van de deskundigen. Het kabinet heeft de afgelopen jaren beslist niet stil gezeten en hervormingen doorgevoerd, waarvan wij de onderliggende gedachte steunen. Door een verkeerde timing en een te pessimistische beargumentering is de conjunctuur onnodig voor miljarden euro's geschaad, aldus Nout Welling. Hij sprak over een schade van 5 mld., ongeveer 1% van het bbp.

Nu het conjunctureel goed gaat, is het kabinet te weinig ambitieus in zijn streven naar een robuust begrotingsoverschot. Minister Zalm verdient naast kritiek natuurlijk ook wel lof. Ondanks de economische schade heeft hij het, mede dankzij het trendmatige begrotingsbeleid, voor elkaar gekregen om het EMU-saldo aanzienlijk te verbeteren, al moet daarbij wel opgemerkt worden dat de aardgasbaten de laatste jaren meevallen. Die zullen ook volgend jaar nog een flinke duit in het zakje doen.

Over deze financiële prestaties wil ik niet zuur doen, maar het zit mij toch niet helemaal lekker dat de overheidsfinanciën weliswaar in korte tijd en in moeilijke tijden op orde zijn gebracht, maar dat de economie en daarmee burgers en bedrijven tegelijkertijd onnodig schade hebben geleden. Voor deze minister geldt toch zeker niet alleen het eindresultaat, maar ook de weg erheen, niet alleen de uitslag maar ook de manier waarop het spel is gespeeld?

Nu de economische groei flink aantrekt en de aardgasbaten een flinke bijdrage leveren aan het begrotingssaldo, had ik meer van deze minister verwacht. Ik zeg het maar gewoon. Het voert te ver om te zeggen dat dit kabinet in dezelfde fout vervalt als Paars 2, want daarvoor is de aangekondigde lastenverlichting te gering van omvang. Het begrotingsoverschot waarnaar de minister streeft, had echter een tikkeltje hoger moeten liggen dan de 0,2% die nu is terug te vinden in de Miljoenennota. Ik heb de Raad van State en anderen daarbij aan mijn zijde. Weliswaar neemt het feitelijke EMU-saldo toe, maar de houdbaarheid verslechtert.

Ik verwijs maar even naar onze tegenbegroting die uitkomt op een begrotingsoverschot van 0,5%. Natuurlijk kun je met elkaar twisten -- en dat zullen wij ook nog wel doen -- over de dekking en de keuzes, zeker nu dit jaar door omstandigheden buiten onze schuld het keurmerk van het CPB ontbreekt. De cijfers zijn in ieder geval reëel. Ik ben uiteraard benieuwd naar het oordeel van de minister over onze tegenbegroting, met name over het begrotingsoverschot van 0,5%.

Ik licht een paar punten uit de tegenbegroting waarop ik ook met het oog op de tweede termijn graag een reactie van de minister zou horen. Wij stellen een spaardagenregeling voor in plaats van de buitengewoon onpopulaire levensloopregeling. Vanwege mijn beperkte spreektijd licht ik dit punt verder niet toe. Een ander punt dat ons zeer aangelegen is, betreft het herstellen van restauratieachterstanden bij monumentale kerken. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota heb ik dit ook aan de orde gesteld. Ook op dit punt kan ik niet verder ingaan, maar wij willen daarin wel investeren. Over de gratis schoolboeken is veel gesproken. Vorige week hebben wij samen met de SP-fractie een voorstel ingediend, waarop wij graag terugkomen. Het lijkt alsof het licht toch is aangegaan, nu ook de CDA-fractie daarvan voorstander lijkt te zijn. Dat moeten wij in dit debat dan maar verzilveren.

Wat het arbeidsmarktbeleid betreft, ben ik in gespannen afwachting van een reactie van de heer De Nerée tot Babberich op onze concrete voorstellen voor de moeilijke groepen. Ik noem het bevorderen van de werkgelegenheid voor ouderen via de SPOK, de specifieke afdrachtskorting en de herintreders. Tot nu toe voegen wij de daden bij de warme woorden van anderen, namelijk het kabinet en de coalitiefracties. Waar wij niet voor zijn, zeg ik heel nadrukkelijk tegen de heer De Nerée, is de individualisering van de algemene heffingskorting.

Ik stel vast dat het laatste restje van het kostwinnersmodel nu echt wordt aangevallen, ook door het CDA. D66 heeft het over een thuiszittensubsidie, GroenLinks over de aanrechtsubsidie, terwijl de heer De Nerée zelfs van een perverse prikkel sprak. Wij hebben het dan over een voorstel dat de CDA-fractie tot dusverre met ons met kracht heeft verdedigd. Nu heeft zij het losgelaten en noemt het zelfs een perverse prikkel. Het zal je maar gezegd worden als je om bepaalde redenen thuiszit. Ik heb speciaal voor de heer De Nerée een mailtje uitgeprint dat ik net in de schorsing onder ogen kreeg. Het mailtje kwam van een man die thuiszit en wiens vrouw alleenverdiener is. Hij heeft een spierziekte en kan niet werken. Hij wordt eerst gestraft door de no-claimkorting, die hij niet krijgt. Nu wordt ook nog eens, met steun van het CDA, die €2000 weggehaald: de strafkorting. Deze man zegt dat hij niet kan werken, dus dat wij dat er in ieder geval niet mee bereiken. Het CDA wil zo'n man, die niet kan werken, aan het werk krijgen. Deze man concludeert dat dit niets te maken heeft met het bevorderen van de werkgelegenheid, maar dat het gewoon pesten is. Het gaat dus niet over iemand die aan het aanrecht staat met fiscale subsidie. Het gaat over dit soort situaties van mensen die geen keuze hebben en aan wie het CDA geen keuze kan bieden, maar die wel €2000 afhandig worden gemaakt. Dat lijkt mij geen perverse prikkel, maar een perverse maatregel.

Ik rond mijn bijdrage af met enkele zinnen over de koopkracht. Wij zullen hier zeker in tweede termijn in het debat met de minister op terugkomen. De dekking van onze tegenbegroting kan de minister nalezen in die tegenbegroting, want die hebben wij netjes aangegeven. Er is nu eenmaal een groot verschil tussen de officiële koopkrachtcijfers en de reële, werkelijk ervaren koopkracht. Het Nibudrapport van gisteren is het zoveelste bewijs daarvan. Wij zouden moeten inzetten op het verbeteren van de feitelijke koopkrachtontwikkeling, want die is wel degelijk beroerd geweest. Daarom moeten wij het zoeken in het verhogen van de huurtoeslag, de zorgtoeslag, de AOW et cetera. Ook daarvoor kunnen voorstellen worden gevonden in onze tegenbegroting. Ik wacht het oordeel van de minister daarover graag af.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Ik heb willen zeggen: een prikkel die niet juist is in dit tijdsbeeld. Als door het woord "pervers" daarover een misverstand is ontstaan, neem ik dat woord graag terug. Overigens kunnen degenen die thuiszitten en recht hebben op een uitkering of een WAO-uitkering, de heffingskorting op die wijze te gelde maken.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Wij komen elkaar iedere keer tegen op dit punt. Het gaat echter niet om één geval, want deze meneer staat voor vele gevallen; hij heeft geen recht op een uitkering. Je belandt dan in een discussie over niet erkende spierziekten, waardoor je niet voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking komt. Deze mensen zitten dus thuis en worden getroffen door de maatregelen die u gaat steunen. Dat is de perverse prikkel die u genoemd heeft, en ik nam u dat woord inderdaad hoogst kwalijk. U zegt dan wel dat u dit woord terugneemt, de gedachtegang erachter blijft echter, namelijk dat wij thuiszitten subsidiëren. Dat was vorige week ook de strekking van het betoog van de heer Verhagen. Ik ben daarom ook blij met de principiële steun van de Partij van de Arbeid. Het heeft mij dan ook dan ook hooglijk verbaasd dat u zich nu bevindt in het kamp van degenen die geld weghalen bij mensen die nooit de arbeidsmarkt op zullen gaan. Dit is geen stimuleren van arbeidsmarktparticipatie, maar het weghalen van geld zonder dat mensen een reële kans hebben om de arbeidsmarkt op te gaan. Dat neem ik u kwalijk!

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Het pleidooi dat ik gehouden heb gaat over die situaties waarbij een vrije keus geboden moet worden aan partners. Wij zetten hiervoor andere maatregelen in dan de huidige heffingskorting. Ik kan mij voorstellen dat zich moeilijke gevallen kunnen voordoen, daar zullen wij dus naar moeten kijken.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Het voorstel van het CDA -- dat niet in het verkiezingsprogramma maar in de financiële onderbouwing is opgenomen -- bevat de door u genoemde nuanceringen niet. Deze nuanceringen werden vorige week tijdens het debat, terwijl de heer Verhagen aan het woord was, op de website gezet, om het enigszins acceptabel te maken. Dit staat allemaal niet in het verkiezingsprogramma van het CDA. Het voorstel is helder: uw programma, dat qua fasering iets is verlengd, wil af van de overdraagbaarheid van de heffingskorting. U wilt dat individualiseren. De fracties van GroenLinks, VVD en D66 wilden dat altijd al. U stond tot nu toe met ons pal achter het laatste restje van het kostwinnersmodel, dat geldt voor moeilijke situaties waarin mensen eigenlijk geen andere keus hebben dan thuis te blijven. U zegt nu, onder het mom van het vergroten van de keuzevrijheid, dat als mensen zouden kunnen kiezen zij wel zouden werken, maar zij kunnen vaak niet werken. Het mailtje waaruit ik citeer is slechts één van de vele voorbeelden. Ik neem het u kwalijk dat ik op dit punt u als bondgenoot en gezinspartij, ben kwijtgeraakt.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Wij maken andere keuzes. De mensen die in 1999 18 jaar waren of jonger, stellen wij helemaal vrij van de maatregel. Wij voeren de maatregel in binnen een periode van 20 jaar. De mensen die u nu mailtjes sturen, zullen er waarschijnlijk absoluut geen last van hebben.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Dat is mij veel te gemakkelijk. U kunt proberen een en ander te verzachten met termijnen en leeftijdsgrenzen, maar feit blijft dat het CDA principieel een andere keuze maakt. U kunt dat wel verzachten door langere termijnen en door leeftijdsgrenzen, en op zichzelf genomen waardeer ik dat nog wel, maar u hebt een principiële grens overschreden. Dat stel ik vast, en velen die het raakt, doen dat met mij en zij verbazen zich met mij over die keus.

De heer Bakker (D66):
Het begrip "perverse prikkel" betekent volgens mij niet meer of minder dan een prikkel die omgekeerd werkt aan wat je eigenlijk beoogt. Dat de heer Rouvoet zich zo ergert aan dat woord zegt volgens mij meer over de heer Rouvoet dan over degene die het woord heeft gebruikt.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Dat zijn van die gemakkelijke interrupties; iedereen gaat hier zelf over. Ik erger mij ook aan de terminologie die u gebruikt: een subsidie op thuiszitten. Dat moet u maar uitleggen aan de mijnheer met die spierziekte, die er niet voor kiest om thuis te zitten, maar die niet kan werken. Daarvan zegt u: wij gaan jou niet langer subsidiëren om thuis te zitten, maar wij gaan jou stimuleren om te werken. Die man kan niet werken. Ik zal u het mailtje doorsturen, en als u een vent bent, dan stuurt u hem een reactie, waarin u zegt: wij gaan u niet langer subsidiëren om thuis te zitten, u raakt gewoon die tweeduizend euro kwijt. Legt u het ook maar uit aan al die mensen die ervoor kiezen om mantelzorg te verlenen of vrijwilligerwerk te doen. Dat is wat wij allemaal willen, maar tegen die mensen wordt nu gezegd: wij gaan u niet meer subsidiëren om thuis te zitten; u hebt maar te gaan werken, en wij pakken de aanrechtsubsidie af. Het is een kwestie van kiezen.

De heer Bakker (D66):
De kern is dat wij er voortaan in heet fiscale stelsel van uitgaan dat mensen ongeacht het huishouden waarin zij al dan niet samenleven door de fiscus op dezelfde manier worden behandeld. U constateert terecht dat andere partijen, waaronder D66, daarvoor al veel eerder hadden gekozen. Tot nu toe stelt de fiscus nog altijd een subsidie op het niet op de arbeidsmarkt participeren. Dat is inderdaad pervers en dat kunnen wij niet hebben. In termen van arbeidsparticipatie en de kracht van onze welvaart en als basis voor onze vergrijzing willen wij dat niet meer. Ik vind het moedig van het CDA dat men die keuze nu, voor de verkiezingen, heeft gemaakt.

Ik verwelkom dat. Dat u daar anders over denkt: akkoord, maar ga nu niet miezemuizen over het woord pervers.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Miezemuizen? Ik mag zelf weten waar ik mij aan stoor. De heer Bakker stoort zich kennelijk aan mijn reactie. Gelukkig leven wij in een vrij land, maar daar moet het hier helemaal niet over gaan. Ik richt mijn verwijt niet primair tegen u, mijnheer Bakker. U had ik op dat punt allang opgegeven. Ik richt mij aan de heer De Nerée tot Babberich. Hij moet zich aangesproken voelen door al die mensen die niet alleen €10.000 of meer mislopen, omdat zij geen deeltijdbaantje kunnen krijgen, maar nu ook nog eens de €2000 die zij tot nu toe wel kregen. Daarom is mijn verwijt in de eerste plaats aan de heer De Nerée tot Babberich gericht. Hij gebruikte de uitdrukking "perverse prikkel". Ik val daar over, en tienduizenden mensen in het land met mij, want zij zitten in een situatie zoals de meneer van het mailtje waaruit ik citeerde. Het zal je maar gezegd worden.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Die mensen vallen onder de overgangsregeling of worden helemaal vrijgesteld. Het verschil van mening tussen de heer Rouvoet en mij ligt in het feit dat wij het systeem willen veranderen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Ja.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Daarvoor hebben wij gekozen en daarover geven wij voor de verkiezingen duidelijkheid. De heer Rouvoet wil het systeem niet veranderen, dus dat weten wij dan.

De voorzitter:
Dit hebt u al gezegd.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Er wordt hier een beeld geschetst als zouden wij een heleboel mensen tekort doen. Wij hebben uitdrukkelijk gekozen voor een mooie overgangsregeling, waardoor dit soort mensen niet getroffen worden. Ik wil daar geen verwijt over horen. U verwijt ons dat wij een andere richting uit gaan; dat is uw goed recht, maar het is ons goed recht, die andere richting uit te gaan.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Dat is absoluut waar en dat recht erken ik, maar het is voor alle mensen die hiermee te maken hebben en die zeggen: ik kon al niet werken en nu raak ik ook mijn €2000 nog kwijt, politiek relevant en goed om dat vast te stellen. Zoals het uw goed recht is om tegen beter weten in over de voorstellen rondom de AOW een verkeerde voorstelling van zaken te geven, is het mijn goed recht om op dit punt volstrekte eerlijkheid en helderheid te betrachten. Er wordt gesproken over een moederbelasting. Dat is naderhand in de voorstellen van het CDA een jongemoederbelasting geworden, heb ik begrepen. Feit is dat u een omslag hebt gemaakt. Daar kunt u niet omheen. Dat is iedereen opgevallen. U kreeg net nog de complimenten van de heer Bakker voor uw principiële omslag. Het lijkt mij dus relevant dat ik van mijn kant signaleer dat ik die principiële omslag echt een draai de verkeerde kant op vind. Niet een stap in de goede richting dus, maar een grote stap in de verkeerde richting. Dan moet ik toch aan alle mensen die dat raakt, duidelijk maken hoe ik er tegenaan kijk? Dat doe ik in dit debat ook, omdat ik het u kwalijk neem dat u deze stap hebt gezet. Hoe u het uitlegt, moet u zelf weten. Dat is uw probleem. Dat hoef ik niet op te lossen.

Tweede termijn
De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb in mijn eerste termijn nogal wat punten uit de tegenbegroting van de fractie van de ChristenUnie aangeroerd. Hierop is de minister in het kort en vrij algemeen ingegaan. Ik snap ook wel dat hij kennelijk niet door allerlei discussies uit zijn goede humeur gebracht wil worden. Een en ander hangt natuurlijk ook een beetje samen met de status van dit kabinet, dat wel missionair is maar tegelijkertijd ook niet al te veel kan zeggen over 2007. Ik wil de minister wel oproepen om meer ambitie te tonen bij het streven naar een begrotingsoverschot. Volgens mij is dat een oproep naar zijn hart, of zou dat althans moeten zijn. De minister kan naar hartenlust in onze tegenbegroting shoppen. Er is bepaald geen bezwaar tegen om de krenten uit de pap te pikken. Een bezuinigingstip van mijn kant: ons land en het onderwijs zijn er zeer mee gebaat als de verplichte buitenschoolse opvang wordt geschrapt.

Ik heb een korte reactie van de minister gekregen in de schriftelijke beantwoording op het spaardagenvoorstel. Hij gaat er wel een beetje aan voorbij dat, anders dan de levensloopregeling die vrije tijd stimuleert en subsidieert, de ChristenUnie werken stimuleert in plaats van vrije tijd. Dat lijkt mij een winstpunt vergeleken met de levensloopregeling. De levensloopregeling is nou eenmaal impopulair: 5% van de werknemers maakt er gebruik van. Dit percentage staat in een heel schril contrast met de verwachting van het kabinet dat 33% van deze regeling gebruik gaat maken. Ik vraag mij af of de minister daar zelf in gelooft. Volgens mij gelooft hij in zijn hart ook niet in de levensloopregeling en geeft hij de voorkeur aan een uitbouw van de spaarloonregeling. Dat doen wij met onze spaardagen. Aangezien ik het humeur van de minister nu niet meer wil bederven, zal ik hem dat echter niet in vragende zin voorleggen.

Ik kom te spreken over de specifieke afdrachtskorting voor ouderen en de herintredende vrouwen waarover wij vorige week een motie hebben ingediend. De heer De Nerée had mij beloofd dat hij daar in tweede termijn op terug zou komen. Dat heb ik echter gemist in zijn betoog en dat vond ik jammer. Dit was nu een voorbeeld waarvan ik heb gezegd dat wij hier de daden voegen bij de woorden van het CDA-fractie, die ook graag de arbeidsmarktpositie wil verbeteren. Ik was nog in afwachting van een toelichting waarom de CDA-fractie tegen voorstellen heeft gestemd die aansluiten bij haar eigen pleidooien vorige week bij de algemeen politieke beschouwingen.

De voorzitter:
Als ik mijn werk goed zou doen, zou ik nu zeggen dat ik het de heer De Nerée niet toesta om op deze manier zijn tweede termijn te verlengen. Maar vooruit.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Dank u. Ik heb nog even gekeken wat tijdens de algemeen politieke beschouwingen aan de orde is gekomen. Daar is over deze motie opgemerkt dat deze een aanzienlijke uitvoeringslast kent en weinig effectief is. Daarbij is verwezen naar de ervaring met de toetredingskorting. Beleid dat het combineren van arbeid en zorg vergemakkelijkt is wél effectief. Juist daaraan heeft het kabinet de afgelopen periode het nodige gedaan. Ik noem als voorbeeld de intensivering van de kinderopvang. Ik hoop dat ik hiermee voldoende heb gereageerd. Mijn verontschuldigingen dat ik er niet in míjn tweede termijn op ben teruggekomen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Dit citaat heb ik natuurlijk ook gehoord, want ik zat er vorige week bij. Ik had eigenlijk gehoopt dat de CDA-fractie ook een zelfstandige positie zou hebben en niet alleen de letterlijke bewoordingen van de minister-president van vorige week zou citeren, want dat was de positie van het kabinet. In een dualistisch systeem had ik gehoopt dat u ook een zelfstandige argumentatie zou hebben. Ik zoek naar instrumenten die dichterbij brengen wat u kennelijk ook wil, namelijk dat wij ouderen en herintredende vrouwen daadwerkelijk aan werk kunnen helpen. U verlaat zich echter helemaal op de argumentatie van de minister-president van vorige week. Dat betreur ik. Wij zullen voorstellen blijven doen om die moeilijke groepen te helpen om weer aan het werk te komen. Ik hoop dat wij in een nieuwe situatie wél op uw steun kunnen rekenen. Wij moeten de slogan van Feyenoord niet gaan omdraaien in "geen daden, maar woorden", want het komt natuurlijk aan op de daden.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):
Anders dan de heer Rouvoet geloven wij onze minister-president in de meeste gevallen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Een zelfstandig oordeel ontsiert u anders niet.

De heer Bakker (D66):
In de journalistiek noemen ze dat "embedded". Ik geloof dat dit "embedded" Kamerleden zijn: zij zeggen gewoon hetzelfde als de regering.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Is dat in het Nederlands "ingepakt"? Of niet?

De heer Bakker (D66):
Wij zullen dan maar "ingebed" zeggen.
De herintrederskorting en de specifieke ouderenkorting zijn toch maar variaties op het type maatregelen waarvan wij er de afgelopen tien jaar talloze hebben gezien en waarvan steeds is vastgesteld dat zij niet of nauwelijks werken en veel "deadweight loss" kennen. Oftewel: je stopt bakken geld in iets dat vanzelf ook al zou gebeuren.

Maatregelen die echt helpen, zoals het individualiseren van de algemene heffingskorting, daar verzet u zich tegen, terwijl dat echt aantikt. Die bonussen van u en die specifieke ouderenkorting, daarvan hebben wij toch echt gezien dat zij niet werken.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Laat ik het omdraaien. Mij valt op dat uw fractie de afgelopen jaren, in de periode dat D66 nog gewoon voluit deel uitmaakte van de kabinetten, arbeidsmarktbevorderende maatregelen zoals de strafkorting van €2000,- van Verhagen van harte steunde als zij geld opleverden. Als het echter geld kost, bijvoorbeeld als werkgevers een tegemoetkoming geven door een lagere ouderenkorting, geeft u niet thuis. Dat was toen al zo en dat is in de huidige situatie kennelijk nog steeds zo. Soms moet iets geld waard zijn.

Ik vind dat u een somber beeld geeft van dat type maatregelen. De daden zijn uitgebleven, maar ik mag u eraan herinneren dat wij vorig jaar van deze zelfde minister en van de toenmalige staatssecretaris Wijn van Financiën wel degelijk de toezegging hebben gekregen dat zij serieus aan de slag gaan met zo'n specifieke korting voor ouderen. Ik wil die toezegging nu graag verzilveren, om die term maar eens te gebruiken. Zo somber ben ik er niet over. Ik wil die mensen graag een steun in de rug geven. Dat kan, onder andere via zo'n "afwaskorting". Het kost inderdaad een paar centen, maar dan heb je ook wat.

De heer Bakker (D66):
Wij hebben in de afgelopen pakweg 12 jaar talloze kortingen gesteund. SPIK, SPAK, SPOK...

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Nee, de SPOK dus niet.

De heer Bakker (D66):
Nee, de SPOK is de uwe. Alleen hebben wij ook leergeld betaald, namelijk dat die maatregelen inderdaad heel veel geld kosten. Als zij nu ook nog iets opleverden, dan zou je zeggen: akkoord, maar zij leveren zo vaak maar heel weinig op. En dat is de reden waarom wij zeggen: laten wij er dan maar van afzien. Ik zou ook eigenlijk vinden -- maar dat is een debat dat het huidige te buiten gaat -- dat wij ook eens nuttige dingen moesten gaan doen met al die re-integratiemiddelen, waar tegenwoordig vooral heel veel re-integratiekantoren beter van worden en heel weinig werklozen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Dat voorbeeld brengt ons weer bij de principiële discussie die ik gisteren met de heer De Nerée heb gevoerd. Je kunt niet zeggen: wij laten het probleem van de ouderenwerkgelegenheid rusten en gaan de mensen die, om wat voor redenen dan ook, kiezen voor de zorg, voor mantelzorg, voor vrijwilligerswerk thuis, dwingen om de arbeidsmarkt op te gaan. Daar los je het probleem van de ouderenwerkgelegenheid niet mee op, nog los van de principiële discussie of je zo'n strafkorting voor alleenverdieners wel wilt. Wij willen dat dus niet. Dat je er ook het probleem van de ouderenwerkgelegenheid niet mee oplost, heb ik vorige week weer bevestigd gekregen toen wij met een beperkt aantal fracties te gast waren bij de Anbo, waar men zeer enthousiast is over dit soort maatregelen. Die kunnen werkelijk zoden aan de dijk zetten.

Het onderwerp van de schoolboeken laat ik rusten. De heer Crone heeft daarover mede namens mij een amendement ingediend. Zijn argumentatie was ook de mijne.

Tot slot wil ik graag een motie indienen. Ik zal een toelichting verder achterwege laten, maar de motie gaat over de restauratieachterstanden bij monumenten. Wij hebben daar vaker over gesproken en wij hebben er ook een motie over ingediend. De regering heeft toen gezegd dat wij daarop terug zouden komen bij de behandeling van de najaarsnota. In de schriftelijke antwoorden zegt de minister dat besluitvorming zou plaatsvinden bij de najaarsnota. Dat is mij nou net een tandje te weinig, want ik wil dat er een oplossing komt voor de enorme achterstand bij de restauratie van monumenten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per 1 februari 2006 het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) van kracht is geworden;

overwegende dat bij invoering van deze nieuwe regeling nog sprake was van restauratieachterstanden bij monumenten ten bedrage van €135 miljoen;

overwegende dat de toezegging van de regering om bij najaarsnota terug te komen op deze achterstanden onvoldoende zekerheid biedt of de benodigde financiële middelen daadwerkelijk beschikbaar komen;

verzoekt de regering, bij najaarsnota de benodigde financiële middelen voor het wegwerken van de restauratieachterstanden beschikbaar te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rouvoet. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 53 (30800).

De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Mocht iemand willen weten waar de dekking vandaan komt: die komt uit de algemene uitgaven.

Bron: ongecorrigeerd stenogram
Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat over de Algemeen Financiële Beschouwingen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > oktober