Inbreng Ernst Cramer nieuwe stations

donderdag 22 april 2010 10:00

De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Dit overleg is de afronding van de bespreking van mijn initiatiefnota Nieuwe stations, nieuwe passagiers. Ik hoop dat wij met dit algemeen overleg de traditie starten om vaker over dit onderwerp te praten.

Het eerste onderdeel betreft de instapnorm en de bedieningsgarantie. Dat is een belangrijk onderwerp bij de bespreking van de initiatiefnota. Ik was dan ook blij met de reactie van de bewindslieden om de huidige instapnorm los te laten. De minister heeft dat flexibeler willen maken. Hij heeft zelfs voorgesteld, die norm te schrappen. Dat lijkt mooi, maar tegelijkertijd blijft wel de voorwaarde bestaan dat er overeenstemming moet zijn tussen de vervoerder en de initiatiefnemer over het bedienen van een nieuw station. Dat is de zogenoemde bedieningsgarantie. Hiermee wordt de bal weer bij de NS neergelegd, want die moet de bedieningsgarantie afgeven. Daar zou ik van af willen, omdat daarbij allerlei overwegingen kunnen spelen. Het is onduidelijk waarom de NS dat wel of niet doet. Het past niet in de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De minister besluit of er een station wordt gebouwd of niet. De vraag is of de NS kan besluiten niet te stoppen bij een station. Kan de minister toezeggen dat de bedieningsgarantie niet meer door de NS wordt afgegeven? Misschien moeten we het dan hebben over een verrekenmodel voor nieuwe stations dat aan de concessie toegevoegd kan worden, want ik vind het wel een reële vraag van de NS.

De beleidsbrief van de minister verschilt met de beleidsbrief uit 2000 en met mijn initiatiefnota op het punt van een inventarisatie van nieuwe stations. Die inventarisatie ontbreekt. Is de minister bereid om, in aanvulling op de lopende studies zoals vermeld in het MIRT, ook de kans voor door andere regio's gewenste stations te onderzoeken?

De minister kent mijn fascinatie met stations en ik kan er dan ook niet omheen om naar de stand van zaken van een aantal stations te vragen. Twee jaar geleden beloofde de minister spoed te betrachten, maar de stations die hij toen noemde zijn nog steeds niet geopend. Maarheeze en Sassenheim gaan binnenkort open, maar is de procedure rondom station Bleizo nu definitief afgerond? Kunnen in Westervoort de schoppen de grond in? De minister maakt graag gebruik van deze term en ik zie graag dat hij die op het spoor van toepassing verklaart. Is het onderzoek naar Zwolle-Zuid en Deventer-Noord al afgerond? Hoe staat het met Groningen Europapark en Assen-Zuid? Ik kan nog wel even doorgaan, maar laten we het voorlopig bij deze houden. Voor station Hengelo Gezondheidspark is inmiddels door de regio subsidie aangevraagd en is de bedieningsgarantie door de regionale vervoerder geregeld. Kan de minister voor 1 mei duidelijkheid geven over de toekenning, zodat het station in mei 2011 open kan gaan?

Dan de financiering. Hoe zit het in 2010 met de besteding van het geld voor de kleine stations? De afgelopen jaren bleef heel veel geld op de plank liggen. Zuid-Holland maakt zich zorgen omdat de procedures voor regionaal spoor veel sneller lijken te gaan dan die voor het hoofdrailnet. Hoe gaat de minister om met de prioritering van de middelen voor de stations? Een moeilijk punt blijft de bouw van stations op drukke trajecten, omdat de aanpassing van de infrastructuur te veel kost. Als er een nieuwe woonwijk wordt aangelegd, wordt er vaak ook een nieuwe aansluiting op de snelweg gemaakt, terwijl wij allen weten dat aansluiting op het ov nog veel belangrijker is. Ik denk in het kader van mijn initiatiefnota vooral aan het spoor.

Ik lees een cryptisch verhaal van de minister over de projectkosten en prioriteiten van bijkomende infrastructuur. Kan dat niet simpeler? Inhaalsporen moeten niet ten laste komen van een stationsproject. Als een station na onderzoek goed scoort, moet het er gewoon komen en moet niet eerst een nieuwe afweging nodig zijn om ook nog geld te vinden voor een inhaalspoor. Als het spoor erbij hoort, hoort de infrastructuur er ook bij.

Verschillende gemeenten vragen of het budget voor nieuwe stations ook gebruikt kan worden voor de verplaatsing van stations. Dat lijkt mij redelijk als het nieuwe reizigers oplevert. Hoe gaat de minister daarmee om? Ik noem station Nijverdal.

Tot slot de corridorbenadering. Ik stel in mijn initiatiefnota voor, corridors als geheel te benaderen en aan te pakken door meerdere haltes tegelijk te bouwen, waardoor het draagvlak voor een sprinter kan worden vergroot. Dat is natuurlijk niet altijd mogelijk, maar een analyse van de hele corridor bij het plannen van een nieuw station zou wel op zijn plaats zijn. Er kan dan ook gekeken worden naar het gehele mobiliteitssysteem en de ruimtelijke ordening. Om daar maar eens vorm aan te geven, heb ik als vingeroefening een spoorlijn uitgewerkt. Graag overhandig ik, via de voorzitter, de minister het eerste exemplaar van mijn notitie Bollensprinter, nieuwe impuls voor spoorvervoer in Noord-Holland.

 

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer

« Terug

Archief > 2010 > april